Bert Ostyn (Absynthe Minded) nodigt ons in zijn ‘Monologue’ uit in zijn thuis: “Ik wilde persoonlijker en oprechter gaan”

Muziek | Zanger, gitarist en songsmid Bert Ostyn (Absynthe Minded) geeft ons in zijn ‘Monologue’ een inkijk in zijn thuis en zijn repetitiekot, de plaatsen waar muzikale ideeën spontaan ontstaan en songs vorm krijgen. Hij doet zijn filosofie uit de doeken in afwachting van het nieuwe album ‘Sunday Painter’, dat in september verschijnt. Pickx diepte in een interview de ‘Monologue’ nog wat verder uit. “Een zondagsschilder is voor mij geen echte kunstenaar, maar iemand die graag zijn tijd steekt in het maken van iets moois. En daar kan ik me helemaal mee identificeren.”

Door Pickx

Deel dit nieuws

Je toont in de ‘Monologue’ je eigen huiskamer, wat niet elke artiest zomaar zou doen. Vanwaar die keuze?

Bert Ostyn: “Ik wilde het persoonlijk houden, en zo zijn we erop gekomen om de opnames bij mij thuis te doen en dan een wandeling naar mijn repetitiekot en studio te tonen. Dat leek me het meest authentieke. Het moest een ongedwongen sfeer krijgen, om te tonen dat creativiteit overal tussendoor sluipt. Ik krijg opwellingen en ingevingen terwijl ik met andere dingen bezig ben in huis. We wonen hier ook wel in een vrij rustige omgeving. Ik kan goed thuis schrijven, ik vind het inspirerend om in een veilige omgeving te kunnen nadenken over de verhalen die ik wil vertellen. Ik leid geen kluizenaarsbestaan, maar de kiem van een nummer ontstaat gewoonlijk bij mij, in mijn homestudiootje, ergens op locatie of gewoon in mijn hoofd.”

“Nu zijn we weer begonnen met repeteren, met vijf in het repetitiekot. Dan begint het allemaal tot leven te komen. In de ‘Monologue’ zie je alleen mij, maar wat echt telt is dat je op concerten en opnames een interactie hoort die minstens even belangrijk is als dat originele idee.”

Je zegt dat je rusteloos bent van nature, maar nu wel een soort rust hebt gevonden. Hoe uit dat zich in de muziek? Wordt ‘Sunday Painter’ een rustigere plaat?

Bert: “Op ons eerste album hoor je een band die zich keihard wil bewijzen. Dat is mooi en dat was ook nodig, maar we zijn intussen geëvolueerd. Er zit inderdaad een rust in bepaalde nummers op ‘Sunday Painter’. Maar met de plaat wilde ik vooral wat persoonlijker en oprechter gaan. Ons vorige album, ‘Riddle of the Sphinx’, was heel cryptisch. Nu had ik zin om het wat directer te maken. Dat voelde gewoon goed aan.”

“Ik ben inderdaad wel rusteloos van aard, in de zin dat ik niet zo goed kan stilzitten. Een serie bingewatchen is bijvoorbeeld niet aan mij besteed, ik word er zenuwachtig van. Maar met zingen en muziek maken heb ik wel een soort rust gevonden. Je kan je eindeloos afvragen of ze een nummer wel op de radio gaan draaien, of proberen om op een bepaald festival te staan, maar ik heb geleerd om dat los te laten en me te concentreren op de essentie. Muziek maken en concerten spelen, dat is waar ik echt gelukkig van word. Ik mag me gelukkig prijzen dat ik dat ten volle kan doen.”

Hangt je nieuw gevonden rust samen met het feit dat je bent begonnen met schilderen?

Bert: “Dat wil ik toch een beetje nuanceren. Ik heb op een bepaald moment één maand geschilderd. We waren begonnen met dertig demo’s, waar er tien van zijn overgebleven. We hebben heel lang aan die songs zitten schaven, dat was best een intens proces. Op een bepaald moment leek het me een goed idee om het even een paar weken te laten liggen, maar ik wilde wel nog met de plaat bezig zijn. Dus heb ik olieverf gekocht en ben ik begonnen met schilderen, een beetje als therapie en om me bezig te houden. Ik wilde niet per se een platenhoes maken, maar ik dacht wel dat ik er eventueel mee kon aangeven welke kleuren ik mooi vond en zo. Ik heb dat ongeveer een maand gedaan, een paar avonden per week, tot de frustratie van het niet goed genoeg kunnen schilderen naar boven kwam. Ik vond het leuk om ermee bezig te zijn, met die texturen en kleuren, maar ik voel me absoluut geen schilder. Als ik nu terugkijk op mijn schilderwerken, vind ik ze ook niet zo mooi, al vind ik wel dat er toffe elementen in zitten.”

“Wat dan weer wel geslaagd is, is dat een kunstenaar er digitale technieken op heeft toegepast om er een nieuw kunstwerk mee te creëren. En dat is het artwork geworden. Het past heel goed bij wat ik wilde bereiken. Een Sunday painter is voor mij geen echte kunstenaar, maar een bescheiden iemand die graag zijn tijd steekt in het maken van iets moois. En daar kan ik me helemaal mee identificeren.”

Je speelt in de ‘Monologue’ het nummer ‘Sunday Child’ solo en zegt dat een goede song ook zo overeind moet blijven. Is dat altijd je filosofie als je muziek schrijft?

Bert: “In 90 procent van de gevallen wel, maar dan heb ik het enkel over songs. Er zijn allerlei soorten coole muziek die je niet echt songs kan noemen. Maar als een nummer van me in een volledig naakte versie overeind blijft, dan heeft het wel een soort test doorstaan. Dus ik geloof wel in die theorie, ja.”

Je vertelt in de video ook dat je altijd in het Engels schrijft voor internationale potentieel. In ‘Liefde voor Muziek’ hoorden we je ook wel eens in het Nederlands zingen, maar je drukt je nog steeds liever uit in het Engels?

Bert: “Ik heb op mijn computer een mapje staan met met ideeën waar ik nog over wil schrijven en daarin staan enkele stukken ook in het Nederlands, maar ik vind het heel moeilijk om daarmee tot songs te komen. Engels is voor mij de taal van de rock-‘n-roll. Het pakt gewoon goed. Je kan in het Engels veel zeggen met weinig woorden. Ik vind Nederlands ook een mooie taal, maar blijkbaar is het niets voor mij om in het Nederlands te schrijven. Wie weet komt het er ooit nog van, maar nu voel ik het niet.”

In 2021 verscheen nog een best of-album van Absynthe Minded, dat 20 jaar bestond. Was dat een manier om even te recapituleren?

Bert: “Inderdaad. Met ‘Riddle of the Sphinx’ hadden we door de pandemie niet veel kunnen optreden, dus het was ook een kans om weer te gaan spelen, want we hadden het gemist. We grepen de kans aan om terug te blikken, maar hadden in ons achterhoofd ook al het volgende album. We waren blij om weer live te kunnen spelen en hebben een heel leuke tijd gehad, maar hadden ook het gevoel dat we vooruit wilden. We zullen live altijd wel enkele classics blijven spelen, daar heb ik niets op tegen, maar het wordt nu wel heel spannend om ook de nieuwe tracks te brengen. Ik ben heel benieuwd wat dat zal geven.”

Op de plaat speelt een nieuwe drummer mee, Laurens Smagghe. Hoe verandert dat de dynamiek van de band?

Bert: “Zijn drums zijn zeer bepalend voor het album. Laurens, Sergej (Van Bouwel, bassist bij Absynthe Minded, red.) en ik kennen elkaar al lang. Laurens heeft geen auditie moeten doen of zo, we wisten al langer dat we eens met hem wilden werken. Hij reageerde meteen enthousiast toen we het hem vroegen. Vorige zomer zijn we dan de studio in gedoken. We hadden net een jaar lang veel muziek gespeeld uit de vorige platen, nu hadden we zin om een nieuwe richting uit te gaan. Daar had Laurens zeker zijn aandeel in. Hij heeft een heel strakke, coole drumstijl. Hij is een zelfzekere drummer met heel veel ervaring en een grotere sound dan bijvoorbeeld Isolde (Lasoen, de vorige drummer, red.). Dat komt heel goed tot zijn recht, vind ik.”

De komende maand speelt Absynthe Minded nog enkele try-outs. Na de release van ‘Sunday Painter’ op 15 september trekt de band langs zalen als de Botanique, het Depot, de Vooruit, de Roma en Reflektor. Daarnaast volgen ook enkele shows in Nederland.

Bekijk het tweede seizoen van 'Monologue' op Pickx.be via deze link en op de Pickx-app.

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top