Artiest van de week ADJA: "Mijn songs ontstaan vanuit het fysieke"

Muziek |

De Brusselse artieste Adja Fassa valt niet in een hokje te duwen. Noch op geografische, noch op artistieke wijze. Maar daar laten we haar graag zelf meer over vertellen. Proximus Pickx interviewde ADJA naar aanleiding van haar eerste EP ‘Ironeye’, die op 24 februari uitkwam.

Door Pickx

Deel dit nieuws

Adja Fassa (29) volgde een theateropleiding aan het KASK. Tot ze besefte dat het niet helemaal haar ding was, op reis vertrok naar India en Nepal, daar zichzelf en de yoga-spiritualiteit beter leerde kennen, en terugkeerde met het idee om aan het Leuvense Conservatorium jazz en zang te studeren. Toen ook dat niet helemaal haar wereld bleek te zijn, drong zich de vraag op: wat nu? Het antwoord bleek uiteindelijk simpel: waarom kiezen als je gewoon al die talenten en passies kunt verenigen?

Het resultaat is ADJA, haar artiestennaam waaronder heel veel schuil gaat: performance, theater, spoken word, muziek. Dat laatste uitte zich eerder al in een zegetocht tijdens het Soundtrack-concours in 2021 en nu in een eerste EP: ‘Ironeye’, op 24 februari uitgebracht bij Sdban Records. Een soulvolle mix van oprechte, introspectieve gospel en scherpe, soms humoristische teksten.

“Maar ik ben er ondertussen achter dat ik toch water bij de wijn zal moeten doen”, nuanceert Adja die eclectische creativiteit enigszins. “Ik wilde voor de komende concertenreeks allerlei zaken integreren in mijn shows, maar tijdens de repetities merkte ik dat dat technisch moeilijk wordt. Het zal dus stapje per stapje moeten evolueren naar het totaalconcept dat ik voor ogen heb.”

“Deze EP is eigenlijk hoofdstuk twee van een drieluik. Elk hoofdstuk legt de nadruk op een andere discipline. Hoofstuk 1 van mijn ‘Adjabet’ -een symbolisch alfabet, een reis door mijn onderbewustzijn- was een performance op basis van kleuren. Elke kleur symboliseerde een introspectieve dialoog. Rood ging bijvoorbeeld over de relatie tussen mij en mijn moeder. Ik maakte van die kleuren een personage en kwam zo tot een collage van allemaal momenten van de voorbije tien jaren in mijn leven. De EP is daar een uitloper van: tijdens het maken van Hoofdstuk 1 ontvouwden zich allerlei muzikale ideeën in mijn hoofd… dat zijn die vijf nummers op mijn EP geworden. Heel concreet, een goed contrast met de eerder abstracte insteek van Hoofdstuk 1.”


Was het makkelijk om je stem te vinden en te weten welke muzikale richting je wilde inslaan?

“Ik had vroeger wel al geprobeerd eigen muziek te schrijven, maar nooit iets afgewerkt. Nu, als zesjarige al deed ik niets liever dan gedichten voordragen op familiefeesten. Ik liep rond met een cassetterecorder en interviewde dan familie en vrienden. Van daaruit is de liefde voor theater gegroeid, waar ik al jong emoties leerde projecteren en mijn lichaam als instrument te gebruiken. Wat de overstap naar zang klein maakt. Ik speel daar graag mee: ik kan soms uren aan een stuk op mijn kamer één zin blijven herhalen en daar allerlei zangvariaties op bedenken. Zo komen mijn songs ook tot stand, vanuit dat fysieke en vanuit die vibratie. Dat voelt heel erg natuurlijk aan, een echt cadeau eigenlijk.”

Je zachte soulstem is heel aangenaam om naar te luisteren, maar contrasteert sterk met de soms scherpe teksten en vinnige humor. In die zin vind ik jouw nummers wel verwant aan wat Charlotte Adigèry doet, zij het dan in een heel ander genre.

“O wauw! Merci daarvoor. Een fijne vergelijking. Ik ken haar niet persoonlijk, maar ik voel dat wij gemeenschappelijke inspiratiebronnen hebben: het theatrale, het kleinmenselijke, mindfulness. Blij te horen ook dat je naar mijn teksten luistert -daar moet ik soms mijn muzikanten nog van overtuigen. (lacht) Vanuit het theater wist ik dat als je bombast, overgave en directe emoties te serieus brengt dat snel te zwaar wordt. Als je daar wat dynamiek en luchtigheid insteekt, komt dat makkelijker binnen. Dat heb ik ook in mijn persoonlijke leven moeten leren: ik was in mijn vriendengroep vaak diegene die de confronterende, zware gesprekken aanging. Door de jaren heen heb ik geleerd dat af te wisselen met humor.”

Een van jouw inspiratiebronnen is Erykah Badu. Het valt me bij heel veel hedendaagse, jonge artiesten op dat zij teruggrijpen naar die grand dame uit de R&B en soul. Kan jij eens uitleggen waarom dat zo is?

“Erykah Badu was voor mij eerder de soundtrack van mijn jeugd dan een directe muzikale inspiratiebron. Los van haar relaxte muzikaliteit gaan haar teksten dikwijls over dicht bij jezelf blijven. Soms mag je door het leven kabbelen en rustig rondkijken, het hoeft niet altijd hard te gaan. Dat schenkt toch een bepaalde rust. Wat maakt dat haar muziek heel dankbaar is om steeds naar terug te grijpen. Maar puur naar mijn eigen muziek toe zijn D’Angelo en Hiatus Kaiyote van grotere invloed geweest.”

Die laatste ken ik niet, moet ik bekennen…

“Ze hebben enkele jaren geleden enkele hitjes gehad. (begint spontaan hun populairste nummer ‘Nakamarra’ te zingen, nvdr) De zangeres Nai Palm heeft ook een prachtig soloproject. Er zit de complexiteit van jazz in, maar het klinkt toch erg soulvol en rijk aan invloeden. En heel poëtisch geschreven. Het gospelaspect van D’Angelo blijft ook aan mij kleven, vooral dan zijn achtergrondkoor The Hamiltons: die zijn ongelooflijk! Zoiets wil ik nog vinden. Verder haal ik inspiratie bij Cubaanse muziek uit de jaren 70: Los Zafiros, heel sexy en prachtige samenzang.”

Je hebt in maart een aantal concerten op het programma staan, wat mogen de mensen verwachten: een mix van spoken word, performance en muziek?

“Ahaaa, daarvoor zullen de mensen moeten komen kijken. (lacht) Verrassing!”

Je kunt ADJA live zien in onder andere Beursschouwburg (1/3), De Centrale (15/3), De Roma (16/3), 30CC/Schouwburg (19/3) en Cactus Club (23/3). Haar debuut EP ‘Ironeye’ is sinds 24 februari uit bij Sdban Records.

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top