Monteur Nico Leunen: “Als monteur ben je pas echt een meerwaarde als je de regisseur praktisch én psychologisch begeleidt”

Films |

Films doorlopen een heleboel stappen voor wij ze te zien krijgen in de bioscoop. Een van die stappen is de montage en daar is Nico Leunen expert in. Belgiës meest gevraagde monteur werkte eerder al aan films als ‘Ad Astra’, ‘Beautiful Boy’ en ‘Broken Circle Breakdown’. Pickx sprak met hem over wat zijn job inhoudt, Hollywood en dromen voor de toekomst.

Door Pickx

Deel dit nieuws

Een film monteren is veel meer dan enkel wat beelden aan elkaar plakken, toch kunnen velen zich moeilijk inbeelden wat een monteur precies doet. Hoe om schrijf jij je job?

Ik zou kunnen zeggen dat ik de film in elkaar steek, want dat is natuurlijk waar het om gaat. Maar naar mijn mening ben je als monteur pas echt een meerwaarde wanneer je de regisseur zowel praktisch als psychologisch begeleidt tot het afwerken van de film na de opnames. Het is namelijk een zeer confronterend proces, want meestal loopt de regisseur al jaren met een droombeeld van de film rond. Op de set is alles nog leuk, omdat iedereen zich werpt op het realiseren van die droom. De realiteit slaat echter pas toe tijdens de montage, wanneer blijkt dat bepaalde dingen niet zijn wat de regisseur in gedachten had. De ontgoocheling die dan vaak ontstaat, mag niet blijven hangen. Ik zorg er dus voor dat daar iets mooi voor in de plaats komt.

Wordt een film dan echt pas gevormd tijdens de montage?

In mijn volledige carrière heb ik al aan ruwweg zestig langspeelfilms mogen werken en daarvan is er misschien één die voor 90% in de volgorde beland is die de regisseur voor ogen had. Dat is enerzijds eigen aan het soort films waaraan ik werk, maar anderzijds is het een feit dat films – zeker als ze in mijn handen zijn – zelden de structuur van het scenario aanhouden. Letters op papier weerklinken namelijk anders eens ze in beeld worden gebracht. Een geschreven stilte is moeilijk te lezen, terwijl een stilte in beeld net veel betekenis heeft.

Wil dat zeggen dat jij dan als monteur in zekere zin het laatste woord hebt over de film?

De film heeft altijd het laatste woord, niet ik of de regisseur. Als organisme vraagt een film bepaalde dingen en jij moet daar als monteur of regisseur naar luisteren. En als het goed is, is iedereen het daar sowieso mee eens.

Hoe was het om in het begin van je carrière zo’n grote verantwoordelijkheid op je te nemen?

In het begin van mijn carrière had ik eigenlijk minder angsten dan nu, want als je jong bent, vlieg je er gewoon in. Bovendien zijn de mensen waarmee je werkt meestal ook even jong en sta je niet zo stil bij de verantwoordelijkheid. Al hangt dat natuurlijk wel af van het project. De druk ligt hoger tijdens een film van bijvoorbeeld 300 miljoen dollar, dan bij één die 10.000 euro budget heeft. Maar ik doe mij best om me dat niet te laten beïnvloeden. Ondertussen heb ik genoeg zelfvertrouwen opgebouwd om te weten dat als ik goed werk lever voor films met een laag budget, ik dat ook kan voor films met een hoog budget. De taak blijft uiteindelijk dezelfde.

Je hebt ook al een paar Hollywoodfilms op je naam staan als monteur. Hoe verschillend is de werkwijze hier ten opzichte van daar?

Het hangt ook hier allemaal af van het project. Mijn eerste Hollywoodfilm was ‘Lost River’, het regiedebuut van Ryan Gosling, en die werkwijze was eigenlijk niet zo verschillend. Gosling is een superster, maar het ging om een best goedkope film waar geen grote studio achter zat. Ik woonde een half jaar bij hem thuis en we monteerden samen in de kelder. De ideale binnenkomer voor mij in Hollywood dus, aangezien het net zo voelde als wanneer ik met Fien (Troch, nvdr.) en Felix (Van Groeningen, nvdr.) samenwerk. Met als enige verschil de persaandacht en de premières eens de film uitkwam.

Mijn meest recente Hollywoodproject, ‘Ad Astra’, kan je dan weer op geen enkele manier vergelijken met werken hier. Voor zo’n grote en dure sciencefictionfilm moet je ten eerste verantwoording afleggen aan de studio. En ten tweede wordt er gewerkt met hard money, wat wil zeggen dat iemand persoonlijk investeert, en het geld niet van subsidies komt. Als je dan aan tafel zit tegenover iemand die in zijn eentje 150 miljoen dollar uitgeeft aan de film, weet je dat het jouw taak is om die persoon gelukkig te maken. Daarnaast werd ik ook niet ingehuurd door regisseur James Gray, maar door hoofdrolspeler en producer Brad Pitt. Het is ook met hem dat ik aan de film gewerkt heb, iets wat hier ondenkbaar is.

Zoals je daarnet al vertelde, werk je vaak samen met Fien Troch en Felix Van Groeningen. Hoe belangrijk is het voor jou om films te maken met mensen die je kent?

Iedereen in het leven is een vreemde, voor je ze leert kennen. Fien en ik volgden Johnny Jewels werk bijvoorbeeld al lang. Voor de soundtrack van Fiens film ‘Kid’ hebben we zelfs inspiratie geput uit zijn muziek. Het toeval wil nu dat ik een half jaar later met Ryan Gosling samenwerkte, die op zijn beurt werkte met Jewel als muzikant. Zo hebben we elkaar leren kennen en heb ik hem kunnen vragen om aan de soundtrack voor Fiens volgende film te werken. Dat is hoe het vaak gaat. Maar naast leren kennen, is het belangrijk dat je op dezelfde lijn zit. Als je moet samenwerken met iemand waarmee het niet klikt, ga je dat zien in het eindresultaat. Gelukkig gebeurt dat echt niet vaak.

Zijn er nog samenwerkingen of projecten waar je van droomt?

Toen ik voor het eerst een agent onder de arm nam, zei ik dat ik ervan droomde om samen te werken met Derek Cianfrance. Dat is gebeurd, want samen hebben we aan de HBO-serie ‘I Know This Much Is True’ gewerkt. Ik zou in de toekomst graag nog samenwerken met de Mexicaanse regisseur Amat Escalante, maar boven alles hoop ik nog veel films te maken met mijn vrouw Fien. Dat blijft toch het bijzonderst.

Monteur Nico Leunen, Chromatics-frontman Johnny Jewel en regisseur Fien Troch gaan op 21 oktober in gesprek op Film Fest Gent. Meer info vind je hier.

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top