Clouseau gaat voor zesde MIA: “Alles wat we nu maken, moet de moeite waard zijn”

Muziek | Clouseau wist al drie keer de MIA voor de beste groep te winnen – de band rond Koen en Kris Wauters won er in totaal vijf – en is dit jaar opnieuw genomineerd in die categorie. Als gevestigde waarde nemen ze het op tegen heel wat jong geweld. “Het geeft ons het gevoel dat we er nog bij horen”, zegt Koen Wauters in een interview met Pickx.

Door Pickx

Deel dit nieuws

Clouseau ontstond in 1984 in Sint-Genesius-Rode, het geboortedorp van broers Koen en Kris Wauters. Intussen zijn ze al decennialang een begrip in de Nederlandstalige popmuziek. Ze speelden 124 keer in het Sportpaleis en brachten in 2022 hun veertiende Nederlandstalige langspeler uit: ‘Jonge Wolven’. Als Clouseau op 26 januari de MIA in de categorie Groep wint, zou dat al hun zesde zijn. Het blijft een waardevol teken van erkenning, zegt zanger Koen Wauters.

Koen Wauters: “Ik wil het belang van zo’n nominatie niet onderschatten. Als we genomineerd worden, laat staan als we winnen, is dat een bevestiging dat we goed bezig zijn en nog altijd iets maken dat mensen bereikt en dat goed bevonden wordt. Dat is niet evident na zovele jaren. Het geeft ons het gevoel dat we er nog bij horen. We horen soms dat we behang geworden zijn, dat het normaal is dat we er zijn, dat er niets verrassends meer aan is. In die zin zouden we het ook niet raar vinden mochten we niet genomineerd worden.”

Het bevestigt dat jullie meer zijn dan enkel maar behang?

Koen: “Het klinkt misschien raar, maar het is zo evident geworden dat we er staan, dus ik denk dat we niet de eersten zijn waar mensen aan denken om op te stemmen. Anderzijds hebben we de afgelopen jaren wel veelvuldig getourd en de reacties en de ambiance zijn wonderlijk. In die zin verrast het me ook weer niet dat we genomineerd zijn. We bereiken nog altijd veel mensen.”

Toen ‘Jonge Wolven’ vorig jaar verscheen, stond in de marketingtekst: “Wie dacht dat Koen en Kris na meer dan 37 jaar Clouseau wat gas zouden terugnemen, komt bedrogen uit.” Krijgen jullie die opmerking soms, dat het genoeg geweest is?

Koen: “Nee, maar we gaan er wel vanuit dat er mensen zijn die denken dat we het eens wat rustiger aan zullen doen. En dat is in zekere zin wel zo. In 2023 gaan we niet waanzinnig veel spelen. We hebben de laatste twee jaar veel opgetreden en Vlaanderen is maar een zakdoek groot, je kan niet altijd op dezelfde plaatsen terugkeren. Dus sommige periodes komen we niet veel naar buiten. Intussen zijn we dan bezig met nieuwe nummers schrijven. We zijn wel nog altijd even gedreven en gebeten. Nog meer dan vroeger zelfs. Kris en ik zijn ouder dan 55, dus hoe lang zullen we nog gezond genoeg zijn? We hebben nu 14 albums gemaakt, we gaan er niet nog 14 maken. Dus alles wat we nu maken, moet godverdikke de moeite waard zijn.”

Schrijven jullie in 2023 al aan het volgende album?

Koen: “Niet specifiek, maar ik noteer wel constant woorden, zinnen, ideeën, flarden tekst… Als we dan beginnen aan een nieuw album, kan ik terugvallen op wat ik al verzameld heb. De wereld staat nooit stil, wat dat betreft. De inspiratie kan altijd toeslaan en dan moet je het capteren, anders ben je een uil.”

In 2024 bestaat Clouseau 40 jaar. Wordt het dan weer drukker?

Koen: “Ja, dan wordt het weer vollen bak. We gaan veel spelen en vieren. Ik ben heel dankbaar voor die 40 jaar, ik ben er heel fier op. We zijn nu aan het onderzoeken of we sportpaleizen kunnen doen en in die zomer willen we zowel in België als in Nederland veel spelen. Dus het is goed dat we ons dit jaar nog even inhouden. Soms zeggen mensen dat ze ons al volgen sinds ‘Anne’, of zelfs sinds ‘Brandweer’ (de eerste single van Clouseau, red.). Als je zo’n lange band opbouwt met je publiek, dan moet je dat vieren.”

De impact van een aperitiefconcert

Jullie stonden al 124 keer in het Sportpaleis. Tellen jullie die optredens nog?

Koen: “Op 1 april staan we er ook, maar dat is geen avondvullende show van Clouseau, dus dat tellen we niet mee. Het is al enkele jaren geleden nu, maar het is waanzinnig dat we daar al die shows hebben mogen doen. Als we er nog eens staan, wat wel onze bedoeling is, dan vraag ik me af in welke mate het publiek van toen nog eens zal komen. Het is altijd afwachten. In elk geval zullen we er weer vol adrenaline staan. In onze eerste jaren zouden de zenuwen ons belemmerd hebben, maar nu al lang niet meer.”

Het begon allemaal in 1984 in Sint-Genesius-Rode met een aperitiefconcert. Wisten jullie toen al dat jullie dit zouden blijven doen?

Koen: “Nee, het heeft veel langer geduurd. Snel na dat optreden kregen we de vraag of we ook eens konden spelen in een jeugdhuis een dorp verder en zo ging de bal aan het rollen. We bleven altijd twee keer per week repeteren, ook wanneer het wat stilviel. Nadien gingen we dan op café zitten dromen over hoe we ooit ons leven zouden vullen met muziek. Mijn broer zei eens dat hij ervan overtuigd was dat we tienduizend expemplaren zouden kunnen verkopen als we een plaat uitbrachten. Iedereen lag dubbel van het lachen. ‘Arrogant! Hoe durf je dat zeggen?’ Het kwam niet in ons op om van muziek ons beroep te maken. Zo heeft dat de eerste twee jaar aangemodderd.”

“Dan hebben we geluk gehad, want Kris heeft een cassette, een opname van een concert, afgegeven aan Jokke Kerkhofs, toen programmator bij Studio Brussel en Marktrock in Leuven. Die was de cassette eigenlijk al vergeten, maar toen hij op een zondagochtend zijn auto aan het wassen was, besloot hij om die toch eens op te zetten. Hij vond het best tof, en zocht nog een groep om de eerste avond van Marktrock te openen. Hij kon kiezen tussen ons, Vaya Con Dios en nog een derde groep. Vaya Con Dios had net een hit gehad, waardoor zij al teveel geld vroegen. Clouseau stelde niets voor, dus vroeg hij aan ons of we wilden spelen voor een onkostenvergoeding. “Natuurlijk! Graag!”, zeiden we. Het werd ons eerste grote optreden.”

“Dan hadden we nog het geluk dat Hans Kusters met ons een plaatje wilde uitbrengen. Alle grote firma’s hadden ons al geweigerd. Ze zagen geen brood in Nederlandstalige pop. Maar Kusters gaf ons wel een contract. Het was niet lucratief, integendeel, maar plots was het spel wel vertrokken. We werden gedraaid op de radio, dan kwamen VTM en ‘Anne’, en alles ontplofte. Dat aperitiefconcert heeft dus uiteindelijk wel zijn impact gehad. Je moet ergens beginnen, he.”

Hebben jullie op een bepaald moment beseft dat die droom van tienduizend platen waar jullie nog mee lachten op café helemaal omver geblazen zou worden?

Koen: “Dat besef is veel later gekomen, toen er al een paar honderdduizend exemplaren verkocht waren van de eerste plaat. We stonden er amper bij stil. We zaten op een rollercoaster, zodat we ons niet echt bewust waren van wat er gebeurde. We beseften wel dat die droom in veelvoud overschreden werd. Het werd straffer dan we ooit durfden dromen. Dat was bijzonder, we moesten het koesteren. We zagen in dat het een privilege was.”

Tegenwoordig wordt er gesproken van een volwassener Clouseau. Wat pakken jullie nu anders aan dan toen?

Koen: “We proberen nog altijd een jeugdig enthousiasme aan de dag te leggen. Maar toen we onze eerste twee platen maakten, wisten we zo goed als niets. We hebben het geluk gehad dat we konden leunen op de ervaring van onze producer Roland Verlooven. Zo leerden we het vak. Vroeger maakten we ook geen tijd om nummers te schrijven. We deden het tussen de soep en de patatten. We deden alles door elkaar: schrijven, optreden, promo voeren… Het was gewoon niet meer overzichtelijk. Nu maken we tijd in onze agenda om nummers te schrijven. Je leert alles beter doen. Als je naar een verzamelbox luistert, waarin de nummers door de jaren heen chronologisch staan, hoor je een zanger die beter leert zingen, die het begint te snappen. Je hoort een groep die beter weet wat ze wil en je hoort de nummers daardoor ook beter worden.”

Bij Pickx laten we vaak jonge en beginnende artiesten aan het woord. Welke lessen zou je hen als ervaren artiest kunnen meegeven?

Koen: “Nummers, nummers, nummers. Uiteindelijk komt het allemaal daarop neer. Je mag de meest fantastische look hebben, de beste interviews geven of de de grootste marketingcampagne hebben – als de song die je brengt het publiek niet raakt, zal het niet werken. Je moet goede songs hebben. Dus je moet veel schrijven, er veel en hard aan werken. Hoe meer je schrijft, hoe beter de nummers zullen worden. Je zal er in elk geval niet slechter door worden. Daarnaast moet je ook trouw blijven aan jezelf. Er zijn nog nooit zoveel kanalen geweest om muziek te beleven en manieren om muziek te maken, dus je kan maar beter je eigenheid in de verf zetten. Als je trouw blijft aan wie je bent en wat je op muzikaal vlak wil doen, kan je je onderscheiden van de rest. Dan kan je een verschil maken.”

Staat er nog iets op de bucketlist van Clouseau?

Koen: “Ik zou het zalig vinden om nog een paar nummers te schrijven die zullen blijven hangen, ook wanneer wij straks dood en begraven zijn. Dat is het leukste aan de job. Je begint met een blanco papier en creëert iets dat jaren later nog altijd op prijs gesteld wordt. De verkoopcijfers van vroeger gaan we niet meer halen en we zijn te oud geworden voor internationale ambities, dus onze dromen gaan over nummers.”

De liveshow van de MIA's is op donderdag 26 januari te bekijken vanaf 20u40 op Eén en Pickx+. Bekijk een pre- en aftershow rond de MIA's live op Pickx+.

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top