‘The Hobbit’-trilogie: een filmreeks die geplaagd werd door heel wat productieproblemen!

Op amper zes weken voor de start van de opnames zat regisseur Peter Jackson met de handen in het haar: hij had zijn geliefkoosde acteur voor de rol van Bilbo nog niet kunnen strikken. Die acteur luistert naar de naam Martin Freeman en hij was vlak voor de opnames van ‘The Hobbit’ niet beschikbaar voor de rol. Althans, dat dacht Jackson: Freeman was immers net ingeschakeld om in de rol van John Watson te kruipen, de behulpzame assistent van Sherlock Holmes. De agenda’s werden gelukkig naast elkaar gelegd en op elkaar afgestemd. Hierdoor kon Freeman de belangrijke hoofdrol opnemen van Bilbo Baggins.

De inmiddels 81-jarige Sir Ian McKellen hoef je het acteervak niet meer te leren. Toch leert hij ook bij van de allernieuwste snufjes in Hollywood. In 2012 liet regisseur Peter Jackson McKellen dan ook uitgebreid kennismaken met het acteren tegenover een green screen. Dankzij dit scherm kon de regisseur de beeltenis van McKellen achteraf, op digitale wijze, in een scène plakken met andere acteurs. Hij deed dit omdat hij McKellen dan groter kon doen lijken op het scherm. McKellen acteerde dus voor een groot stuk van het filmproject voor het groene scherm en dat vond hij toch maar niets. Hij zou zich zelfs zo droevig hebben gevoeld omdat hij niet tegenover zijn collega’s kon staan dat hij ook een traantje heeft gelaten.

Eén van de meest bekende scènes uit het eerste deel van ‘The Hobbit’-trilogie is de ontsnappingsscène van de dwergen uit de Elvenstad via wijntonnen op een rivier. Deze lange scène werd deels opgenomen in een speciaal ontworpen studio waar de acteurs effectief plaatsnamen in houten vaten. Omdat de productieploeg van de film heel wat tijd nodig had om de juiste beelden te bekomen, waren de acteurs verplicht om zeer lang in het water te blijven stilzitten. Hierdoor plasten sommige acteurs zelfs in het water en dat vieze water werd, door het vele gespetter, ook ingeslikt door ene Martin Freeman. Daar kon de Britse acteur dan ook moeilijk om lachen.

In tegenstelling tot de productie van de 'Lord of the Rings'-trilogie, verliep de productie van ‘The Hobbit’-trilogie heel wat chaotischer. Dat kwam omdat niet alle details van tevoren waren uitgewerkt en omdat co-regisseur Guillermo Del Toro opstapte halverwege het project uit onvrede met beslissingen van de filmstudio. Door het vertrek viel Peter Jacksons klankbord weg en moest hij heel wat filmscènes opnieuw interpreteren. De make-up artiesten en productieploegen werkten dan ook dag en nacht om de nieuwe wijzigingen van de regisseur de volgende dag op het grote doek te toveren.