Ruben Focketyn legde zijn herstelproces vast in een plaat: "Verpakt in dansbare elektronica"

Muziek | ‘Zee van Tijd’ is het eerste album dat Ruben Focketyn onder zijn eigen familienaam uitbrengt. De zanger, songwriter en multi-instrumentalist (en ja, ook de zoon van) begon aan de plaat te schrijven toen hij met een burn-out thuis zat en neemt ons mee in zijn hoofd tijdens een lang proces van zelfreflectie en herstel. “De muziek gaat over de reis van het vingerwijzen naar beseffen dat het ook aan mij lag”, zegt hij in een interview met Pickx.

Door Pickx

Deel dit nieuws

Ruben Focketyn schrijft, zingt en speelt al jarenlang muziek, maar het is de eerste keer dat hij een album uitbrengt waarvoor hij zich geen artiestennaam aanmeet. ‘Zee van Tijd’ komt gewoon uit onder de naam Focketyn, voordien was hij onder andere bekend als Nevada Fellow en Packed Pilgrim. “Dat waren Engelstalige projecten waarmee ik heel leuke dingen heb kunnen doen, maar ik bleef qua tekst op mijn honger zitten. Ik wilde meer vertellen, maar kreeg het er niet uit. Dus ben ik nu in het Nederlands beginnen zingen”, zegt Ruben.

De eerste twee singles, ‘Luchtballon’ en ‘Ongeleid Projectiel’ kwamen eerder al uit. Hoe waren de reacties?

Ruben Focketyn: “Ik krijg veel reacties uit onverwachte hoek. Mijn schoonouders waren niet zo’n grote fans van ‘Luchtballon’, ze vonden het een beetje te bruut. Dat vind ik wel grappig. Maar de meeste reacties zijn heel positief. Vaak als ik iets maak, ben ik na een paar maanden al de grootste criticus van mijn eigen werk. Dat is een beetje de vloek van de artiest, denk ik. Maar bij deze muziek heb ik dat nog niet, ook al bestaan de nummers al anderhalf jaar. Ik vind het nog altijd heel leuk en heb zin om het live te spelen.”

De rode draad in de muziek is je eigen persoonlijke reis?

Ruben: “Dat klopt. Ik heb de plaat gemaakt voor mezelf, alsof er geen publiek was. En net daarom klinkt het heel authentiek, vind ik. Ik kreeg in 2020 een burn-out, en dan begon COVID ook nog eens, wat niet bepaald hielp. Mijn dokter zei dat ik voor een bepaalde periode enkel dingen moest doen voor mezelf, die ik leuk vond. Voor mij is dat muziek maken. Die vorige projecten, waarmee ik vooral americana en folk in het Engels bracht, begon ik wat beu te raken, dus heb ik alles omgegooid.”

Van veel songwriters horen we dat muziek maken therapeutisch werkt, maar voor jou was het letterlijk therapie.

Ruben: “Dat klopt. Ik stelde me de vraag waarom ik in die situatie terecht was gekomen. Of dat een slimme vraag is, laat ik in het midden, want het is heel moeilijk om daar een antwoord op te vinden. Het was een reis van introspectie. Voor een deel wijs ik heel kritisch naar de maatschappij, en dat komt ook in de plaat terug. Social media, die eigenlijk mensen zouden moeten verbinden, maakten me net eenzaam. Ik stel met de muziek de vraag aan anderen: herkennen jullie die eenzaamheid en kunnen we er iets mee doen? Daarnaast gaat het album ook over mijn relatie met externe factoren, en de vaststelling dat je deels zelf verantwoordelijk bent. Jij bent degene die niet genoeg neen heeft gezegd, die te lang heeft doorgewerkt, die niet wist wanneer je moest stoppen. Dus de muziek is ook een uitnodiging om jezelf terug te vinden en een betere versie van jezelf te worden. De plaat is uiteindelijk heel koppig, kritisch en licht ironisch geworden. Het moet natuurlijk leuk blijven, dus ik heb de boodschap verpakt in dansbare elektronica.”

Zonder harnas

Als je het album van begin tot eind beluistert, komt die over als één verhaal, alsof je de muziek in die volgorde geschreven hebt. Klopt dat?

Ruben: “Ja, dat is zo. Maar ik wist niet waar ik mee bezig was. Ik heb door het maken van de plaat vooral beseft dat je dingen kan doen zonder al een doel voor ogen te hebben. Het was gewoon een experiment. Van sommige songs heb ik achteraf pas beseft waar ze eigenlijk over gingen. Soms was het mijn psycholoog die me hielp beseffen waarom ik iets had geschreven. Maar dat mag!”

In de laatste nummers zing je over een utopie en leven zonder harnas. Is dat hoe je je leven nu omschrijft?

Ruben: “Ja, ik ben nu veel beter in loslaten. Het is een cliché, maar zo is het wel. Daarom vind ik het ook leuk om dit album te promoten, ik kan alles relativeren. Ik ben er fier op en we zien wel waar het toe leidt. Ik leef nog steeds de boodschap van de plaat, maar er is ook nog steeds een schaduwkant. Misschien is het een goed idee dat ik af en toe nog eens mijn eigen muziek opzet.”

Heb je de meeste instrumenten zelf ingespeeld?

Ruben: “Ik heb samengewerkt met drummer Wim Geenen, want drummen kan ik niet. Bas, synths, gitaar en wat piano spelen wel, maar ook alleen genoeg voor mijn eigen nummers. Een groot deel van de muziek heb ik thuis in mijn homestudio opgenomen. Daar spendeer ik misschien iets te veel tijd. Ook op de trein heb ik een klein deel ingespeeld met een kleine audio-interface, of door MIDI te programmeren die ik dan later door een analoge synth liet lopen. Nog een deel heb ik op een dakterras in Gent opgenomen. Fenomenaal dat dat allemaal kan. Staf Verbeeck van Stiff Studio heeft dan alles goed gemixt.”

Direct

Het project is heel persoonlijk. Liet zingen in het Nederlands je ook toe om dieper te gaan?

Ruben: “Dat wel, maar schrijven in het Nederlands is echt niet eenvoudiger. Je kijkt pal door een Nederlandstalige tekst heen. Veel beginnende Engelstalige groepen zingen ‘I love you and the sky is blue’, en dat is niet goed, maar ‘Ik hou van jou en de lucht is blauw’ is nog tien keer erger! Het Nederlands is altijd directer dan het Engels, net omdat je je nergens achter kan verbergen. Dat was heel interessant.”

Dat het een heel persoonlijk project is, blijkt ook uit het feit dat je je eigen naam gebruikt. Was je in het verleden terughoudend om dat te doen?

Ruben: “Ja, eigenlijk wel. Je doelt op mijn vader (acteur Frank Focketyn, red.), zeker? Ik werk nu al 15 jaar aan mijn muzikale carrière, ik ben nu 31. Ik wil alles zelf doen, zonder gebruik te maken van die achternaam. Ooit kreeg ik de vraag of ik een interview wilde doen samen met mijn vader, terwijl het eigenlijk moest gaan over een nummer dat ik geschreven had. Dat heb ik toen geweigerd. Het zou zijn alsof mijn vader mijn hand moet vasthouden.”

“Langs de andere kant heb ik er nu wel voor gekozen om mijn muziek onder de naam Focketyn uit te brengen. Het is tenslotte gewoon mijn naam, en ik vind dat het goed bekt. Het klinkt als een raket, dus waarom niet? En als ik lang genoeg bezig blijf, zal de vergelijking ook wel wegtrekken. Lang heb ik het vermeden, maar hoe ouder ik word, hoe meer ik terug wil naar mijn roots. Het leek me logisch om de naam terug te nemen. Ik ben niet naïef, ik weet ook wel dat mensen me nog lang zullen omschrijven als de zoon van, maar ik hoop dat ik kan bewijzen dat ik mijn eigen Focketyn ben. Ik ben een muzikant, geen acteur.”

Ik denk ook dat niemand zit te wachten op een album van je vader.

Ruben: “Ik heb hem ooit horen zingen, ik weet niet of dat een goed idee zou zijn. (lacht)”

Het album komt uit op 31 maart. Wat volgt er daarna?

Ruben: “We zijn volop aan het repeteren met een liveband. We hebben nog niet zoveel shows geboekt, maar dat is bewust, want ik wil pas spelen als het echt goed zit. Op 20 mei doe ik wel een try-out in het jeugdhuis waar ik de burn-out heb gekregen (Govio in Kalmthout, red.). Een deel van de opbrengst gaat naar het jeugdhuis en een deel gaat naar Kom op tegen Kanker. Mijn familie doet al jaren heel veel voor die organisatie, maar zij kruipen gewoonlijk op een koersfiets. Ik hou niet van koersen, dus geef ik maar een concert.”

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top