Wouter Bouvijn recreëerde een woelig tijdperk in ‘1985’: “Emotioneel en universeel”

Series | Op het afgelopen Film Fest Gent presenteerden scenarist Willem Wallyn en regisseur Wouter Bouvijn de eerste twee afleveringen van de nieuwe serie ‘1985’, die vanaf zondag 22 januari op Eén te zien is. We spraken met Wouter Bouvijn over de veelbelovende serie die zich afspeelt in de rangen van de de rijkswacht en de VUB in de eerste helft van de jaren 80. “Dat het verhaal ook in het buitenland universeel aanvoelde, is het grootste compliment dat we konden krijgen”, zegt hij.

Door Pickx

Deel dit nieuws

In ‘1985’ volgen we drie jongeren die van het Lovendegemse platteland naar het grote Brussel trekken om er aan de rest van hun leven te beginnen. Marc (Tijmen Govaerts) en Franky (Aimé Claeys) sluiten zich aan bij de rijkswacht en Vicky (nieuwkomer Mona Mina Leon), de zus van Franky, gaat studeren. Al snel komen ze in aanraking met de schaduwkanten van hun nieuwe levens. Tegen een achtergrond van gewelddadige conflicten, corruptie, de opkomst van de CCC en de vorming van de Bende van Nijvel, proberen ze elk hun weg te vinden.

Het verhaal draait rond waargebeurde feiten, maar toch is het een fictieserie geworden. Hoe belangrijk vonden jullie het om die gebeurtenissen waarheidsgetrouw weer te geven?

Wouter Bouvijn: “Mijn insteek was vooral dat het fictie was, maar voor Willem (Wallyn, red.) ligt dat anders. Hij kent de feiten beter dan ik, hij heeft ze ook zelf meegemaakt. Voor mij gaat het verhaal over drie jonge mensen die van het platteland komen en aan het leven beginnen. Ze worden heel snel geconfronteerd met die donkere tijd. Ik zie de waargebeurde feiten als een context waardoor ze op jonge leeftijd keuzes moeten maken. De feiten moeten natuurlijk kloppen, maar het is ook geen documentaire. Door vanuit het standpunt van die fictieve jongeren te schrijven, wordt het een emotioneel en universeel verhaal.”

“De serie is in april op CanneSeries in première gegaan. We waren bang dat het verhaal misschien te Belgisch zou zijn, want van het publiek daar kende waarschijnlijk zo goed als niemand de Bende van Nijvel. Maar dat het ook daar universeel aanvoelde, was het mooiste compliment dat we konden krijgen. Het gaat over opgroeien, keuzes maken en je plattelandse onschuld verliezen. Op het einde word je dan geconfronteerd met archiefbeelden, en dan gaat ook in het buitenland een belletje rinkelen. ‘Het is dus toch niet allemaal fictie?’”

Series in de cinema

Nu is de serie in ons land in première gegaan op Film Fest Gent. Voelt dat als een thuismatch?

Wouter: “Ja, maar dat betekent niet dat we geen zenuwen hadden. In Cannes stonden we in een tot in de nok gevuld Palais des Festivals, maar buiten de ploeg kenden we niemand. Dus dat was spannend, maar nu kende ik de helft van de zaal. Het waren vrienden en familie. Iedereen was hier, dus mijn hartje was heel klein.”

Intussen kent het publiek jullie werk natuurlijk al, en is het al goed bevonden.

Wouter: “Misschien, maar je bent maar zo goed als je laatste project en je wil altijd blijven evolueren. Met ‘De Twaalf’ heb ik nogal een binnenkomer gehad. Ik had onderschat hoe groot het succes daarvan zou worden. Maar elk nieuw project gaat altijd met andere zorgen gepaard. In dit geval kregen we bijvoorbeeld met corona te maken. We hebben het geluk gehad dat niemand ziek is geworden en dat we niets hebben moeten stilleggen – behalve toen echt alles afgelast was – maar dat was toch een grote creatieve oefening. Hoe konden we het er toch groots laten uitzien? Wanneer je een volle hal met rijkswachters ziet, waren er eigenlijk maar twintig aanwezig op de set. Het is straf hoeveel je met CGI kan doen. En dat kwam ook op een ander vlak goed uit. Vind maar eens tweehonderd rijkswachtkostuums die er nog goed uitzien!”

Hoe is je persoonlijke band met Film Fest Gent?

Wouter: “Toen ik aan het RITCS studeerde in Brussel, mochten we elk jaar een weekje brossen, op voorwaarde dat we naar hier kwamen (lacht). Ik heb hier ook op kot gezeten en het festival lag me nauw aan het hart. Daarom was het ook wel teleurstellend toen mijn kortfilm ‘Tweesprong’ hier niet geselecteerd was (lacht). Dat vond ik pijnlijk! Ik stond er wel mee in Leuven en heb er een Studentenoscar mee gewonnen, dus goed, maar ik vond het toch heel jammer dat ik niet in Gent stond. Maar dan zijn ‘De Twaalf’ en ‘Red Light’ hier wel in première gegaan. Het is heel bijzonder voor me om die series in de cinema te kunnen vertonen. Ik voel me ook meer filmmaker dan televisiemaker, maar er zijn tegenwoordig veel filmmakers die de overstap maken. Dat is leuk, maar ik hoop uit de grond van mijn hart dat de cinema daardoor niet doodbloedt. Ik houd mijn vingers gekruist voor de film die dit najaar uitkomen, zoals ‘Close’, ‘Rebel’ en ‘Zillion’. Ik hoop het publiek komt kijken. Aan de kwaliteit van de films zal het in elk geval niet liggen!”

De jaren 80 zijn heel liefdevol gerecreëerd in ‘1985’. De uniforms en motorpakken van de rijkswacht ogen zeer authentiek. Hoe wek je een tijdperk zo tot in de puntjes tot leven?

Wouter: “Alle eer naar Sophie Van den Keybus, die chef kostumering was. Zij heeft enkele originele pakken gevonden en er bijgemaakt. Het was een heftige rit voor haar, want ook elke figurant moest aangekleed worden. We konden hen niet zomaar vragen om een wollen trui mee te nemen van thuis. Ze heeft heel veel gedaan. En dan gaat er nog eens altijd iets kapot dat niet kapot mag gaan. In de eerste aflevering is een vechtscène te zien, daarbij kan een authentiek pak kapot gaan. Hetzelfde geldt voor de wagens. Elke wagen die we gebruikten, reed niet meer op het einde van de draaidag. Dan moesten we die in beeld duwen. Dat gebeurt constant.”

Ook de locaties zijn heel authentiek. Is alles op locatie gefilmd of is er ook met studiosets gewerkt?

Wouter: “De woonsten van de personages hebben we allemaal gevonden. Natuurlijk moesten we ze nog wat inkleden, maar er zijn er wel wat te vinden. Wat we deels moesten nabouwen, is de rijkswachtkazerne. Die bestaat nog, maar wordt nu gebruikt als ateliers voor de VUB en is redelijk bouwvallig. Het bureau van kolonel Herman Vernaillen (Peter Van den Begin, red.) hebben we daar op locatie met houtwerk aangekleed. Het was niet in het oorspronkelijke bureau van de echte Vernaillen, we zijn al blij dat we de oorspronkelijke kazerne konden gebruiken. Maar daar konden we het middenplein niet gebruiken, dus daarvoor hebben we een kazerne in het Waalse Jambes gebruikt. Het was een stevig werkje om het allemaal goed te krijgen.”

Hoe belangrijk is die authenticiteit voor een serie als deze?

Wouter: “Heel belangrijk. Veel mensen die dit zullen zien, hebben die tijd bewust meegemaakt. Een mooi compliment is als mensen zeggen dat ze net terug in de tijd gekatapulteerd werden. Daarom hebben we in de intro ook cassettejes en oude versterkers gebruikt. Stijn Verhoeven, onze art director, liet niets aan het toeval over. We hebben ook bewust gekozen voor een kleurenpalet van tinten geel, bruin en oranje. Je kan de jaren 80 ook veel kleurrijker in beeld brengen, maar daar wilde ik van wegblijven. Ik ben ook blij dat geen enkele acteur een opgeplakte snor of pruik op heeft. We hebben wel geprobeerd om Aimé Claeys een plaksnor te geven, maar op de eerste draaidag hebben we die er weer vanaf getrokken. Daar beginnen we niet aan.”

Progressief en Belgisch

Ook de muziek is heel authentiek. We horen bijvoorbeeld T.C. Matic in de opening, Tijmen Govaerts danst erop.

Wouter: “We waren aan het monteren in de periode dat Arno aan zijn afscheid bezig was, dus het was zeker een bewuste keuze om die muziek te gebruiken, maar het nummer zal ook tijdens het draaien al in mijn hoofd. Het mocht gerust progressief en Belgisch zijn. Wanneer we konden, zijn we altijd voor de Belgische keuze gegaan. Tijmen liet zich er helemaal op gaan. Hij heeft zich laten inspireren door videoclips uit de jaren 80. Hij had het heel goed voorbereid, ik heb er weinig aan moeten regisseren.”

Het is ook een heel Belgisch project in de zin dat het een samenwerking is geworden tussen de VRT en de RTBF, wat uniek is in ons land. Hoe is dat verlopen?

Wouter: “Het was van in het begin vanzelfsprekend dat het een echt Belgisch verhaal moest zijn en dat dus de openbare omroepen aan beide kanten van de taalgrens eraan moesten meewerken. Het is leuk om eens wat nieuwe gezichten te zien. Dan merkten we wel dat we elkaar als makers nog niet goed genoeg kennen. Gelukkig komt daar stilaan verandering in. Als ik tegen een acteur zei dat ik ‘De Twaalf’ had gemaakt, waren ze makkelijker aan boord te krijgen. Dat geldt ook in de andere richting. Sinds ik ‘La Trêve’ en ‘Pandore’ heb gezien, kijk ik veel meer naar Waalse programma’s.”

Een van de nieuwe gezichten in ‘1985’ is Mona Mina Leon, die voordien vooral theateractrice was. Veranderde dat je manier van regisseren?

Wouter: “Dat viel goed mee. Mona sprong er bij de casting duidelijk uit want ze heeft een mooie naturel. Ik heb haar niet heel strak moeten regisseren. Ik heb veel met haar gepraat over het personage, maar heb haar niet als een marionet moeten regisseren. Sommige theateracteurs – en filmacteurs trouwens ook – spelen hun rol wat uitvergroot, maar mijn stijl is net om heel klein te spelen. Dat weten de acteurs denk ik meteen. Het wordt ook al duidelijk wanneer we intense lezingen van het scenario organiseren, waarbij we ook hun inbreng vragen. Dankzij die voorbereiding stonden we veel zelfzekerder op de set. Iedereen wist al wat er te doen stond. Het enige uitdaging bij Mona was dat ze Brussels is en dus Gents moest leren. Haar accent is toch heel overtuigend, dat horen we ook van het Gentse publiek. Ze heeft er wat stress voor, maar ze verdient de grootste complimenten.”

Bekijk '1895' vanaf zondag 22 januari om 20u55 op Eén of waar je ook bent via Pickx.be of de Pickx-app.

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top