Waarom ‘De Witte van Sichem’ tot Vlaams filmerfgoed behoort

Films | Vanavond zendt één de Vlaamse klassieker ‘De Witte van Sichem’ uit, over de harde boerenstiel in het Hageland anno 1900. De film van Robbe De Hert staat veertig jaar na zijn verschijning nog steeds hoog aangeschreven en betekende een mijlpaal in de geschiedenis van de Belgische cinema. Proximus Pickx ontrafelt het geheim achter het succes. 

Door Pickx

Deel dit nieuws

Rauwe schets van de gewone man
 
Vlamingen zijn tuk op zichzelf: ze zien de ‘gewone man in de straat’ graag verschijnen op groot of klein scherm. Dat bewijst het succes van ‘Iedereen Beroemd’ of ‘Man Bijt Hond’ indertijd. Nog populairder zijn verhalen over gezinnen die in schrijnende omstandigheden het hoofd boven water trachten te houden; denk maar aan ‘Het gezin van Paemel’ en ‘De Helaasheid der Dingen’. ‘De Witte van Sichem’ serveert het stokpaardje van het Vlaamse kijkerspubliek: het verhaalt over de gewone Vlaming, die anno 1900 in de meeste gevallen als boer de kost verdient. De levensomstandigheden van de doorsnee plattelandsbewoner zijn armoedig: het is een hard bestaan, getekend door drama en tragiek.

De Hert leverde een magistrale tranche de vie af over het barre leven van onze voorouders. Een tijdsdocument dat ons onderdompelt in de rauwe werkelijkheid van vooroorlogs Vlaanderen, en ons eraan herinnert hoe goed we het nu hebben. Het confronteert ons met de evolutie van onze welvaart, en wakkert een al te snel vergeten besef aan: we komen van ver.

Onverbloemd portret van het arme Vlaanderen
 
Die rauwe werkelijkheid waar de film zich in bevindt wordt in geen enkel opzicht verbloemd, wat nog een reden is waarom Vlamingen zich aangetrokken voelen tot de klassieker. Toen ‘De Witte’, na de eerst populaire verfilming van Jan Vanderheyden en Edith Kiel uit 1934, terecht kwam bij Robbe De Hert krijgt de film een nieuwe ondertoon. De Hert is het boegbeeld van het linkse filmerscollectief, Fugitive Cinema, en maakt van zijn versie een schrijnend en waarheidsgetrouw portret van extreme armoede waarin de Vlamingen leefden op het platteland anno 1900.
 
Die realistische weergave van de leefwereld van Louis Verheyden wekt een gevoel van trots en samenhorigheid op bij de kijker. Het hard werk dat de Vlamingen geleverd hebben, heeft namelijk geloond als we kijken naar de welvaart waar het Vlaanderen van de 21ste eeuw zich in bevindt. Niks wordt beter voorgedaan dan het was, de kijker wordt niet gespaard en daar houdt hij van. Hij herkent zichzelf of zijn voorvaderen in het leed op het witte doek en voelt zich begrepen en gesteund, maar vooral verbonden met het verhaal dat hij voor zijn ogen ziet afspelen. 

Kwajongensstreken brengen balans
 
Ondanks de schrijnende werkelijkheid en de armoede is ‘De Witte van Sichem’ emotioneel niet te zwaar om te kijken en dat is allemaal te danken aan het escapisme van de jonge wittekop. Zijn wil om te ontsnappen uit de harde realiteit van het plattelandsleven is groot, en die uit hij door zich te verzetten zoals pubers dat het beste kunnen: met kwajongenstreken.
 
De twaalfjarige Louis, gespeeld door Eric Clerckx, is geen voorbeeldige leerling, rijgt de ene grap aan de andere en houdt zich zowel op school als thuis niet aan de afspraken. Zijn streken blaken van de jeugdige onschuld en levenslust, maar leveren hem om de haverklap straf en slaag op. Berispingen houden de tiener echter niet tegen, want zelfs wanneer hij opgesloten wordt op de rommelkamer op zolder weet hij iets te vinden waar hij vreugde en inspiratie uit kan halen: ‘De Leeuw van Vlaenderen of de Slag der Gulden Sporen’, van Hendrik Conscience. Door middel van literatuur en een levende verbeelding kan Louis nogmaals wegvluchten uit de barre omstandigheden van zijn jonge leven. Al is de uitzichtloze toekomst nooit veraf.  
 

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top