Chris Proesmans zocht naar de kiem van de liefde voor muziek in ‘Guitar Stories’

Muziek | Chris Proesmans is het brein achter de nieuwe docuserie ‘Guitar Stories’, die vanaf nu helemaal te bekijken is via Proximus Pickx. Daarin praat hij met lokale rockhelden, gitaarbouwers en andere kenners om alle geheimen van het instrument te achterhalen. Wat maakt de gitaar en haar klanken nu net zo bijzonder?

Door Pickx

Gepubliceerd op 04.01.21

3min

“De eerste keer dat gitaarklanken indruk op me maakten, kan ik zonder moeite terugbrengen naar ‘Whole Lotta Rosie’.” Met die gevleugelde woorden opent Chris Proesmans ‘Guitar Stories’, de docureeks op Proximus Pickx waarmee hij zijn liefde voor rockmuziek en haar voornaamste instrument uitspit. Hoe weet je welke gitaar de juiste is voor jou? Wat zorgt ervoor dat een gitaar goed voelt of klinkt? Bestaat er zoiets als de perfecte gitaar? Hoe begin je eraan als je zelf een gitaar wil maken? En waar komt die liefde voor rockmuziek toch vandaan? Hoe beter een antwoord te vinden op die vragen dan door te praten met muzikanten en instrumentenbouwers, dacht Chris. Wij spraken met hem over zijn zoektocht.

Wanneer begon de muzikale reis voor jou?

Chris: “De kiem voor muziek is er altijd al geweest. Als twaalfjarige was ik bijvoorbeeld erg onder de indruk van AC/DC op de radio. Dan heb ik als puber alles leren kennen dat ervoor kwam, denk maar aan Led Zeppelin of Pink Floyd. Dus die liefde voor muziek was er, maar door tijdsgebrek heb ik er nooit iets mee kunnen doen. Ik was meer bezig met fotografie en film. Noem het gerust een soort midlifecrisis, maar ik ben eindelijk naar een muziekwinkel gegaan, ik heb een gitaar gekocht en ik ben rustig beginnen spelen. Dan besefte ik dat ik meer wilde.”

“Het eerste interview dateert al van drie jaar geleden. ‘Guitar Stories’ was toen een nevenproject. Tussen mijn voltijdse job door nam ik interviews af, woonde ik concerten bij en maakte ik intussen ook mijn eigen gitaar. Ik had eerst gehoopt om het filmen in een jaar rond te hebben en er dan een lange documentaire van te maken, maar dan was er interesse om de verhalen volgens thema in afleveringen op te delen. Ik begon weer van nul met de montage en dat heeft nog vele maanden gekost.”

Wie interviewde je als eerste?

“De eerste was Cedric Maes (gitarist bij The Sore Losers, red.). Natuurlijk had ik al heel wat over hem gehoord en hij leek een toegankelijke persoon om te benaderen. Ik heb contact met hem gelegd en hij was meteen enthousiast over het project. Hij was een echte spraakwaterval. Geef hem een gitaar om over te praten en hij is vertrokken. Dat was eigenlijk wel een geluk, want ik wilde het gesprek niet te veel in een bepaalde richting sturen. Ik was niet op zoek naar iets dat in mijn kraam paste of naar controverses, maar naar oprechte meningen.”

“Dan ben ik met Hilko Nackaerts in contact gekomen. Eigenlijk wist ik niet dat er Belgische luthiers (snaarinstrumentenbouwers, red.) waren, maar toen ik zocht naar iemand die een goede naam heeft in het milieu, kwam ik snel bij hem uit. Hij praat erg graag over zijn vak en heeft me ook heel wat tips en tricks gegeven om mijn eigen gitaar te bouwen. Dat vind ik een van de sterkste elementen van de reeks: iedereen die we te horen krijgen is enorm gepassioneerd.”

Is er iemand die je graag nog had geïnterviewd voor de reeks?

“Ik had graag Mauro voor de lens gekregen, maar jammer genoeg is het niet gelukt om concreet af te spreken. Eigenlijk ben ik heel blij met de diverse groep die er is. Ik vond het bijvoorbeeld heel cool om met Pieter (Vreede, van de bands Bellemont, Red Zebra en The Wolf Banes, red.) te kunnen spreken. Jamie Gale (consultant bij gitaarbeurs NAMM, red.) was toevallig in het land en Guillaume (Lamont, van de rockgroep RHEA, red.) was een aangename verrassing. Soms zie je iemand één keer live en voel je meteen: die gaan er helemaal voor, dat is het.”

Hoe sterk waren de meningen over de gitaren?

“Er zitten best wel wat uitgesproken meningen in de docureeks, maar ook heel veel nuance. Tenslotte gaat het over gitaren, en de meeste van de interviewees hebben er zo tientallen liggen. Sommigen hadden heel duidelijke meningen, anderen waren milder. Gitaarbouwer John Joris heeft bijvoorbeeld al zo’n beetje alles gezien, maar hij praat heel genuanceerd over gitaren. Er komen wel onderwerpen aan bod die voor discussie zorgen in het wereldje, zoals houtsoorten die het geluid al dan niet beïnvloeden, maar ik ging zeker niet op zoek naar mensen die liever de ene soort pickups hebben dan de andere.”

Je hebt zelf een gitaar gebouwd. Hoe is dat verlopen?

“Ik ben een doe-het-zelver, dus ik heb alvast geen twee linkerhanden. Eerst heb ik geprobeerd om een stuk beuk van een keukenblad als gitaarbody te gebruiken, maar dat was veel te zwaar en is nooit een bespeelbare gitaar geworden. Ik had snel begrepen dat het in finesses zit, zoals de hoek van de nek, de brug op de juiste hoogte, de intonatie … In de laatste aflevering toon ik mijn afgewerkte gitaar aan de interviewees. Ze waren heel beleefd (lacht), ik kreeg wel wat lovende kritiek.”

“De gitaar kreeg de vorm van een Telecaster, want daar houd ik wel van. Ik denk bijvoorbeeld meteen aan de gitaar van Bruce Springsteen op de cover van ‘Born to Run’. Het model is een van de meest basic gitaren die er bestaan, maar achter die look schuilt heel wat gesofisticeerde finesse. Mijn eigen eerste gitaar was ook een Tele, een Squier Classic Vibe in Butterscotch Blonde. Daarin heb ik vrij snel de pickups vervangen (lacht).”

'Guitar Stories' is vanaf donderdag 7/1 exclusief te zien via Pickx.be.

Bekijk hier alle afleveringen van 'Guitar Stories'.
Lees hier het interview met rockers Cedric Maes en Guillaume Lamont.
L ees hier het interview met gitaarbouwer Hilko Nackaerts.