Het Call Connect Web Portaal gebruiken

Call Connect upgrade

Call Connect werd geüpgraded naar de nieuwste versie om toekomstige vernieuwingen en een uitstekende bereikbaarheid toe te laten.

Als je gebruik maakt van een Call Connect softphone, receptioniste console, een firewall of wanneer je specifieke IP-routeringen hebt, dan moet je ervoor zorgen dat alle HTTPS-verkeer geopend is naar het IP-adres 81.245.3.226. Voor meer informatie, raadpleeg de LAN- & firewall- instellingen voor Call Connect.

Je kunt Call Connect online beheren via de nieuwe Call Connect Web Portal.

NB: Wanneer je voor het eerst inlogt, moet je een wachtwoord instellen voor Call Connect.

  1. Surf naar de Call Connect Web Portal.
  2. In het veld Gebruikersnaam geef je je gebruikersnaam in (bv. usr12345678). Die vind je in de e-mail die je bij de activering van Call Connect hebt ontvangen. Ben je deze e-mail kwijt? Raadpleeg je Call Connect-beheerder of neem contact met ons op.
  3. Geef in het veld Wachtwoord je wachtwoord in. Klik op Gebruikersnaam of wachtwoord vergeten om je wachtwoord opnieuw in te stellen.
  4. Klik op Login.

Je bent nu ingelogd op de Call Connect Web Portal. Er zijn twee weergaves:

Standaardweergave


 

In de standaardweergave zie je alleen de basisfuncties van Call Connect, zoals oproepdoorschakeling en signaal 2e oproep. Deze weergave wordt getoond nadat je ingelogd bent op de Call Connect Web Portal.

Hiermee schakel je oproepen door naar een specifiek nummer of naar je voicemail.

Om deze optie in of uit te schakelen in de Call Connect Web Portal: vink Actief aan of uit om deze optie in of uit te schakelen.

Hiermee verberg je je telefoonnummer wanneer je iemand opbelt (geheim nummer).

Om deze optie in of uit te schakelen in de Call Connect Web Portal: vink Actief aan of uit om deze optie in of uit te schakelen.

Hiermee schakel je oproepen automatisch door naar je voicemail als deze geactiveerd is. Als deze niet geactiveerd is, dan hoort je correspondent een bezettoon.
Vink Actief aan of uit om de optie in of uit te schakelen.

Dit is een weergave van je lijst met contacten.

Dit is een overzicht van de toestellen die aan jou zijn toegewezen.

Oproepgeschiedenis: Hier vind je een geschiedenis van al je inkomende, uitgaande en gemiste oproepen.

In het menu Alle contacten kun je een telefoonboek aanmaken.
Klik op Contact toevoegen om een contactpersoon aan je telefoonboek toe te voegen of klik op Bulk actie om een CSV-bestand met je lijst met contacten te importeren.

Hiermee kun je een tweede oproep ontvangen terwijl je aan de lijn blijft met je eerste correspondent.
Om deze optie in of uit te schakelen in de Call Connect Web Portal: gebruik de Call Connect-app om een tweede oproep aan te nemen of beantwoord deze op je vaste Call Connect-toestel.

Er zijn verschillende types oproepdoorschakeling:

  • Onvoorwaardelijke oproepdoorschakeling: al je oproepen worden doorgeschakeld naar een specifiek nummer. Deze oproepdoorschakeling heeft altijd voorrang op de andere oproepdoorschakelingen die je hebt ingesteld.
  • Oproepdoorschakeling bij bezet: wanneer je lijn bezet is, worden je oproepen doorgeschakeld naar een specifiek nummer.
  • Oproepdoorschakeling bij geen antwoord: wanneer je niet opneemt, worden je oproepen doorgeschakeld naar een specifiek nummer. Je kunt het aantal beltonen kiezen waarna een oproep wordt doorgeschakeld.
In elk van de bovenstaande gevallen kun je er ook voor kiezen je oproepen door te schakelen naar je voicemail. Als je oproepen doorschakelt naar je voicemail, kun je ze niet tegelijkertijd naar een specifiek nummer doorschakelen.
Om één van deze opties in of uit te schakelen in de Call Connect Web Portal:
  1. Kies de gewenste optie.
  2. Geef het telefoonnummer in waarnaar je je oproepen wilt doorschakelen (bv. 012123456). Als je oproepen wilt doorschakelen naar je voicemail, hoef je geen nummer in te geven.
  3. Vink het vakje voor de gewenste doorschakeling aan of uit om de optie in of uit te schakelen. Om de doorschakeling naar je voicemail in of uit te schakelen, vink je de optie Oproepdoorschakeling naar voicemail aan of uit.
  4. Je keuze wordt automatisch opgeslagen.
Beheer je dit liever via je gsm? Gebruik de Webex-app om je oproepen door te schakelen.

Hiermee verberg je je telefoonnummer wanneer je iemand opbelt (geheim nummer).
Om deze optie in of uit te schakelen in de Call Connect Web Portal: vink Actief aan of uit om deze optie in of uit te schakelen.

Hiermee verberg je het telefoonnummer waarnaar je correspondent zijn oproepen heeft doorgeschakeld en zie je enkel het telefoonnummer dat je hebt ingegeven.
Ter verduidelijking: stel dat je correspondent zijn vaste lijn heeft doorgeschakeld naar zijn gsm-nummer. Dan zie je normaal het gsm-nummer van deze persoon. Als je deze optie activeert, dan zie je het vaste nummer van je correspondent en niet het nummer waarnaar hij zijn oproepen heeft doorgeschakeld.
Om deze optie in of uit te schakelen in de Call Connect Web Portal: vink Actief aan of uit om deze optie in of uit te schakelen.

Details : Gebruikers-ID, voornaam en familienaam, taal, e-mailadres, tijdzone, afdeling

Overzicht en status van je Webex-account

Expertmodus


 

De expertmodus geeft alle functies van Call Connect weer. Om over te schakelen naar deze weergave, klik je op Expertmodus rechts bovenaan.

Hiermee schakel je oproepen door naar een specifiek nummer of naar je voicemail.
Om deze optie in of uit te schakelen in de Call Connect Web Portal: vink Actief aan of uit om deze optie in of uit te schakelen.

Hiermee verberg je je telefoonnummer wanneer je iemand opbelt (geheim nummer).
Om deze optie in of uit te schakelen in de Call Connect Web Portal: vink Actief aan of uit om deze optie in of uit te schakelen.

Hiermee schakel je oproepen automatisch door naar je voicemail als deze geactiveerd is. Als deze niet geactiveerd is, dan hoort je correspondent een bezettoon.
Vink Actief aan of uit om de optie in of uit te schakelen.

Dit is een weergave van je lijst met contacten.

Met off-netmobiliteit kun je één of meer persoonlijke nummers (bv. je mobiele nummer of je eigen vaste nummer) koppelen aan dat van je Call Connect businessaccount, ook als ze niet op ons netwerk zijn gehost. Zo kun je oproepen naar je zakelijke Call Connect-nummer beantwoorden op het persoonlijke nummer dat je hebt opgegeven. Met remote office kun je oproepen naar je vaste nummer doorschakelen naar een ander telefoonnummer. Je kunt elk nummer koppelen, zelfs als het niet op ons netwerk is gehost, en alle oproepen zullen naar deze bestemming worden doorgeschakeld.

Dit is een overzicht van de toestellen die aan jou zijn toegewezen.

In Oproepgeschiedenis vind je de historiek van al je inkomende, uitgaande en gemiste oproepen.

In het menu Alle contacten kun je een telefoonboek aanmaken.
Klik op Contact toevoegen om een contactpersoon aan je telefoonboek toe te voegen of klik op Bulk actie om een CSV-bestand met je lijst met contacten te importeren.

Als je over een compatibel toestel beschikt, kun je in het menu Busy Lamp Field het ledlampje van je telefoontoestellen activeren. Dit lampje gaat branden wanneer de geselecteerde telefoontoestellen een oproep ontvangen.
Nadat je de optie hebt geactiveerd, moet je het telefoontoestel herstarten.

Hiermee kun je een tweede oproep ontvangen terwijl je aan de lijn blijft met je eerste correspondent.
Om deze optie in of uit te schakelen in de Call Connect Web Portal: gebruik de Call Connect-app om een tweede oproep aan te nemen of beantwoord deze op je vaste Call Connect-toestel.

Als je de geavanceerde licentie hebt, kun je met deze dienst een audio- of videobericht laten afspelen vooraleer de oproepers worden doorverbonden. Klik op Toevoegen om een nieuwe regel te creëren. Je kunt regels maken voor specifieke oproepers en uurroosters.

Er zijn verschillende types oproepdoorschakeling:

  • Onvoorwaardelijke oproepdoorschakeling: al je oproepen worden doorgeschakeld naar een specifiek nummer. Deze oproepdoorschakeling heeft altijd voorrang op de andere oproepdoorschakelingen die je hebt ingesteld.
  • Oproepdoorschakeling bij bezet: wanneer je lijn bezet is, worden je oproepen doorgeschakeld naar een specifiek nummer.
  • Oproepdoorschakeling bij geen antwoord: wanneer je niet opneemt, worden je oproepen doorgeschakeld naar een specifiek nummer. Je kunt het aantal beltonen kiezen waarna een oproep wordt doorgeschakeld.
In elk van de bovenstaande gevallen kun je er ook voor kiezen je oproepen door te schakelen naar je voicemail. Als je oproepen doorschakelt naar je voicemail, kun je ze niet tegelijkertijd naar een specifiek nummer doorschakelen.
Om één van deze opties in of uit te schakelen in de Call Connect Web Portal:
  1. Kies de gewenste optie.
  2. Geef het telefoonnummer in waarnaar je je oproepen wilt doorschakelen (bv. 012123456). Als je oproepen wilt doorschakelen naar je voicemail, hoef je geen nummer in te geven.
  3. Vink het vakje voor de gewenste doorschakeling aan of uit om de optie in of uit te schakelen. Om de doorschakeling naar je voicemail in of uit te schakelen, vink je de optie Oproepdoorschakeling naar voicemail aan of uit.
  4. Je keuze wordt automatisch opgeslagen.
Beheer je dit liever via je gsm? Gebruik de Webex-app om je oproepen door te schakelen.

Als je de geavanceerde licentie hebt, kun je selectieve oproepdoorschakelingen instellen. Die zullen enkel worden toegepast gedurende bepaalde perioden of op bepaalde dagen. Het is zelfs mogelijk om ze alleen in te stellen voor specifieke oproepers.

Als je de geavanceerde licentie hebt, kun je met deze dienst inkomende oproepen blokkeren. Klik op toevoegen om een nieuwe regel te creëren. Je kunt regels maken voor specifieke oproepers en uurroosters.

Selectieve beltoon in cascade zorgt ervoor dat telefoons in een bepaalde volgorde gaan rinkelen. Je kunt zelf een lijst met een volgorde opstellen.

Extern: hiermee toon je het telefoonnummer van een correspondent die je belt vanaf een telefoonlijn die geen deel uitmaakt van je Call Connect-oplossing.

Intern: hiermee toon je het telefoonnummer van een correspondent die je belt vanaf een telefoonlijn die deel uitmaakt van je Call Connect-oplossing.
Om deze optie in of uit te schakelen in de Call Connect Web Portal: vink Actief aan of uit om deze optie in of uit te schakelen.

Als je de geavanceerde licentie hebt, kun je instellen dat je via e-mail wordt verwittigd wanneer je een oproep ontvangt.

Selectieve gelijktijdige beltoon zorgt ervoor dat bepaalde telefoons gelijktijdig gaan rinkelen. Je kunt kiezen voor welke telefoonnummers dit het geval is. Als je niet wilt dat telefoons van medewerkers gaan rinkelen wanneer ze al in gesprek zijn, vink dan Geen belsignaal indien reeds in gesprek aan.

Hiermee verberg je je telefoonnummer wanneer je iemand opbelt (geheim nummer).
Om deze optie in of uit te schakelen in de Call Connect Web Portal: vink Actief aan of uit om deze optie in of uit te schakelen.

Hiermee verberg je het telefoonnummer waarnaar je correspondent zijn oproepen heeft doorgeschakeld en zie je enkel het telefoonnummer dat je hebt ingegeven.
Ter verduidelijking: stel dat je correspondent zijn vaste lijn heeft doorgeschakeld naar zijn gsm-nummer. Dan zie je normaal het gsm-nummer van deze persoon. Als je deze optie activeert, dan zie je het vaste nummer van je correspondent en niet het nummer waarnaar hij zijn oproepen heeft doorgeschakeld.
Om deze optie in of uit te schakelen in de Call Connect Web Portal: vink Actief aan of uit om deze optie in of uit te schakelen.

Als je de geavanceerde licentie hebt, kun je met deze dienst worden verwittigd wanneer de persoon die je wou bereiken weer vrij is. Je wordt doorverbonden met je correspondent zonder dat je het telefoonnummer opnieuw hoeft in te geven.
Om deze optie in of uit te schakelen in de Call Connect Web Portal: vink Actief aan of uit om deze optie in of uit te schakelen.

Als je de geavanceerde licentie hebt, kun je met deze dienst de toestellen beheren die je door je beheerder zijn toegewezen. Functies voor telefoonknoppen toevoegen of verwijderen. Een extra toestel toevoegen aan of verwijderen uit je gebruikerslicentie. Als verschillende toestellen aan dezelfde gebruikerslicentie gekoppeld zijn, is het niet mogelijk de gelijktijdige beltoon te gebruiken.

Je kunt één of meer persoonlijke nummers (bv. je mobiele nummer of je eigen vaste nummer) koppelen aan dat van je Call Connect businessaccount, ook als ze niet op ons netwerk zijn gehost.
Eerst dien je de off-netmobiliteitsnummers in te geven met de knop Toevoegen.
Wanneer je een nummer definieert, kun je met de geavanceerde instellingen het volgende gebruiken

  • diversion inhibitor: dit voorkomt dat inkomende oproepen vanaf je persoonlijke nummer nogmaals kunnen worden doorgeschakeld;
  • answer confirmation: er wordt je gevraagd uitdrukkelijk te bevestigen dat je de inkomende oproep die naar je persoonlijke nummer wordt doorgeschakeld, wilt beantwoorden.
Je kunt de optie aan- of uitvinken om al deze off-netmobiliteitsnummers te waarschuwen voor inkomende Click-to-Dial-oproepen.
En/of de optie aan- of uitvinken om al deze off-netmobiliteitsnummers te waarschuwen voor inkomende Group Paging-oproepen.

Als je de geavanceerde licentie hebt, kun je met deze dienst alle nummers koppelen, ook als ze niet op ons netwerk zijn gehost. Alle oproepen zullen dan naar deze bestemming worden doorgeschakeld. Geef eerst een nummer in. Om deze optie in of uit te schakelen in de Call Connect Web Portal: vink Actief aan of uit om deze optie in of uit te schakelen.

Als je als gebruiker een uurrooster wilt instellen, dan kun je dit doen in het menu Uurroosters:

  • Klik op Rooster toevoegen om een uurrooster aan te maken. Om een bestaand uurrooster te bekijken, klik je op het icoon in het veld Configureren.
  • Kies in het veld Naam uurrooster een naam voor je uurrooster (bv. openingsuren winkel).
  • Vink de dagen aan waarop je uurrooster actief zal zijn en kies een start- en eindtijd voor elke dag.
  • Klik op Creëren.

Als je Vakantieplanning selecteert, kun je automatisch of manueel specifieke verlofdagen invoeren.

Je kunt berichten en muziek opnemen of opladen die voor verschillende diensten kunnen worden gebruikt.

  • Mijn status: Gebruik dit tabblad om je status in het callcenter aan te passen: ingelogd, uitgelogd.
  • Mijn callcenters: Als je aan meerdere callcenters bent toegewezen, kun je kiezen bij welk callcenter je inlogt.
  • Details: Gebruikers-ID, voornaam en familienaam, taal, e-mailadres, tijdzone, departement
  • Licenties: Welke licenties zijn toegewezen aan je gebruiker
  • Nummers: Je extensie, je telefoonnummer, je CLI voor uitgaande oproepen
  • Functiecodes: Toegangscodes voor functies zijn codes die je kunt gebruiken om een functie te activeren/deactiveren via je telefoon.
  • Webex-account: Overzicht en status van je Webex-account