Het Tourjargon: waaiers

Sport | De Grande Boucle laat de Provence en de Rhônevallei achter zich en trekt zoetjesaan richting voet van de Pyreneeën. Naar aanleiding van de zevende rit van Millau naar Lavaur, duikt Proximus Pickx in het wielerjargon op zoek naar een toepasselijke term: waaiers.

Door Pickx

Deel dit nieuws

Voor menig klassementsrenner in een grote ronde vormen niet meteen de vele klimkilometers of kilometers tegen de klok het voornaamste obstakel, maar wel een tegenstander die plotseling de kop op kan steken: waaiers. Voor tv-kijkers zorgen ze voor een aangenaam kijkstuk, voor frêle klassementsrenners betekent felle zijwind de ultieme nachtmerrie.

Waaiers worden gevormd wanneer er een strakke zijwind staat in een open stuk van het parcours. De renners beginnen dan schuin achter elkaar te rijden, waardoor niet alle renners uit de wind kunnen zitten – de breedte van de weg beperkt nu eenmaal het aantal plaatsen.

Omdat de voorste renner vol in de wind rijdt, kan hij dit maar even volhouden. Daarom wordt er geroteerd. Na enkele honderden meters kopwerk mag renner één zich laten uitzakken naar de staart van de waaier om daar opnieuw in te pikken. Concreet: de hoogste trede van de trap wordt de laagste, om vervolgens beetje bij beetje opnieuw naar voren op te schuiven, zoals een roltrap.

Tactiek

Sommige ploegen zijn er tuk op om plots in waaiers te gaan rijden om zo het peloton in stukken te rijten. Ze gaan dan in groep aan kop van het peloton rijden, verhogen systematisch de snelheid en ‘trekken’ een waaier. Niet zelden zie je dan ook dat een of twee ploegen massaal vertegenwoordigd zijn in de voorste waaier. Zij zijn wellicht de aanstokers geweest. 
 
Dat biedt één groot voordeel: de man die van kop komt en achteraan aan de waaier opnieuw moet inpikken, dreigt ook op het kantje te komen zitten. Met alle gewring van dien. Dan is het handig als je een paar ploegmaats in de waaier hebt die plaats maken voor jou.

Gevaarlijk?

Waaiers houden enig risico in, omdat ze maar zo breed kunnen zijn als de weg. Voor meer renners is er simpelweg geen plaats. Meestal wordt zelfs maar de helft van de weg gebruikt, en daarin schuilt het gevaar. Want achteraan de waaier komen renners ‘op het kantje’ te zitten. Om toch maar aan te pikken in de waaierformatie rijden ze op enkele centimeters van de grasberm. Maar ook daar is maar plaats voor één renner, waardoor de volgende noodgedwongen in de berm of helemaal achter zijn voorganger moet gaan rijden. 
 
En dan is het kwaad geschied: hij komt vol in de wind te zitten en kan onmogelijk de snelheid van de waaier voor hem aanhouden. Hij moet lossen en kan vervolgens met andere gelosten een tweede waaier vormen, maar altijd op enige afstand van waaier één.

Prachtige waaierrit in Tour de France 2013

Grote rondes vormen vaak het ideale terrein voor waaieretappes. Zo sloegen het Nederlandse Belkin (nu Jumbo-Visma) en het Belgische Omega Pharma-Quick Step (nu Deceuninck-Quick Step) de handen in elkaar op weg naar Saint-Amand-Montrond. Grootste slachtoffer werd de Spanjaard Alejandro Valverde. De kopman van Movistar verloor maar liefst tien minuten.
 
Op 30 kilometer van de aankomst werd ook de latere Tourwinnaar Chris Froome uit de wielen gereden. Hij zou uiteindelijk een minuut moeten toegeven. Spurtbom Mark Cavendish stak de etappewinst op zak.

Ontdek het laatste nieuws over de Tour via deze link!

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top