Pickx@the festivals: SONS raast door het Belgische festivalseizoen

Festivals |

KluB-C van Rock Werchter werd al weggeblazen en in Duitsland speelden ze in het voorprogramma van de grote Jack White, maar de topzomer van SONS is nog lang niet ten einde. Maandag 8 augustus brengen onze favoriete Wase garagerockers de Lokerse Feesten op een kookpunt en zes dagen later doen ze dat ongetwijfeld nog eens over tijdens de eerste editie van het HEAR HEAR-festival in Kiewit. Proximus Pickx had een exclusief gesprek met bandleden Robin en Arno.

Door Pickx

Deel dit nieuws

A 1, a 2, a 1-2-3-4! Gááán! Beter kunnen we de muziek van SONS niet samenvatten. Een energiebom van begin tot eind, zowel live als op plaat. Zo bevestigt ook weer hun nieuwste worp ‘Sweet Boy’, de opvolger van de fel gesmaakte debuutplaat ‘Family Dinner’ uit 2019. De eerste single uit dat nieuwe album, ‘Nothing’, deed het alvast weer even goed als de vorige singles ‘Ricochet’, ‘Waiting On My Own’ en ‘I Need a Gun’. Allemaal veelgedraaide radiohits.

Sinds ze begin 2018 de talentenwedstrijd De Nieuwe Lichting wonnen, rijden Robin Borghgraef (zang/gitaar), Jens De Ruyte (bas/zang), Arno De Ruyte (gitaar) en Thomas Pultyn (drums) een naadloos parcours. In de slipstream van bands als Black Box Revelation, Equal Idiots of The Sore Losers bewijst het viertal uit Melsele dat ons land nog heel wat jong, fris gitaargeweld in de aanbieding heeft. Bewakers van de authentieke punkrock en garagerock, maar dan met een eigentijdse twist. Zo voelen ook Robin en Arno het aan, die speciaal voor Pickx tijd maakten om eens terug- en vooruit te blikken.

“Wat wij doen is inderdaad niet vernieuwend, maar toch denk ik dat we niet zomaar een Led Zeppelin-coverband zijn”, bedenkt Arno (vernoemd naar de betreurde Arno Hintjes overigens). “We zingen niet over de Viëtnam-oorlog ofzo -dat zou pas belachelijk zijn (lacht)- maar schrijven teksten over hedendaagse onderwerpen en experimenteren met verschillende sounds of pedaaleffecten. Op die manier trekken we die klassieke punkrock toch de moderne tijd in. Maar het klopt wel dat wij het oeroude concept respecteren: luid spelen en knallen!”.

Pickx: Al een paar keer werd de klassieke gitaarmuziek dood verklaard. Hoe staan jullie tegenover de nieuwe tendensen in het muzieklandschap?

Robin: “Dat gitaarrock op sterven na dood zou zijn, vind ik eerlijk gezegd bullshit. Kijk gewoon al eens naar de festivalaffiches: de gitaren zijn overal. Ook al hebben hip hop en dance duidelijk aan belang gewonnen, zeker in de media, maar rock is een veel opener genre geworden. De tijd dat het enkel een ruige kerel met lang haar en een leren jas bekoort, ligt al een tijdje achter ons. Tegenwoordig zie je bijvoorbeeld heel veel vrouwen in de rockscene.”

Arno: “Tienermeisjes dragen nu T-shirts van Blink 182.” (lacht)

Pickx: Hebben jullie die liefde voor gitaren meegekregen van thuis uit? Blijkbaar refereert jullie bandnaam ook naar die band tussen jullie vaders, die bevriend zijn met elkaar.

Robin: “Mijn pa was een johnny, die ging naar de Zillion enzo… (lacht) Ik heb het rockgenre vooral zelf ontdekt, via vrienden. En via de skatewereld. Bij Arno ligt dat anders, die kreeg dat echt mee van thuis.”

Arno: “Klopt. Mijn vader, een hippie, luisterde vooral naar de rock uit de jaren 70 en 80, maar ook The Smashing Pumpkins heb ik bijvoorbeeld via hem leren kennen. Onze vaders delen hetzelfde stamcafé in Melsele, Jens is een neef van mij, dus wij kennen elkaar al ons hele leven, maar ook Robin en Thomas kennen we al sinds onze prille jeugdjaren. Ik denk dat het onze ouders wel vertrouwen gaf dat ze de families kenden.”

Pickx: Zij zien hun SONS nu excelleren op de podia van Rock Werchter en Pukkelpop. Best een maf gegeven.

Robin: “Dit jaar heb ik mijn vader voor de eerste keer backstage meegenomen, een topmoment! Je moest hem zien glunderen.”

Arno: “Mijn pa is onze grootste fan, ik denk dat de meeste views op ons You Tube-kanaal van hem komen.”


Energieke shows

Pickx: Op Rock Werchter konden jullie een eerste maal de nieuwe plaat ‘Sweet Boy’ aan een groot publiek presenteren. Met het gewenste effect?

Robin: “Dat was de max! Voor mij persoonlijk eigenlijk een van de zotste shows die we al gespeeld hebben, de energie die daar voelbaar was maar ook de reacties achteraf. Van publiek én pers.”

Arno: “We moeten daar niet onnozel over doen: goeie recensies doen deugd. Zeker op Werchter, net als Pukkelpop en Lokerse Feesten zijn dat speciale data op de kalender. Dan wil je er toch staan.”

Robin: “Het klinkt misschien arrogant maar ik vond het ook goed dat we deze keer in de tent stonden, dan konden we iets meer onze lichtshow uitspelen en er een eigen geheel van creëren dan enkele jaren geleden op de mainstage.”

Arno: “Bij die KluB-C weet je dat de mensen speciaal voor jou komen. Vorige keer speelden wij enkele uren voor Pearl Jam, dan sta je daar voor die hard fans van die band te spelen. In een tent kan je toch een andere ambiance teweegbrengen.”

Pickx: En de reacties op het nieuwe songmateriaal?

Robin: “Ik denk dat de intensiteit op onze nieuwe plaat in dezelfde lijn ligt als de vorige, dus in die zin blijft het wel herkenbaar voor ons publiek. Ik was wel verrast dat mensen meezongen met ‘Sweet Boy’, wat niet eens als single werd uitgebracht. Misschien moeten we dat wel doen. En ‘Bike’ was in onze ogen vooral een studionummer, maar plots blijkt dat tijdens optredens iets teweeg te brengen, waardoor het nu eigenlijk incontournable is geworden op onze setlist. Zo krijgt dat toch weer een andere invulling dan je vooraf dacht. Dat is het leuke aan je nieuwe plaat live spelen.”

Arno: “We schrijven onze nummers trouwens steeds vanuit een live-mentaliteit.”

Pickx: Is toeren de beste manier om als band te groeien? Eigenlijk bestaan jullie nog niet zo lang, pas in 2016, twee jaar voor de overwinning in De Nieuwe Lichting, zijn jullie een groep gaan vormen.

Robin: “Van veel samen te spelen leer je sowieso het meest. Maar we repeteren ook best veel, dat is even waardevol.”

Arno: “Wij zijn begonnen met ons tweeën, dat waren heel lange repetities, tot in de vroege uurtjes.”

Robin: “Wij hebben altijd in verschillende bands gespeeld, ook al kenden we elkaar wel. Eens we ouder werden, bloeide die muziekscene in Melsele wat dood en besloten we samen iets anders te proberen.”

Arno: “Mijn neef Jens hebben we dan gedwongen om zijn gitaar in te ruilen voor de basgitaar.”

Robin: “En Thomas hebben we erin geluisd door hem eens uit te nodigen voor een jam. Maar hij vond het zelf zo tof dat hij meteen zelf voorstelde om nog eens terug te komen. En zo ontstond SONS.”

Pickx: Jullie shows zijn gekend vanwege hun energie, maar wat ik mij afvraag: hoe krijgen jullie jezelf in de juiste flow om vanaf de eerste minuut zo te knallen?

Robin: “Goh, die adrenaline bouwt vanzelf op. Dat begint eigenlijk al vanaf ’s ochtends, dat we voelen: er staat iets te gebeuren. Dat we elkaar constant vertellen hoeveel zin we hebben om erin te vliegen. Een gezonde nervositeit ook: zou er wel genoeg volk komen? Daar komen dan ook de nodige high fives of fist bumps aan te pas. Vlak voor een optreden loop ik dan wat te ijsberen en de echte ontlading komt er vanaf het moment dat we op dat podium stappen. Dan komt er plots een soort energie los.”

Arno: “Dat hebben we door die coronapandemie wel plots beseft: wij hebben die live shows nodig om die energie kwijt te kunnen. Ik denk dat we die optredens nog bewuster beleven nu, de vorige jaren voelden meer als een sprookje.”

Pickx: Het moet ook deugd doen om na twee jaar van restricties weer voluit te kunnen rocken. Jullie muziek was niet echt gebaat bij het zittend gegeven van de voorbije festivalzomers. Hoe zijn jullie daar mee omgegaan?

Robin: “We hebben de vorige zomers hier en daar wat optredens gedaan, maar inderdaad minder dan voorheen. We wisten dat onze muziek niet echt tot zijn recht zou komen bij een zittend publiek. Maar we hebben aan onze shows niet veel aangepast, we speelden de shows alsof er niets aan de hand was, met de gebruikelijke energie, maar helaas zonder moshpits.”

Arno: “Soms was het tof om de mensen in hun bubbeltje aan tafel toch te zien bewegen, maar inderdaad, we wisten dat er weinig zieltjes te winnen vielen in die constellatie. Dus hebben we ons daarin wat terughoudend opgesteld. Het had ook geen zin om ons plots in een andere gedaante te presenteren, met een akoestische set ofzo. Dat kan je doen als je een gevestigde waarde bent en al een naam hebt gemaakt, maar nu zou het wat vreemd geweest zijn om jezelf als band te gaan profileren bij een nieuw publiek zonder je eigenheid te bewaren.”


Zwanzen met Jack White en Metallica

Zijn jullie zelf festivalgangers?

Robin: “Ja, toch wel. Ik ga al dertien jaar elk jaar naar Rock Werchter met mijn pa. En Pukkelpop meestal ook. Dit jaar ben ik maar twee dagen kunnen gaan, daarna moesten we het voorprogramma van Jack White gaan spelen in Duitsland… dan was de keuze toch snel gemaakt.”

Pickx: Hoe was dat, het voorprogramma verzorgen van Jack White?

Robin: “Het waren twee shows. Het eerste, in Leipzig, hebben we hem niet gezien. Hij kwam pas vlak voor de show uit zijn tourbus en was nadien ook snel weer weg. Maar de tweede show in Berlijn stond hij plots bij ons in de backstage om een babbeltje te doen: we hebben het gehad over koetjes en kalfjes, en over de bezienswaardigheden in Berlijn.”

Arno: “Episch! In Leipzig was er toch wat nervositeit. Het moest allemaal snel gaan, ook onze soundcheck.”

Pickx: Leren jullie op zulke momenten iets van zo’n vedette?

Robin: “Ik was vooral onder de indruk van de productie en de organisatie er rond.”

Arno: “De maniakale manier waarop ze met alle details van de show bezig zijn. De kleuren van de huidige tour zijn bijvoorbeeld zwart-wit-blauw. Wel, dat blauwe wordt zelfs doorgetrokken naar de lichtjes in de zaal. Die worden overplakt met blauwe tape, zodat de hele omgeving die blauwe gloed krijgt. Zelfs de gangen en de backstage. Of de kledij van de medewerkers: iedereen draagt daar eenzelfde uniform. Vroeger vond ik dat wat pompeus, maar nu vond ik wel dat dat werkte: je creëert er een community-gevoel mee.”

Robin: “En puur muzikaal zijn gitaarsound natuurlijk. Met heel veel fuzz en effecten, net waar wij zelf ook zo van houden.”

Pickx: Op HEAR HEAR delen jullie de affiche met The Pixies, iets om naar uit te kijken?

Robin: “Ik ben grote fan, op Werchter was ik zwaar onder de indruk van hun show. Ik kijk er dus al geweldig naar uit om ze tijdens HEAR HEAR vanaf de zijkant van het podium te kunnen bezig zien. En wie weet zelfs backstage eens te ontmoeten. Op Werchter hebben we wel de mannen van Metallica ontmoet. Een speciaal moment, maar daar kan Arno beter zelf over vertellen…”

Arno: “We stonden sidestage tijdens het optreden van Turnstile. Plots stonden Robert Trujillo en James Hetfield naast ons. Trujillo vroeg dan na een tijdje of ik een foto van hem kon nemen... waarna we nog wat grapjes maakten en high fives uitwisselden. (lacht) Maar op zo een momenten praat ik van mens tot mens, ik ga dan echt niet vertellen dat ik zelf ook muzikant ben. Op HEAR HEAR kijk ik er wel naar uit om Thurston Moore te zien. Lijkt me een aanspreekbare mens en ik ben een gear nerd, dus ik zou met hem wel eens willen praten over al zijn gitaareffecten.”

SONS kan je live zien op maandag 8 augustus vanaf 20u op het podium van de Lokerse Feesten, en op zondag 14 augustus vanaf 12u15 tijdens de eerste editie van het HEAR HEAR-festival in Kiewit (Pukkelpopweide). 

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top