Artiest van de week: Dans Dans keert "terug naar de essentie"

Muziek | “De beste versie van een song is altijd anders dan we hadden gepland.” Dat zegt Bert Dockx, naast frontman van de band Flying Horseman en songsmid van twee soloalbums ook de gitarist van het eigenzinnige trio Dans Dans. Op 30 september verscheen hun zesde album, passend getiteld ‘6’, en daarom zetten wij hen in de kijker als onze artiest van de week. Pickx sprak met Bert Dockx over het nieuwe album.

Door Pickx

Deel dit nieuws

Wie Dans Dans in een genre wil onderverdelen (Jazz? Rock? Avant-garde?) schiet gegarandeerd tekort. Bert Dockx (gitaar), Frederic ‘Lyenn’ Jacques (basgitaar) en Steven Cassiers (drums) volgen vooral hun intuïtie om bezwerende, verrassende en geheel unieke instrumentale muziek te maken. Herkenbare elementen zijn de cassetterecorder waarmee Dockx bandjes door zijn gitaar-elementen laat weerklinken, de explosieve climaxen en het feit dat een nummer nooit twee keer exact hetzelfde klinkt. Fans moesten vijf jaar wachten op het album ‘Zink’ dat in april 2021 verscheen. Het nieuwe album ‘6’, dat enkele dagen in de rekken ligt, liet minder lang op zich wachten.

Bert Dockx: “Heel het concept van dit album is dat het snel en spontaan tot stand is gekomen. We merkten ineens dat we alle drie wat tijd hadden om samen muziek te maken. We wisten dat we nog enkele uitgestelde optredens van ‘Zink’ zouden spelen en besloten dat het leuk zou zijn om ook wat nieuwe muziek te spelen. Wie weet komt er wel een EP van, dachten we. Maar het liep goed en al snel hadden we genoeg voor een album. Zowel met de titel als met het artwork hebben we gekozen om het heel droog te houden, om Dans Dans te presenteren zoals het is. De muziek keert op een manier ook terug naar de essentie.”

Hoe zou je de essentie van Dans Dans definiëren?

Dockx: “Dat zijn wij drieën – Frederic, Steven en ik – die samen muziek maken. Daar draait het om, meer nog dan om hoe het moet klinken. Het geluid is een onvrijwillig gevolg van onze samenwerking. Niet dat we daar met de vorige albums ver van zijn afgeweken, maar doordat we nu zo weinig tijd hadden (we hebben in twee weken tijd en acht repetities van nul een album gemaakt) vielen we terug op wat we kennen. We moesten op onszelf en de anderen vertrouwen.”

Ontstaat jullie muziek aan de schrijftafel of tijdens de repetities?

Dockx: “Het is altijd een combinatie. Voor ‘Zink’ konden we samen jammen, opnames maken, luisteren en echt samen componeren. Nu is de basis van bijna elke song een compositie van één van ons. Dat schreven we voor we de studio in gingen of tijdens een repetitieronde. Zo staat er een nummer op dat ik ’s morgens voor een repetitie middenin het proces heb geschreven. Dat is steeds een heel eenvoudig idee waar we dan collectief op werken en dat is wat van belang is voor het eindresultaat. We hebben elk onze eigen stijl als we componeren, maar de manier waarop we er achteraf samen mee aan de slag gaan is belangrijker dan wie het eerste idee heeft geschreven.”

“Op het nieuwe album staat bijvoorbeeld ook een nummer dat ik een jaar geleden al had geschreven en dat op mijn soloalbum ‘Safe’ staat. Toen ik dat nummer schreef, vond ik meteen dat het iets was voor Dans Dans, maar toen zagen we elkaar net een hele tijd niet. Dus het is op die soloplaat beland. Zodra we het met ons drie speelden, was het duidelijk dat het meer een Dans Dans-nummer was. De nieuwe versie is veel beter! Zo hebben we met Dans Dans ook een nummer gespeeld dat Frederic jaren voordien had uitgebracht op een album van Lyenn (het soloproject van Frederic Jacques, red.). Je merkt meteen dat het nummer een specifieke identiteit krijgt als we er samen mee aan de slag gaan.”

Puur natuur

Deze plaat is opgenomen in twee dagen. Dat klinkt heel intens.

Dockx: “Ja, we hadden echt weinig tijd. Één nummer was totaal nog niet af en hebben we in die twee dagen nog moeten herwerken in de studio. Dus het was heel intens. Volgende keer nemen we toch drie dagen.”

Als er nog zoveel geëxperimenteerd wordt in de studio, lijkt het moeilijk om tot een samenhangend geheel met een duidelijke spanningsboog over het hele album te komen.

Dockx: “Daar denken we wel wat aan als we de studio in duiken. Hebben we niet teveel songs die op elkaar lijken? Is er genoeg variatie? Maar we gaan niet heel hard in detail. In de studio proberen we dan een zo goed mogelijk versie te maken van elk nummer. We maken heel veel afspraken over hoe we de nummers zullen spelen, maar het is moeilijk om die allemaal te onthouden. Altijd vergist iemand zich wel en dat leidt net tot heel goede versies. Vaak staat op het album die ene versie die eigenlijk verkeerd is gelopen. In de studio heb je de luxe dat je kan knippen en plakken of stukken opnieuw kan spelen, maar dat doen we eigenlijk heel weinig. Op de nieuwe plaat zelfs bijna niet. Alles is heel puur natuur.”

“Ik ben degene die het meest bezig is met elementen zoals de spanningsboog en de lengte van de nummers. Ik kan het niet laten. Frederic wil dan weer dat we zo veel mogelijk contact behouden met onze intuïtie. Ik ben de controlefreak en hij wil beslissingen nemen in het moment. Steven is de stabiele factor, de draaischijf tussen Frederic en mij. Hij moet het in goede banen leiden. Ik heb wat neuroses die gevoed moeten worden, maar ondertussen weet ik wel dat dat gedeeltelijk nutteloos is. De beste versie van een song is altijd anders dan we hadden gepland.”

Op de eerste albums van Dans Dans zijn nummers vaak opgebouwd met een thema, improvistaie, en een herneming van dat thema, net als in de meer traditionele jazzmuziek. Op de latere albums wordt daar steeds meer van afgeweken. Keren jullie met ‘6’ ook in die zin terug naar de essentie?

Dockx: “Die structuur zit er wat in gebakken door de voorgeschiedenis van Dans Dans. Eerst speelde ik in een trio met een andere, meer traditionele jazzdrummer  en een contrabassist. We speelden “echte” jazz, zoals nummers van Thelonius Monk. De bezetting wisselde af en toe. Toen Steven erbij kwam, was ik al even met Frederic aan het spelen. Vanaf het moment dat we met ons drieën muziek maakten, wisten we: “dit is het”. Niet lang erna kwam dan de eerste plaat. Die jazzstructuur is blijven hangen, ook al was de muziek al heel anders dan in die beginjaren. Nu komt het nog af en toe terug, maar veel minder dan toen. Op ‘Zink’ is er dan weer een andere structuur die vaak terugkeert, maar dat hebben we pas achteraf beseft. Veel nummers op die plaat hebben een plotse breuk, waarna de sfeer helemaal verandert. Op de nieuwe plaat hangt het van nummer tot nummer af.”

“Eigenlijk is onze muziek zo anders dan wat je normaal jazz zou noemen, dat het niet echt opvalt dat we een jazzstructuur volgen. Er zijn ook veel typische aspecten van jazzmuziek die we niet gebruiken. Een jazzstandard is opgebouwd uit steeds terugkerende akkoordschema’s, en dat doen wij bijvoorbeeld niet. Wij gebruiken eerder lange akkoorden en communiceren visueel met elkaar dat we naar een ander akkoord gaan. Elk deel heeft een onbepaalde lengte en door visuele tekens te geven, weten we naar welk deel we gaan.”

Dat geeft jullie veel ruimte om de nummers op het podium te transformeren. Hoe belangrijk is live spelen voor jullie?

Dockx: “Alles draait rond live spelen. We willen onze muziek in persoon kunnen communiceren aan een publiek. De albums zijn daar een weerslag van. Ik ben nog steeds gehecht aan het oubollige systeem van albums uitbrengen, maar eigenlijk doen we dat toch vooral om met die muziek te kunnen touren. Op zich is er niet zo’n groot verschil tussen de nummers op de plaat en de nummers zoals we ze live brengen. Op de plaat krijg je gewoon eerdere versies. De nummers evolueren en toevallig kiezen we er op een bepaald moment voor om het op te nemen, maar nadien blijven ze verder evolueren.”

Jullie hebben heel wat optredens gepland de komende maanden, ook in het buitenland. De reputatie van Dans Dans blijft er groeien.

Dockx: “Ja, eigenlijk wel. Het is de eerste keer dat we in Istanboel spelen. We weten al een tijdje dat er in Turkije veel naar onze muziek geluisterd wordt via Spotify en nu kunnen we er eindelijk eens optreden. We hebben altijd geprobeerd om zo veel mogelijk in het buitenland te spelen. Vaak is dat heel bescheiden. De eerste keer speel je in een café, twee jaar later mag je terugkeren in een clubje. We staan er niet voor duizend man te spelen, maar dat vind ik persoonlijk niet erg. Als ik kan kiezen, treed ik nog het liefst op in cafés, waar de mensen heel dicht staan en er vaak niet eens een podium is. Een groter podium is ook een leuke uitdaging en is op een andere manier aangenaam, maar een kleiner zaaltje vind ik nog steeds ideaal.”

Welke visuele elementen mogen we bij de optredens verwachten?

Dockx: “In onze eerste periode hebben we geëxperimenteerd met live visuals en daar hebben we heel mooie dingen mee gedaan, maar daar zijn we nu wat vanaf gestapt. Ik denk dat mensen het gewoon leuk vinden om ons te zien reageren, te zien welke pedalen we gebruiken, welke grimassen we trekken… Frederic heeft elke tour meer instrumenten mee, zoals synths die hij met handen en voeten bespeelt. Dat is een soort ruimtestation geworden. Ik ben dan weer een zenuwpees op het podium. Ik zit vaak op mijn knieën aan knopjes te draaien of cassettejes te zoeken. Dat is volgens mij het leuke om te zien.”

Dans Dans is de komende maanden onder andere te zien in De Roma, de Handelsbeurs, de Ancienne Belgique en Cactus Muziekcentrum. Tickets en info vind je op deze website

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top