Jurylid Damien Rapoye: “Nieuwe gezichten brengen een frisse kijk op de scene met zich mee”

Damien Rapoye is een bekende esportsfiguur in België en eigenaar van de organisatie Sector One. Vandaag stellen wij hem voor als eerste jurylid van dit Be The Next Caster-seizoen. Als deskundige zal hij zeker zijn ervaring kunnen gebruiken om onze kandidaten te begeleiden.

Dag Damien, kun je jezelf even voorstellen?

Natuurlijk. Mijn naam is Damien Rapoye en ik ben 34 jaar oud. Ik ben al vijftien jaar actief in de esports, voornamelijk als managing director van Sector One. Ervoor was ik vertegenwoordiger van een groot merk van accessoires in de regio. Ik ben ook de Vlaamse vertegenwoordiger van de Belgische esportsfederatie.

Wat voor studies heb je gevolgd om werkzaam te zijn in de esportswereld?

Ik ben begonnen met marketingstudies die ik nooit heb afgemaakt omdat ik al in het actieve leven zat (lacht)! Uiteindelijk hield ik niet van die studies en kreeg ik meer voldoening uit mijn werk. Door vroeg te beginnen werken, kon ik ook verschillende vakgebieden doorlopen die niet meteen opvallen, zoals marketing en management.

Over studeren gesproken, je ouders hadden er geen probleem mee dat je de school verliet voor de wereld van gaming?

In het begin wel, ze hadden het er heel moeilijk mee! Dat begon op de middelbare school. Ik had een project te presenteren voor een jury en tegelijkertijd vond er een LAN (een toernooi waarbij de spelers fysiek samenkomen; red.) plaats. Of ik zou mijn prijs ophalen tijdens een show voor een publiek of ik zou deelnemen aan het LAN. Ik koos voor het tweede (lacht). Mijn ouders waren niet erg blij, maar ze zijn mij gevolgd en begrepen dat het serieus was. Zelfs vandaag de dag volgt mijn moeder me nog steeds. Ze kijkt bijvoorbeeld hoe ik groei met Sector One.

Ik vermoed dat jij ook een speler bent in je vrije tijd. Op welk spel ben je je gamingavontuur begonnen?

Mijn oudste broer en ik kregen onze eerste console in de jaren ’90. Het was de NES, als ik me niet vergis, die met Mario of DuckHunt uitkwam. Mijn moeder was grafisch ontwerper van beroep, dus we hadden al snel een computer thuis. We zijn opgegroeid met games als Wolfenstein, Doom en Duke Nukem, ook al waren we nog erg jong voor dat soort games. Daarna zijn we overgestapt op strategiespellen.

En vandaag?

Ik speel nog steeds, maar steeds minder. Er zijn niet echt games waar ik elke dag op speel en waar ik absoluut verder in wil geraken. Voor mij is gamen meer een afleiding geworden, “brainless gaming” zoals ik het noem. Ik kijk wel veel naar streams (uitzendingen waarin spelers hun games live uitzenden; red.).

Kende je de kandidaten?

Sommigen wel. Omar “Woong” Van Vynckt bijvoorbeeld, die speler was bij Sector One. Of Vincent “Freekje” Vanloo, die enige tijd geleden de manager was van ons Counter Strike-team. Verder zien we via dit soort shows veel nieuwe gezichten opduiken.

Is deze frisse wind, met nieuwe spelers in het veld, volgens jou belangrijk?

Absoluut! De standpunten van sommige mensen kunnen veranderen, omdat deze nieuwe gezichten een frisse kijk op de scene en op de esportswereld met zich meebrengen. Bovendien kunnen zij ervoor zorgen dat jongeren het avontuur willen aangaan, of het op zijn minst willen proberen!

Nu we het hebben over het betreden van die wereld, welk advies zou je geven aan een jongere die in de esports wil stappen?

Richt je op datgene waar je van houdt en op wat je kan. Het draait niet volledig om het iets willen worden. Je moet je sterke en zwakke punten kennen. Bovendien is het veld zo uitgestrekt dat je altijd wel iets kunt vinden waar je goed in bent. Daar moet je ook je studies op richten. Er zijn genoeg mogelijkheden, maar als je het niet probeert, kun je het niet ontdekken.

Waar zie je de Belgische esports over 15 jaar?

Ik denk dat ik gerust kan zeggen dat esports een grote toekomst heeft in België. We zitten nog steeds in een “seeding phase”, zoals ik dat graag wil bestempelen. We leggen met andere woorden de basis. We zien geleidelijk aan dat projecten en competities beetje bij beetje worden opgezet. We hebben een stabiele organisatie nodig, zowel voor de partners, die deel moeten blijven uitmaken van georganiseerde evenementen, als voor de spelers. Die langdurige aanwezigheid leidt tot solide en blijvende content. Op de lange termijn zal het hele ecosysteem daar baat bij hebben.