Waarom de bergen zich steeds vroeger aandienen in grote rondes

Sport | Aankomsten bergop zijn de blikvangers tijdens grote rondes, omdat ze de triomf nog glansrijker maken voor de leeggereden overwinnaars. Vandaag eindigt de vierde etappe van de Grande Boucle met de beklimming van de Orcières-Merlette, op 1.800 meter hoogte. Zo’n hoge aankomst in het begin van de Tour: het is ongezien. Maar het bevestigt de huidige trend: de bergen krijgen een steeds prominentere rol in de grote rondes.

Door Pickx

Deel dit nieuws

Op het einde van de rit mag de coureur zijn armen in de lucht gooien, als hij nog de kracht vindt tenminste. Een grimas op zijn gelaat om de pijn te verbijten, maar euforie en trots nemen toch de bovenhand. Want triomferen op een bergtop is een dubbele krachttoer. Met een ultieme opstoot van adrenaline die hem in staat stelt zijn grenzen te verleggen, glipt de renner weg richting eindstreep. Bij de toeschouwer staan bergritten synoniem voor spektakel: de kers op de taart na een lange etappe.
 
In deze vierde rit van de Tour zal de beklimming van de Orcières-Merlette in de Hautes-Alpes de scherprechter zijn. Zeven kilometer aan een gemiddeld stijgingspercentage van 6,7%, met uitschieters tot 8,2% in de tweede kilometer. Geen hapklaar brokje voor de coureurs, en al meteen een graadmeter voor het peloton. Welk vlees hebben we in de kuip?
 
Het is een zeldzaamheid, zo’n hoge aankomst in de beginfase van de Tour. Doorgaans verloopt de eerste week van de Tour redelijk kalm, om op temperatuur te komen. Maar die trend is de laatste jaren aan het keren.

Het spektakel komt sneller

Vorig jaar stond de schrikwekkende Planche des Belles Filles ingepland als bouquet final van de zesde rit, met de Belgische triomf van Dylan Teuns. In de Vuelta 2019 werd de vijfde rit afgesloten met de moeilijke aankomst op de Alto de Javalambre, op zo’n 2.000 meter hoogte. Idem in de Giro 2018, die een aankomst op de flanken van de Etna serveerde op de zesde dag.
 
De grootste kleppers blijven voorbehouden voor de staart van de ronde. Dit jaar brengt de derde week enkele mythische cols (le Grand Colombier) of onuitgegeven beklimmingen (le Col de la Loze). Traditiegetrouw programmeren de organisatoren zulke cols op het einde van de ronde, om de strijd om de gele trui op de spits te drijven.
 
Maar die cols komen nu steeds vroeger aan bod, waarschijnlijk om vanaf dag 1 spektakel te kunnen serveren. Een saaie eerste week zonder noemenswaardige wendingen lokt minder kijkers. Vroeger mondden de eerste etappes steevast uit in een sprint, na ellenlange, slaapverwekkende kilometers. Weinig aanlokkelijk om dan uren voor de tv te slijten. Tourdirecteur Christian Prudhomme had met het parcours van deze 107e Tour voor ogen om de ronde aantrekkelijker te maken vanaf de Grand Départ.

Time to shine voor baroudeurs

De mannen die op de gele trui mikken zullen geen enkel risico nemen in de eerste week, maar de aankomsten bergop zijn gesneden koek voor baroudeurs. In hun jacht op de ritwinst zullen ze met hun frisse benen vinniger voor de dag komen dan tegen het einde van de Tour.
 
Het is dus uitkijken naar Belgische klimspecialisten zoals Thomas De Gendt (Lotto-Soudal) en Tiesj Benoot (Sunweb). Zij zouden de rit weleens kunnen kleuren en het spektakel verzekeren.

Ontdek het laatste nieuws over de Tour via deze link!

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top