Dit zijn de steilste bergpassen uit de wielersport

Sport | De Ardense klassiekers liggen zo goed als achter ons en daarmee verdwijnen de vele Waalse beklimmingen weer voor een jaar uit onze hersenpan. Echte wielerfans weten dat deze heuvels echter klein bier zijn in vergelijking met de steile bergpassen die aangedaan worden in andere landen. Welke dat zijn, lees je hier.

Door Pickx

Deel dit nieuws

Mont Ventoux - Frankrijk

We steken van wal met een van de beroemdste beklimmingen uit de wielerwereld: de Mont Ventoux. Deze berg in het zuiden van Frankrijk is 1910 meter hoog. Er zijn meerdere parcours richting de top van de berg waarvan eentje ongeveer 1617 meter lang is en een gemiddelde hellingsgraad van 7,43% bevat. De eerste 5,8 kilometer van deze beklimming bevat een hellingsgraad van 3,9%, de overige 16 kilometer hebben een hellingsgraad van 16,6%. Tijdens de laatste kilometers steekt er ook een strakke wind de kop op die elke renner tot het uiterste drijft. De gemiddelde professionele wielrenner doet gemiddeld genomen iets langer dan één uur over de beklimming, maar in 2004 slaagde de Spaanse renner Iban Mayo erin om naar de top van de Mont Ventoux te rijden in 55 minuten en 51 seconden.

Passo dello Stelvio - Italië

Maar ook in Italië kan er duchtig geklommen worden. Op de Stelviopas bijvoorbeeld. Deze bergpas, die in het noordoosten van Italië ligt, is 2758 meter hoog en een van de hoogste verharde bergpassen in de Alpen. Een van de beklimmingen die daar kan worden gedaan, bedraagt 24,3 kilometer en overbrugt ondertussen 1808 hoogtemeters. De Stelviopas bevat (aan de noordkant) 48 haarspeldbochten die elke wielrenner het zweet op het aangezicht doen krijgen en de gemiddelde hellingsgraad bedraagt 7,4%. Op sommige stukken bedraagt de hellingsgraad zelfs 14%. 

De bergpas werd 13 keer opgenomen in de Giro d’Italia. In 2012 won Thomas de Gendt de toenmalige twintigste etappe in de Giro op de top van de illustere bergpas. Hij werd dat jaar ook derde in de Giro.

Alto de El Angliru - Spanje

In Spanje gaan de gesprekken veelal over de Alto de El Angliru. Dat is een steile bergweg in het noordwesten van Spanje met een top die op 1570 meter ligt. De berg mag dan wel minder hoog zijn dan de Mont Ventoux of de Passo dello Stelvio, toch staat hij bekend in de wielerwereld om zijn gemiddeld stijgingspercentage (in het zuiden) van 10,1% en zijn klim van 12,5 kilometer. Vooral op de laatste 6 kilometer bijten renners zich steevast de tanden stuk, daar geldt immers een gemiddeld stijgingspercentage van 13,1%. Op het allerlaatste stuk zijn er trouwens ook stukken met uitschieters van 23,6%, 18% en 21% hellingsgraad.

De Hardknott Pass - Verenigd Koninkrijk

Het Verenigd Koninkrijk bevat dan wel geen ellenlange bergpassen zoals ze die in Italië, Frankrijk of Spanje hebben, toch zijn daar ook enkele korte en verraderlijke beklimmingen die elke wielrenner op de knieën kunnen krijgen. Neem bijvoorbeeld de Hardknott Pass in het noordwesten van het Verenigd Koninkrijk. Die bergpas is ‘slechts2,6 kilometer lang, maar heeft wel een hellingspercentage van maar liefst 33%. Dat percentage laat ook niet lang op zich wachten want zodra je de bergpas op rijdt moet je opboksen tegen een hellingsgraad van gauw 30%. Pas vanaf de laatste 800 meter zakt het percentage naar tussen de 20 en 25%. Klinkt dat allemaal nog te doen? Bedenk daar dan maar een strakke, zeer strakke wind bij.

Dante's View - USA

In het oosten van de Amerikaanse staat Californië ligt Death Valley, een woestijnvallei waar zelfs de meest taaie dier- en plantensoorten maar met moeite kunnen overleven. Aan de rand van Death Valley kan je een uitzichtpunt bezoeken, genaamd Dante’s View. Dat punt ligt op 1669 meter hoogte en kan je ook met de fiets bezoeken. Vooraleer je op die top staat, moet je een 64,8 kilometer lange weg beklimmen met een gemiddeld hellingspercentage van 4%. Dat is te doen, denk je? Weet dan dat de laatste kilometers een hellingsgraad bevat van maar liefst 13%.

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top