Europees Parlement eist recht op onbereikbaarheid voor werknemers en aanscherping zwarte lijst belastingparadijzen
Het Europees Parlement heeft zich met een ruime meerderheid uitgesproken voor een Europese wet die werknemers het recht geeft om buiten de werkuren offline te zijn. Werknemers moeten daarbij beschermd worden tegen kritiek, ontslag of andere negatieve reacties van werkgevers, meent het parlement.
De Europarlementsleden vragen met 472 tegen 126 stemmen (83 onthoudingen) aan de Europese Commissie om een wetsvoorstel te maken dat werknemers het recht geeft om offline te zijn na werktijd. Ze pleiten ook voor minimumeisen voor telewerk. De Commissie heeft op Europees niveau het wetgevend initiatiefrecht.
Door de coronapandemie is telewerk aan een steile opmars bezig. Werken op afstand is volgens de Europarlementsleden ook cruciaal geweest om bedrijven aan de gang te houden en jobs te vrijwaren, maar tegelijkertijd versterkt het een cultuur waarin men steeds bereikbaar moet zijn en verstoort het de balans tussen werk en privé.
"We kunnen de miljoenen Europese werknemers die uitgeput zijn van de druk om altijd 'aan' te staan en van de lange werkuren niet negeren. Het moment is daar om aan hun kant te gaan staan en ze te geven waar ze recht op hebben: het recht om offline te gaan. Dit is van groot belang voor onze mentale en fysieke gezondheid", legde de Maltese rapporteur Alex Agius Saliba uit.
Sinds het losbarsten van de pandemie is telewerk met 30 procent gestegen. Uit onderzoek van het Europese agentschap Eurofound leert het parlement dat bijna 30 procent van de mensen die thuiswerken dagelijks of meermaals per week in hun vrije tijd werken. Bij werknemers die op kantoor werken, bedraagt dit aantal nog geen 5 procent.
In België is er sinds 2018 een wet van kracht die zegt dat bedrijven op basis van overleg in hun Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk afspraken kunnen maken over het recht op onbereikbaarheid.
Het Europees Parlement eist ook een aanscherping van de Europese zwarte lijst van belastingparadijzen. Het huidige systeem is "verwarrend en ondoeltreffend" en zorgt ervoor dat vele fiscale paradijzen buiten schot blijven, zo klaagt het halfrond aan.
Met 587 tegen 50 stemmen bij 46 onthoudingen schaarden de Europarlementsleden zich achter een resolutie waarin "het onbenutte potentieel" van de lijst wordt aangeklaagd. De lijst werd in 2017 met veel poeha ingevoerd, maar drie jaar later blijkt dat de rechtsgebieden op de lijst minder dan 2 procent van het wereldwijde verlies aan belastinginkomsten dekken, aldus het parlement.
"De lijst kan een waardevol instrument zijn, maar de lidstaten zijn iets vergeten toen ze hem invoerden: de belastingparadijzen zelf", klaagt de Nederlander Paul Tang aan. Volgens de voorzitter van de subcommissie Belastingaangelegenheden is de situatie enkel maar zwakker geworden. Hij wijst erop dat notoire belastingparadijzen als Guernsey, de Bahama's en de Kaaimaneilanden van de lijst zijn gehaald.
Het parlement vraagt onder meer dat er criteria worden toegevoegd, zodat er meer landen als belastingparadijzen worden gekwalificeerd. Een belastingtarief van 0 procent bijvoorbeeld moet aanleiding vormen om een rechtsgebied onmiddellijk op de zwarte lijst te plaatsen. Ook zouden "symbolische aanpassingen", zoals op de Kaaimaneilanden, niet mogen volstaan om van de lijst gehaald te worden. De parlementsleden vinden tenslotte dat ook EU-lidstaten op de lijst moeten kunnen belanden.
Door de coronapandemie is telewerk aan een steile opmars bezig. Werken op afstand is volgens de Europarlementsleden ook cruciaal geweest om bedrijven aan de gang te houden en jobs te vrijwaren, maar tegelijkertijd versterkt het een cultuur waarin men steeds bereikbaar moet zijn en verstoort het de balans tussen werk en privé.
"We kunnen de miljoenen Europese werknemers die uitgeput zijn van de druk om altijd 'aan' te staan en van de lange werkuren niet negeren. Het moment is daar om aan hun kant te gaan staan en ze te geven waar ze recht op hebben: het recht om offline te gaan. Dit is van groot belang voor onze mentale en fysieke gezondheid", legde de Maltese rapporteur Alex Agius Saliba uit.
Sinds het losbarsten van de pandemie is telewerk met 30 procent gestegen. Uit onderzoek van het Europese agentschap Eurofound leert het parlement dat bijna 30 procent van de mensen die thuiswerken dagelijks of meermaals per week in hun vrije tijd werken. Bij werknemers die op kantoor werken, bedraagt dit aantal nog geen 5 procent.
In België is er sinds 2018 een wet van kracht die zegt dat bedrijven op basis van overleg in hun Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk afspraken kunnen maken over het recht op onbereikbaarheid.
Het Europees Parlement eist ook een aanscherping van de Europese zwarte lijst van belastingparadijzen. Het huidige systeem is "verwarrend en ondoeltreffend" en zorgt ervoor dat vele fiscale paradijzen buiten schot blijven, zo klaagt het halfrond aan.
Met 587 tegen 50 stemmen bij 46 onthoudingen schaarden de Europarlementsleden zich achter een resolutie waarin "het onbenutte potentieel" van de lijst wordt aangeklaagd. De lijst werd in 2017 met veel poeha ingevoerd, maar drie jaar later blijkt dat de rechtsgebieden op de lijst minder dan 2 procent van het wereldwijde verlies aan belastinginkomsten dekken, aldus het parlement.
"De lijst kan een waardevol instrument zijn, maar de lidstaten zijn iets vergeten toen ze hem invoerden: de belastingparadijzen zelf", klaagt de Nederlander Paul Tang aan. Volgens de voorzitter van de subcommissie Belastingaangelegenheden is de situatie enkel maar zwakker geworden. Hij wijst erop dat notoire belastingparadijzen als Guernsey, de Bahama's en de Kaaimaneilanden van de lijst zijn gehaald.
Het parlement vraagt onder meer dat er criteria worden toegevoegd, zodat er meer landen als belastingparadijzen worden gekwalificeerd. Een belastingtarief van 0 procent bijvoorbeeld moet aanleiding vormen om een rechtsgebied onmiddellijk op de zwarte lijst te plaatsen. Ook zouden "symbolische aanpassingen", zoals op de Kaaimaneilanden, niet mogen volstaan om van de lijst gehaald te worden. De parlementsleden vinden tenslotte dat ook EU-lidstaten op de lijst moeten kunnen belanden.
