Alex Close, van de koolmijnen naar glorie in de Dauphiné

Sport |
Wie de schuif van de geschiedenis van het Belgische wielrennen opentrekt, komt heel wat vergeten figuren en foto's tegen. Zegt de naam Alex Close u iets? Hij was een uitstekende renner uit de jaren 1950 en de eerste Belgische winnaar van de Dauphiné, 15 jaar voor Eddy Merckx en 22 jaar voor Michel Pollentier.
 

Door Tagtik

Deel dit nieuws

Alexandre Close zag het levenslicht in 26 november 1921, in Moignelée, op een tiental kilometer van Charleroi. Hij was van eenvoudige komaf en ging al vroeg van school af om samen met zijn vader in de koolmijnen te gaan werken. Vanaf zijn 13e gaat hij de mijn in.

Al snel ontdekt hij de fiets, maar hij kan zich niet volledig wijden aan het wielrennen. Ook de oorlog zet een rem op zijn passie. Omdat hij zelf over weinig middelen beschikt, krijgt hij de steun van vrienden en supporters waarmee hij een licentie en fietsen kan aankopen na de oorlog.

Kampioen van België bij de renners zonder licentie

In 1946 wint hij 36 wedstrijden en wordt hij kampioen van België bij de renners zonder licentie. Hij rijdt dan nog altijd zonder ploeg en wordt pas later, in 1949, profwielrenner. Hij is dan al 27. Tot 1959 blijft hij in het profpeloton, bij ploegen met poëtische namen als Libellula, Automoto-Dunlop, Alcyon-Dunlop, Garin-Wolber, Girardengo-Clément, Peugeot-Dunlop, Elve-Dunlop of Peugeot-BP-Dunlop. Een profrenner in die tijd had een heel ander statuut dan de huidige wielrenners: een renner werd soms maar voor één of voor enkele wedstrijden aangetrokken.

Met zijn wilskracht en hardnekkigheid slaagt Alex Close erin om een mooi palmares bij elkaar te fietsen. Hij is een uitstekend klimmer en kan in de jaren 1950 mooie resultaten bij elkaar fietsen in grote rittenwedstrijden. Zijn grote doorbraak komt er als hij wordt geselecteerd voor de nationale B-ploeg voor de Ronde van Frankrijk in 1951: omdat hij niet over de financiële middelen beschikt, kan hij niet deelnemen. In die tijd moesten de renners immers zelf instaan voor hun materiaal, masseurs, mechaniciens en bevoorrading...

Coppi wordt een vriend

In 1952 staat hij dan eindelijk aan de start van een Grand Tour: de Ronde van Italië in de ploeg "Garin". In zijn eerste deelname kan hij in het gebergte grote namen als Fausto Coppi, Gino Bartali, Fiorenzo Magni en Ferdi Kubler volgen. Hij eindigt de Giro als 13e. Coppi wint die Giro en tussen de Italiaan en de Belg groeit een mooie vriendschap.

Ondanks zijn goede resultaten in de rittenwedstrijden neemt de Belgische Wielerbond Close nog altijd niet op in de nationale selectie voor de Ronde van Frankrijk van 1952. Hij is slechts reserve, tot zijn grote ontgoocheling. Hij neemt dan maar deel aan de Ronde van Zwitserland waar hij in de bergen zijn mannetje staat tegenover Ferdi Kubler. Op enkele dagen van de start van de Tour wordt hij toch opgenomen in de Belgische ploeg, na het forfait van Joseph Defeyter. Een Waalse renner in de Belgische selectie: het was toen groot nieuws.

Eerste Tour in 1952

In Brest gaat hij dus van start in zijn eerste Tour de France, als luxehelper van Stan Ockers die tweede eindigt in Parijs, achter Coppi. Close presteert geweldig: hij eindigt als zevende in het eindklassement. In 1953 kan de Belgische Wielerbond niet meer rond Close heen voor de Tour de France. Hij is geselecteerd en gaat in Straatsburg van start, met slechts één doel: uitblinken. En dat doet hij ook: hij eindigt als vierde in de Tour die wordt gewonnen door Louison Bobet.

In 1955 start hij opnieuw met de Belgische ploeg in de Tour: deze keer wordt hij 9e en Bobet wint opnieuw.

Bijna toevallig winnaar van de Dauphiné

Op zijn 35e, in 1956, kent Alex zijn hoogtepunt als wielrenner. Hij wint het Critérium du Dauphiné Libéré, met winst in een bergrit tussen Digne-les-Bains en Briançon. Voor Close zal dit zijn mooiste herinnering uit zijn wielercarrière blijven. Dat jaar is Stan Ockers kopman van zijn ploeg Peugeot. Ockers stuurt in de voorlaatste etappe, een bergrit die over de cols van de Vars en de Izoard leidt, enkele ploegmaats voorop. Die moesten Ockers nadien helpen bij een aanval om Fernand Picot uit de leiderstrui te halen. De aanval van Ockers komt er echter niet. Close begint te denken dat hij zijn grote slag kan slaan. Ondanks een val op de Izoard komt hij in Briançon aan met een voorsprong van meer dan 10 minuten op de tweede, de Italiaan Favaro. Voor Close komt een droom uit, ook al denkt hij dat Stan Ockers kwaad kon zijn omdat hij had doorgezet. Die is echter dolblij met de ritzege en leiderstrui van zijn ploegmaat.

Bij zijn vijfde deelname aan de Tour de France, nog steeds met de nationale selectie van België, eindigt Close als 17e op 41'47" van de winnaar, Roger Walkowiak.

Van alle markten thuis

Hij neemt eveneens deel aan de Ronde van Zwitserland waar hij 13e eindigt in 1952 en 25e in 1958. Hij wint de Ronde van België in 1955. Hij is een veelzijdig renner, zo bewijzen zijn ereplaatsen in enkele klassiekers: hij wordt 3e in Luik-Bastenaken-Luik, 8e in de Waalse Pijl, 11e in de Ronde van Vlaanderen, 12e in de Omloop Het Volk, 30e in Parijs-Roubaix. In totaal boekt hij 39 overwinningen, op de weg, op de piste en in het veldrijden. Kortom, een opmerkelijke carrière voor een tijdgenoot van Belgische renners als Briek Schotte, Pino Cerami, Stan Ockers, Rik Van Steenbergen, Raymond Impanis, Jean Brankart of Joseph Planckaert en buitenlandse grootheden als Roger Walkowiak, Louison Bobet, Fausto Coppi, Hugo Koblet of Ferdi Kubler.

Na zijn profcarrière blijft hij als amateur fietsen. Later organiseert hij wedstrijden, tot zijn dood in oktober 2008. Hij werd 86.

(DC - Bron : memoire-du-cyclisme.eu)

Video: Ronde van Frankrijk 1953. Alex Close eindigt dat jaar als vierde. Hier ziet u hem als derde eindigen in de derde rit, Luik-Rijsel, na 09.00 in deze video. Die dag wordt hij 7e in het algemeen klassement...

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top