In de jaren ’60 maakte regisseur Blake Edwards school met
The Pink Panther, een film over de stuntelige Franse inspecteur Clouseau, die er gedurende het oplossingsproces van de misdaden die hij op zijn bord kreeg, continu een boeltje van maakte en zijn baas Charles Dreyfus zo tot de wanhoop dreef dat de man in een psychiatrische kliniek terechtkwam. Lachen, gieren, brullen met Peter Sellers, die de hoofdrol met verve vertolkte. Dankzij het succes kwam er een hele reeks vervolgfilms. Na het overlijden van Sellers werd nog een paar keer tevergeefs geprobeerd om de serie nieuw leven in te blazen:
Roberto Benigni en
Steve Martin kropen in de huid van Clouseau, maar die pogingen gingen in filmkritische middens de geschiedenis in onder de noemer beschamend. De filmserie ontleende z’n naam aan het onderwerp van de eerste film: de diefstal van een kostbare diamant, de Pink Panther. Uit de begingeneriek van die film, met een roze panter in de hoofdrol, ontstond het tekenfilmpersonage The Pink Panther.