Wat je nog niet wist over de Olympische Spelen in Antwerpen

Sport | Vandaag is het dag op dag 100 jaar geleden dat de officiële openingsceremonie van de Spelen van de VII Olympiade in het olympisch stadion van Beerschot plaatsvond. Bij wijze van terugblik dook Proximus Pickx in de archieven om je zeven weetjes voor te schotelen over deze eerste en voorlopig ook enige Spelen die op Belgisch grondgebied werden afgewerkt.

Door Pickx

Deel dit nieuws

Dataperikelen

Over de precieze startdatum van de eerste na-oorlogse Spelen bestaat enige onduidelijkheid. Het IOC houdt het op 20 april 1920, maar volgens sporthistoricus Roland Renson is 23 april een accuratere datum. "20 april was voorzien voor het begin van ijshockey, samen met het ijsschaatsen een van de vooruitgeschoven wintersporten in april. Maar omdat de Amerikaanse ploeg niet op tijd toegekomen was, begon het pas op 23 april", onthulde Renson ter ere van de 100ste verjaardag van het toernooi in Het Laatste Nieuws. Wat wel vaststaat, is dat de officiële openingsceremonie plaatsvond op 14 augustus, dag op dag 100 jaar geleden.

Olympische eed en olympische vlag

Tijdens de openingsceremonie van de Spelen die België omwille van haar moed tijdens de Eerste Wereldoorlog kreeg toegekend werden enkele nieuwigheden geïntroduceerd, die later vaste prik zouden worden bij de opening van de vierjaarlijkse hoogmis van de sport. Zo werd in Antwerpen voor het eerst de olympische eed afgelegd. Belgisch boegbeeld en allrounder Victor Boine kreeg de eer om de gevleugelde woorden voor het eerst uit te spreken. Bovendien werd ook voor het eerst de olympische vlag gehesen. Rond die vlag doet overigens een opmerkelijk verhaal de ronde, want een zekere Hal Prieste, een Amerikaanse schoonspringer, zou een exemplaar meteen ook ontvreemden. Pas 80 jaar later overhandigde hij ze terug aan toenmalig IOC-voorzitter Antonio Samaranch.

Winter- en Zomerspelen ineen

Omdat er in 1920 van Olympische Winterspelen nog geen sprake was - de eerste zouden pas in 1924 in Chamonix-Mont-Blanc plaatsvinden - stond in Antwerpen nog een combinatie van zomer- en wintersporten op het programma. Vandaar ook de voortuitgeschoven start in april, want toen werden het ijshockey en het kunstschaatsen afgewerkt in het Antwerpse IJspaleis. De Olympische Spelen werden trouwens geopend met de ijshockeypartij tussen België en Zweden, waarin onze landgenoten met zware 8-0 cijfers het onderspit dolven.

Vergeten disciplines

Op de Olympische Spelen in Antwerpen stonden 22 sporten en 24 verschillende disciplines op het programma. Daaronder vertrouwde sporten zoals boksen, tennis, atletiek, turnen en voetbal. Maar Antwerpen pakte ook uit met een aantal sporten die jaren later verdwenen tussen de plooien van de sportgeschiedenis. Wat dacht je bijvoorbeeld van touwtrekken, weight throw (waarbij je met een gewicht van zo'n 25 kilogram diende te werpen) en voltige (springen over levende paarden)?

Vliegende Fin, uitdagende Lenglen en oudste medaillewinnaar ooit

In Antwerpen passeerden in totaal 2669 atleten uit 29 verschillende landen de revue. Een aantal landen zoals Duitsland, Oostenrijk en Hongarije werden na de oorlogsperikelen niet uitgenodigd, terwijl Rusland omwille van de interne revolutie zijn kat stuurde. Onder de deelnemers zaten enkele opvallende namen. Zo liep de 23-jarige Finse hardloper Paavo Nurmi naar drie gouden medailles. Het begin van een fenomenale carrière, waarin de Vliegende Fin 12 olympische medailles zou binnenrijven en 22 wereldrecords op zijn naam zou zetten. In het tennis was het dan weer letterlijk en figuurlijk uitkijken naar Suzanne Lenglen. De Française, die later haar naam zou geven aan de vrouwentrofee op Roland Garros, overklaste de tegenstand in een voor die tijd 'gewaagde' outfit met een 'te korte' rok, korte mouwen en een decolleté. Misschien hielp haar dat wel in haar exploot, want in de tien sets die de twaalfvoudige grandslamwinnares betwiste, verloor ze slechts vier spelletjes. Dat op olympisch succes geen leeftijd staat bewees de Zweedse schutter Oscar Swahn. Hij kroonde zich op 72-jarige leeftijd tot de oudste medaillewinnar ooit.

Grote Belgische medailleoogst

En wat met de Belgen hoor ik jou luidop denken? Wel, die sleepten de grootste medailleoogst ooit voor ons land in de wacht. Maar liefst 36 medailles (14 gouden, 11 zilveren en 11 bronzen) was ons land rijk, goed voor een vijfde plaats in de landenranking. Aan het thuisvoordeel zal het alvast niet gelegen hebben, want met een prijs van 3 frank per ticket kwam er amper iemand opdagen, waardoor het organisatiecomité ook failliet ging. Vooral de boogschieters speelden een belangrijke rol in de grote medailleoogst, want ze veroveren 8 gouden, 4 zilveren en 2 bronzen plakken. Al dient gezegd dat ze enkel dienden af te rekenen met tegenstanders uit Frankrijk en Nederland. Hubert van Innis kroonde zich met zes medailles tot de meest gedecoreerde Belg, maar het is toch vooral Victor Boin die de geschiedenis in zou gaan als het Belgische boegbeeld. Boin was een van de grootste allround atleten van zijn generatie, wat mag blijken uit een zilveren medaille in het waterpolo op de Spelen van 1908 en een bronzen plak in 1912. In Antwerpen veroverde hij zilver in het schermen en nam hij voorts ook deel aan het zwemmen, kunstschaatsen, hockey, vliegen en motorrijden.

Officieus wereldkampioen voetbal

Desondanks worden de Spelen in België toch hoofdzakelijk herinnerd als diegene waarin België zich tot olympisch en officieus wereldkampioen voetbal kroonde. Nadat onze landgenoten achtereenvolgens Spanje en Nederland opzij hadden gezet, namen de Rode Duivels het in de finale op tegen Tsjecho-Slowakije. Na 43 minuten stond een 2-0 voorsprong op het bord, waarop de Tsjecho-Slowaken uit onvrede met de uitsluiting van een van hun spelers het veld verlieten. Tot de dag van vandaag de enige finale van een groot voetbaltoernooi die nooit uitgespeeld werd. De Belgen kon het echter niet veel schelen. Zij vierden hun officieuze wereldtitel.

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top