Waarom zijn er steeds minder tijdritkilometers in de Tour?

Sport | Alvorens het peloton naar de straten van Parijs trekt, traditioneel de eindhalte in de Tour de France, krijgen de renners vandaag een klimtijdrit van 36 kilometer voorgeschoteld richting La Planche des Belles Filles. Het zijn overigens dit jaar de enige tijdritkilometers. Hoe komt dat? Waarom zien we steeds minder ritten tegen de klok in de Ronde van Frankrijk?

Door Pickx

Deel dit nieuws

De tijd dat een lange, individuele tijdrit op het programma stond in de Tour ligt al een tijdje achter ons. In 2014 won Tony Martin nog de tijdrit naar Perigueux, toen over een afstand van 54 kilometer. Sindsdien serveert de Tour kortere tijdritten, meestal rond de 30 kilometer. Dat tijden veranderen, mag duidelijk zijn. In 1947 won de Belg Raymond Impanis de langste tijdrit ooit in de Tour. De afstand: 139 kilometer. In de jaren 80 zag je geregeld nog tijdritten van 60, 70 en zelfs 80 kilometer. Vanwaar dat grote verschil in de rondes van vandaag?

Minder dominantie

Vooral in de jaren 90 gaan de eerste stemmen op om individuele tijdritten in te korten. Niet echt verwonderlijk. Ene Miguel Indurain luidde in die periode een nieuw tijdperk in. De Spanjaard koppelde zijn klimtalenten aan een sterke tijdrit, waardoor de Tour vaak snel beslecht was.

Wanneer Lance Armstrong dat idee nog meer perfectioneert, zien we vanaf de jaren 2000 het gemiddeld aantal tijdritkilometers stevig naar omlaag gaan: van 119 kilometer gemiddeld in de jaren 90 naar 90 kilometer gemiddeld in de jaren 2000. Die trend zette zich dit decennium drastisch verder, naar gemiddeld ongeveer 50 tijdritkilometers.

“We wegen het aantal tijdritkilometers zorgvuldig af. De verschillen zijn er veel doorslaggevender geworden dan bij aankomsten bergop”, zei Tourbaas Chistian Prudhomme er ooit over. “In een lange tijdrit zouden verschillen van 4 à 5 minuten worden genoteerd, verschillen die tegenwoordig in de bergen nooit meer worden goedgemaakt”, vult wieleranalist José De Cauwer aan.

Weinig interesse

Veel neutrale wielerfans lopen daarnaast ook niet meteen warm voor tijdritten. Het is reeds bewezen dat de belangstelling bij het televisiepubliek een pak kleiner is bij tijdritten. Meestal gebeurt er ook vrij weinig. De beelden zijn vaak hetzelfde: een renner die zichzelf afbeult op het asfalt, vechtend tegen de klok.

Desalniettemin kunnen tijdritten voor memorabele momenten zorgen. Denk maar aan de Tour van 1989. In de slottijdrit in Parijs zette Greg LeMond een achterstand van 50 seconden om in een eindzege. De Amerikaan won de Tour met een verschil van 8 seconden op de Fransman Laurent Fignon, nog steeds het kleinste verschil tussen een winnaar en nummer twee in de Tour. “Ook voor het publiek ter plekke is een tijdrit een hoogdag. Ze kunnen picknicken langs het parcours en voortdurend renners zien”, aldus De Cauwer.

Dat een Fransman het onderspit moest delven in 1989, is evenzeer tekenend. Dat het gemiddeld aantal tijdritkilometers daalde, heeft ook met enig Frans chauvinisme te maken. Indien renners als Richard Virenque of Romain Bardet goeie tijdrijders waren geweest, zou het Tourschema er allicht anders uitzien, klinkt het in de wandelgangen.

Ontdek alle informatie over de Ronde van Frankrijk via deze link!

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top