Dit is het profiel van de volgende Tour de France-winnaar

Sport | De Tour de France winnen is de natte droom van elke wielrenner. Sommige renners zijn door Moeder Natuur begiftigd met enkele fysieke voordelen die hun kansen op eindwinst gevoelig verhogen. Welke rennersprofielen hebben de grootste kansen om op het hoogste schavotje te pronken in Parijs? Welke renners zijn uit het beste hout gesneden? Een analyse.

Door Pickx

Deel dit nieuws

Het hoeft geen betoog dat een pretendent voor eindwinst in de Tour een allrounder moet zijn die van alle markten thuis is. Maar waar de Tour niet wordt gewonnen in vlakke sprintersetappes, wordt het verschil vaak wel gemaakt in de bergen. Het is dus voordeliger om over stevige klimmersbenen te beschikken dan over een turboversnelling om je stempel te drukken op het algemeen klassement.
 
Het parcours mag dan wel elk jaar anders ogen, het format blijft hetzelfde. Vlakke etappes worden afgewisseld met tijdritten en bergetappes, waarvan de zwaarste een haast onmenselijk stijgingspercentage bevatten. De Tour van 2020 is gekruid met negen bergetappes en veel aankomsten bergop. Gesneden koek voor de berggeiten in het peloton die over verfijnde stuurmanskunsten beschikken om in de afdalingen een bres te slaan met de rest. Sprinters komen deze editie minder aan hun trekken, met slechts een handvol sprintersetappes.

Best of both worlds

Ondanks het feit dat het rondeparcours heel wat hoogtemeters telt, verwachten analisten dat het verschil zal gemaakt worden in de twintigste etappe: de individuele tijdrit. Dat zit zo: de kopmannen met tijdritcapaciteiten die tegen de wereldtop aanschurken, zoals Tom Dumoulin en Primož Roglic, zijn in staat om een zodanig tempo te ontwikkelen op de bergflanken dat rasechte klimspecialisten haast geen significante tijdswinst kunnen boeken op hen. Klimmers als Egan Bernal en Vincenzo Nibali zullen hun chrono’s in de tijdrit moeten aanscherpen willen ze de schade beperken, want de voorsprong die ze op de steile aankomsten in de bergen zullen uitbouwen op de concurrentie zal gering zijn.
 
En dus zou de tijdrit in de eindfase van de Tour weleens doorslaggevend kunnen zijn. Die eindigt dan wel met een stevige kuitenbijter, de gruwelijk steile Planche des Belle Filles (5.9km aan 8.5%) waar onze landgenoot Dylan Teuns vorig jaar nog triomfeerde, maar serveert daarvoor wel 30 km aan vlakke wegen.
 
Slechts een handvol renners in het peloton bezitten zowel de tijdrit- als de klimcapaciteiten om een grote ronde te winnen. Pure tijdritspecialisten verliezen doorgaans te veel tijd in de bergen om aanspraak te maken op een ereplaats, terwijl volbloed berggeiten hun uitgebouwde voorsprong kwijtspelen in de tijdritten. Dumoulin en Roglic bezitten best of both worlds, zonder daarvoor in beide domeinen absolute wereldtop te zijn.

Plooien in de bergen

Het beste bewijs was de Tour van 2007, die maar liefst 117 individuele tijdritkilometers telde. Eindwinnaar toen was Alberto Contador, een klimspecialist. Tijdritklasbak Dennis kon tijdens de bergetappes niet in het spoor blijven van andere tijdrittalenten als Froome, Dumoulin en Roglic. Een renner zoals Bernal kon de schade in de tijdrit beperken tot een paar minuten, om Dennis daags nadien twintig minuten aan te smeren in de bergen.  
 
Maar andersom geldt hetzelfde principe: zelfs de beste klimmers moeten een bovengemiddelde chrono laten optekenen in de tijdrit om kans te maken op eindwinst. Het exploot van Bernal om zijn verlies op Thomas te beperken tot minder dan 90 seconden in de individuele tijdrit van vorig jaar legde toen de basis voor zijn triomf. Vincenzo Nibali, de winnaar van 2014, is een opperbeste klimmer die niet te boek stond als een sterke tijdrijder, maar zichzelf oversteeg met een vierde plaats in de individuele tijdrit van zijn winnende Tour. Zelfs Carlos Sastre, wellicht de zwakste tijdrijder die de voorbije jaren een Tour won, moest alles uit de kast halen in de individuele tijdrit om de eindzege veilig te stellen in 2008. Zijn chrono was minder dan dertig seconden trager dan die van de veel sterkere tijdrijder Cadel Evans, die uiteindelijk het zilver zou halen in Parijs.
 
De boodschap voor de mannen die in de gele trui de Champs-Élysées willen oprijden is dus duidelijk: de klimgeiten verslijten best het zadel van hun tijdritfiets, terwijl de tijdritspecialisten best alle jus uit hun benen persen in de bergen. En hou die twintigste rit in de gaten.

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top