We schrijven 11 mei 2006. In het Nederlandse Sittard spelen de Rode Duivels, die zich niet konden kwalificeren voor het
WK in Duitsland, een
oefenduel tegen WK-deelnemer
Saudi-Arabië.
René Vandereycken nam voor zijn tweede interland als bondscoach een wit konijn op in zijn selectie:
Tom Caluwé, actief in de Eredivisie bij
FC Utrecht.
Die fleurde zijn
debuut al in de derde minuut op met het
openingsdoelpunt: voor de ogen van drieduizend toeschouwers zette hij een verdediger in de wind met een opwippertje boven diens hoofd, waarna hij de keeper van dichtbij verschalkte. Een halfuur later zou
Bart Goor een vrije trap in eigen doel deviëren met het hoofd en stonden de bordjes weer gelijk. Na rust maakte
Anthony Vanden Borre het winnende doelpunt voor de Belgen.
De Rode Duivels waren toen niet te vergelijken met het
sterrenelftal van nu. De spoeling was dun, anders dan de weelde van nu. Naast Caluwé stonden nog
drie nieuwe namen in het basiselftal voor het oefenduel:
Stijn Stijnen debuteerde onder de lat.
Pieter Collen debuteerde in de verdediging en
Steven Defour op het middenveld. Voorts stonden nog een jonge Thomas Vermaelen, Philippe Léonard, Anthony Vanden Borre, Timmy Simons, Karel Geraerts, Bart Goor en
Kevin Vandenbergh op het wedstrijdblad. Slechts
vier onder hen speelden op dat moment in het buitenland: alle vier in
Nederland.
Aan de rust moesten nieuwkomers Caluwé en Collen baan ruimen voor
Nathan D'Haemers, nog een debutant, en
Carl Hoefkens. Ook
Wim De Decker maakte toen zijn enige cap voor de Rode Duivels, als vervanger van Geraerts. Als vierde viel ook
Thomas Buffel aan de rust in voor Vermaelen.
De bondscoach kon de prestatie van Caluwé wel smaken, want ook voor de volgende twee oefeninterlands zat de polyvalente middenvelder bij de selectie. Hij kwam daarin echter niet aan spelen toe. “Ik kan me nog herinneren dat ik me tegen Turkije wat heb warmgelopen”, vertelde Caluwé in 2018 aan Sporza. “Uiteindelijk ben ik niet meer ingevallen, op dat moment wel wat teleurstellend. Maar er stond met Vincent Kompany, Mousa Dembélé, Steven Defour, etc.. een nieuwe generatie te trappelen. Het was ergens logisch dat ik er met die nieuwe selectie, waar toen al heel veel kwaliteit in zat, niet meer bij was.”
Naast Caluwé kunnen nog zeven andere ex-Rode Duivels zeggen dat ze gescoord hebben in hun enige interland: François De Wael,
Laurent Depoitre, Vahram Kevorkian, Roland Moyson, Vital Van Landeghem, Edmond Van Staceghem en
Georges Quéritet. Die laatste scoorde zelfs twee keer, in de
allereerste interland ooit van het Belgisch voetbalelftal in 1904.
Caluwé – die te boek stond als een technisch onderlegde middenvelder – beleefde zijn hoogdagen bij middenmoters in Nederland, maar stond op het moment van zijn selectie voor de Rode Duivels naar eigen zeggen “een paar keer dicht bij een transfer naar een grote club”. “Maar het heeft niet mogen zijn. Misschien was ik in dat geval wél nog eens opgeroepen, maar uiteindelijk heb ik me verzoend met die ene interland”, aldus Caluwé.
De Rumstenaar debuteerde in het seizoen 1996-1997 in de Belgische eerste klasse, bij
KV Mechelen. Daarvoor had hij in de jeugd van SK Londerzeel en stadsrivaal Racing Mechelen gevoetbald. Caluwé speelde met de jonge Rode Duivels mee op het
WK U20 in 1997 in Maleisië. Hij was samen met Carl Hoefkens, Cédric Roussel en de doelmannen Olivier Renard en
Jean-François Gillet de enige van de selectie die het ook tot
A-Rode Duivel schopte.
In 2000 verkaste hij naar de Eredivisie, bij Willem II. Zes jaar later ruilde hij de ene middenmoter voor de ander: FC Utrecht. In april 2006 scoorde Caluwé de snelste treffer van het seizoen in de Eredivisie. Uitgerekend tegen zijn ex-club, Willem II, trof de middenvelder van FC Utrecht toen al na tien seconden raak.
Op zijn 31ste trok Caluwé op avontuur naar Qatar, bij Al-Wakrah. Na een jaar keerde hij terug naar zijn vaderland en tekende voor één seizoen bij Sint-Truiden. Daar was hij aanvankelijk nog basisspeler, maar nadien ging het bergaf door blessures en voor hem nadelige keuzes van trainer Guido Brepoels. Hij kwam slechts twaalf keer uit voor de Kanaries.
Nadien probeerde hij het nog een jaartje op
Cyprus, bij AEK Larnaca. Op zijn 33ste hield Caluwé het profvoetbal voor bekeken en ging hij afbouwen bij toenmalige vierdeklasser
Londerzeel. Na zijn voetbalpensioen werd hij
assistent-coach bij KV Mechelen, vandaag is hij er
technisch directeur.
Fan van deze reeks? Lees het vorige deel, over Karel Snoeckx.