Johannes Verschaeve: 'Zonder eerst 15 jaar The Van Jets had ik dit niet gekund'

Muziek |

Er is leven na The Van Jets, dat bewijst hun voormalige frontman Johannes Verschaeve met zijn nieuwe alter ego Johannes Is Zijn Naam. Een intrigerend soloproject dat de grenzen tussen theater, muziek en literatuur opheft. "Ik geniet enorm van de kwetsbaarheid en eenzaamheid waarmee ik met dit project naar buiten treed", vertelt hij in een uitgebreide babbel met Pickx.

Door Pickx

Deel dit nieuws

Eerst was er ‘James’, een nummer dat twee jaar geleden opgenomen werd in het kader van de heropening van het James Ensorhuis in Oostende. De thuisstad van de bekende kunstenaar, maar ook die van Johannes Verschaeve, ondertussen al een hele poos geleden uitgeweken naar Gent. De ex-frontman van The Van Jets heeft zichzelf na het opdoeken van die succesvolle rockformatie in 2019 heruitgevonden als Johannes Is Zijn Naam. Vanaf deze week ligt de gelijknamige debuutplaat in de winkel.

Solo op een podium, zonder gitaar en in het Nederlands. “Het voelt heel naakt”, heb je al in enkele eerdere interviews meegegeven. Hoe liep dat bij de eerste optredens als Johannes Is Zijn Naam?

Johannes Verschaeve: "Mijn eerste try-out was anderhalf jaar geleden tijdens Theater Aan Zee. Maar ook bij The Van Jets heb ik eigenlijk altijd muziek gemaakt met het live aspect in het achterhoofd. Zeker bij Johannes Is Zijn Naam klopt het plaatje pas helemaal als je het ook live kan zien, want met enkel de muziek te beluisteren kan het verwarrend zijn. Ik had wat schrik voor de kwetsbaarheid die in Johannes Is Zijn Naam zit, maar ik heb gemerkt dat het oké is. Dat het werkt op een podium. Zonder die 15 jaar bij The Van Jets zou ik dit nooit gekund hebben, dan had ik nooit met deze maturiteit op een podium kunnen staan. Ik ben niet bang meer van stiltes of dingen die raar kunnen overkomen. Integendeel, ik geniet nu van de kwetsbaarheid en eenzaamheid waarmee ik met dit project naar buiten treed. Al is het deels natuurlijk een show: ik druk op play en speel dan wat gitaar en keys, maar de focus ligt op het verhaal als zanger, alleen aan de microfoon. Ik hoor van veel mensen dat ze het vinden getuigen van veel guts, maar voor mij leek het een evidentie. Want soloartiesten die met vijf instrumenten en computers tegelijk bezig zijn en dan nog doorleefd proberen zingen: dat geloof ik maar zelden. Ik wilde helemaal in de performance kunnen opgaan."

Heb je veel inspiratie gehaald bij je samenwerkingen voor theater? Ik zag je vlak voor de coronauitbraak bijvoorbeeld als muzikant op scène zitten bij de voorstelling ‘Locke’ van Compagnie Cecilia.

"Eigenlijk wel. Niet bewust, maar alle zaken die ik de voorbije jaren deed, sijpelen wel door in Johannes Is Zijn Naam. In het jeugdtheater heb ik bijvoorbeeld ook voor het eerst een rol vertolkt als acteur: ik was Odysseus, met teksten van Peter Verhelst. Wat mij enorm inspireerde in het theater is het ontbreken van applaus. Als muzikant verwacht je na elke song een reactie -ook tof hoor-, maar als acteur zit je in een focus die langer duurt en waar je pas op het einde uitstapt. Daarom doe ik nu als Johannes Is Zijn Naam niet aan bindteksten, net omdat ik de mensen in dat universum wil houden."

Passie voor Nederlands

Je hebt ook drie jaar in het Paard van Troje gewerkt, een boekenwinkel in Gent. Was dat uit financiële noodzaak, of eerder uit literaire aspiraties?

"Beide. Ik wilde eens een -tussen aanhalingstekens- gewone job doen, met één been in de normale wereld staan. Ik werkte er twee à drie dagen per week. Het taalkundige aspect van Johannes Is Zijn Naam is daar ontstaan. Mijn niche in die winkel was de Nederlandstalige literatuur -niemand anders was daar echt mee bezig. Op die manier vond ik enkele coole auteurs, zoals Wessel te Gussinklo en Donald Niedekker, avontuurlijke schrijvers met een raar kantje. Op bijna hetzelfde moment had ik plots het geluk gevraagd te worden om columns te schrijven, onder andere voor Elle en De Standaard. Dat verschafte me enorm veel plezier, waardoor ik steeds liever in het Nederlands ging schrijven. Ik kan er ook veel preciezer mee mikken: je kunt de culturele context of de gelaagdheidheid van een woord veel beter inschatten. Een stoel, fauteuil of canapé zijn bijvoorbeeld drie verschillende dingen, die elk een heel specifieke sfeer oproepen. Mijn Engels is best oké, maar het is toch moeilijker om zowel grappig als poëtisch te zijn in een taal die niet de jouwe is. Anderzijds: Nederlands is geen dankbare taal om rockmuziek te maken, heel kwetsbaar ook. Zeker als West-Vlaming. Wat moest ik doen: zoals Flip Kowlier voluit in het dialect, of toch in het AN zoals Bazart? Uiteindelijk koos ik ervoor om gewoon mezelf te zijn, in een soort opgekuist West-Vlaams met Gentse invloeden."

Ik vermoed dat je ook op een andere manier moest leren zingen in het Nederlands, de klanken zijn anders, dus ook de akkoorden die je daarbij schrijft.

"Absoluut. Maar eigenlijk had ik daar weinig last van. Het grootste verschil zijn de eindklanken van de werkwoorden: in het Engels kan je die verlengen, maar in het Nederlands ligt dat moeilijker. Of je komt al snel uit bij een soort Will Tura-achtige uitspraak. Ik vind mezelf eerder behoren bij de school van Arbeid Adelt, die het eigenaardige van onze taal net omarmt. Ik vond het enorm tof om met die klanken en woordjes te puzzelen. Je bent dan ook verlost van de clichés die de Engelse muziektaal met zich meebrengen."

Je experimenteerde heel veel in je studio hier te Gent, maar hoe besliste je wat zou overblijven voor de plaat?

"Ik heb minder feedback gevraagd dan vroeger. Bij The Van Jets maakte ik de demo’s en enkel de demo’s die door iedereen in de band goed bevonden werden, gebruikten we. Een heel harde filter. Maar nu was ik zo overtuigd van mijn eigen ding, dat ik minder rekening hield met de opinie van de buitenwereld. Mijn grootste filter is de tijd. Ik werk een nummer af, laat het een tijd liggen, en als ik het dan nog leuk vind, behoud ik het. Er waren wel dingen waarvan ik dacht: dit gaat de buitenwereld niet slikken. ‘Dichterlijke mist’ bijvoorbeeld, een taalkundig intermezzo op de plaat, enkel begeleid door een spaarzame piano. Op de eerste try-out heb ik dat met een ei in mijn broek toch eens geprobeerd, er zaten toen zelfs bevriende schrijvers in de zaal. Die vonden dat allemaal het tofste moment in de set! (lacht) Het zijn bijna kinderlijke versjes, maar er schuilt een soort poëtische onschuld in. Heel exciting om zoiets live te brengen, ik voelde me net als een koorddanser."

Mis je de gitaar niet?

"Voor mijn soundtrackwerk of voor theater gebruik ik die nog vaak. Maar voor Johannes Is Zijn Naam wilde ik de gitaar bewust niet te vaak gebruiken, omdat ik dat instrument te veel in mijn vingers heb. Ik wilde door het gebruik van synths, orgels en piano een frisse wind laten waaien, mezelf uitdagen en verrassen. Mijn favoriete instrument is dit Russische keyboard hier (wijst in de hoek van de studio), de Formanta, die gemaakt is om films te scoren en geluidjes van een camion of inslaande komeet na te bootsen. Het werkt in beide richtingen bij mij: soms ontstaat een nummer puur in mijn hoofd, zie ik de akkoordenschema’s bijna letterlijk voor mij, maar evengoed geraak ik geïnspireerd door een geluid dat ik toevallig oppik. Het nummer ‘Baby kom thuis’, waarop je allerlei apparaatgeluiden hoort wanneer je alleen thuis zit, is ontstaan doordat er hier een storing zat op mijn kabels. Daaruit is de baslijn gegroeid. Het is een kwestie van je openstellen."

Wat ook heel erg opvalt op de plaat is de eenzaamheid die in elke song doorsijpelt. Zelfs in de performance in de clips en op het podium. Waar komt die vandaan? Is dat de melancholische kustjongen in jou?

"Dat zit in mij. Ik ben een dromer en observator. Als kind was ik zeer angstig, ik stotterde ook, wat maakte dat ik extreem verlegen was en me vaak buitenstaander voelde. Ik was geen populaire jongen. Eenzaamheid vind ik ook een heel actueel thema: ondanks alle technologische vooruitgang voelen veel mensen zich eenzaam. In het nummer ‘Johnny Will Be King’ -een favoriet bij kinderen, zo blijkt- zit dat contrast tussen op een podium willen staan, in het middelpunt van de belangstelling, en dat eenzame ook heel erg. Dat werkt wel, merk ik. In Nederland heb ik onlangs het voorprogramma gedaan voor Warhaus, soms stond ik helemaal alleen in een gigantisch decor, voor een grote zaal. Wat de nietigheid van mijn personage extra in de verf zette. Een heel mooi contrast. En dat is de essentie van Johannes Is Zijn Naam: waarachtigheid en fictie in één. Het is een showke, maar het raakt de mensen omdat het zo kwetsbaar is. Dat is mijn smaak van films en boeken. Ze moeten mij zowel doen lachen als huilen, ze zijn niet echt en toch weer wel. Daar schuilt voor mij de magie van kunst in."

Heb je daarbij een concreet beeld in je hoofd?

"Ja! Een scène uit ‘Mulholland Drive’, een film van David Lynch, waarin de twee hoofdpersonages in een obscure, verlaten nachtclub belanden en daar een Spaanstalige opvoering van het nummer ‘Crying’ aanschouwen. Ze moeten huilen. Plots valt die zangeres op de bühne bewusteloos en blijft de zang verderlopen, je beseft dat het een tape is. En toch geloof je dat het echt is. Die scène is mijn DNA als artiest."

Commerciële zelfmoord

De laatste optredens van The Van Jets dateren van vier jaar geleden, twee keer in een uitverkochte AB. Iedereen was achteraf laaiend enthousiast, ook de media. Heb je toen toch niet even gedacht: shit, waarom stoppen we nu ook alweer?

"Ik heb vooral genoten van die shows. Ik vind het juist cool dat we op die manier, met een groots gebaar en op een hoogtepunt, konden stoppen. Dat was ook altijd de bedoeling geweest. Ik was toe aan iets voor mezelf, om vanaf nul opnieuw te beginnen. Vandaar dat ik met Johannes Is Zijn Naam ook in kleine cafeetjes optreed. Dit is een nieuwe start, niet het soloproject van de zanger van The Van Jets. Of zo voelt het althans voor mij. Daarom is dit zo’n compromisloos avontuur, veel scherper en veel meer niche dan The Van Jets, ik vermoed dat meer mensen dit niet zullen snappen. Met The Van Jets heb ik de hoofdpodia op festivals gedaan, met Johannes Is Zijn Naam sta ik liever in een klein tentje of op een zijterrein van een festival."

Het is natuurlijk wel een gok om solo verder te gaan wanneer je uit een populaire groep stapt. Kijk maar naar Bert Ostyn van Absynth Minded, die ook op zijn stappen moest terugkeren. Heb je schrik voor zo’n scenario?

"Neen. Omdat ik het anders aanpak: niet top-down, maar terug vanonder uit beginnen. Hij stond met zijn soloproject meteen in de marquee op Pukkelpop, dat schept hoge verwachtingen. Mijn ambitie met dit project is louter artistiek. Ik had echt geen zin om met The Van Jets een repertoireband te worden die elke show een ‘best of’ speelt. Dat is doodgaan voor mij. Dan ga ik liever terug in een boekenwinkel werken. Met Johannes Is Zijn Naam heb ik geen economische drijfveer… tot frustratie van mijn vrouw en bankrekening. (grijnst) Maar ik zorg wel dat ik genoeg andere manieren vind om geld in het laatje breng, bijvoorbeeld met het componeren van soundtracks."

De plaat eindigt met de zin: “Een vraag brandt bij iedereen op de lippen: hoe moet het nu verder met Johannes Is Zijn Naam?”. Zeg jij het maar. Is dit iets eenmaligs of heb je een lange termijnplan met dit project?

"Het is gestart met het idee dat dit commerciële zelfmoord betekent. Maar ik voelde gewoon dat dit eruit moest. Misschien doe ik volgende keer iets helemaal anders, of misschien evolueert Johannes Is Zijn Naam naar nieuwe formules. Dat ik eerdere nummers herwerk en met drie pianisten optreed bijvoorbeeld. En dan de volgende keer weer helemaal anders. We zien wel, ik heb geen plan -dat was ook niet zo bij The Van Jets trouwens. Al heb ik het gevoel dat ik niet uitverteld ben met de vocabulaire van dit project en dat er nog andere delen van dat universum te ontdekken zijn."

'Johannes Is Zijn Naam' komt op 28 april uit bij N.E.W.S. Records. Tourdata vind je hier.

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top