Hoe buitenlandse investeerders van de Belgische competitie hun speelterrein maakten

Sport | Club Brugge ontvangt op zaterdag 25 juli de Franse subtopper Rijsel in het kader van de voorbereidingen op het nieuwe seizoen van de Jupiler Pro League. De Noord-Franse club is sinds kort de nieuwe eigenaar van de Belgische eersteklasser Excelsior Moeskroen. Een mooie aanleiding om de groeiende trend van buitenlandse investeerders die zich inlaten in onze vaderlandse competitie onder de loep te nemen.

Door Pickx

Deel dit nieuws

Sinds vorige week is de overname van Excel Moeskroen door de eigenaar en voorzitter van Rijsel, de Spaans-Luxemburgse zakenman Gérard Lopez, in kannen en kruiken. Daarmee komt de club weer in vertrouwde handen want de Henegouwers waren van 2012 tot 2015 al eens eigendom van Rijsel, alvorens verpatst te worden aan achtereenvolgens Gold Football Malta (Pini Zahavi), Latimer Ltd (Adar Zahavi) en Bongo Co (Pairoj Piempongsant).
 
De club van voorzitter Patrick Declerck is al enkele jaren op zoek naar financiële en sportieve stabiliteit, terwijl Les Hurlus meer en meer het mikpunt van verdachtmakingen werden, geuit door andere Belgische clubs. Zij wierpen op dat Moeskroen in handen zou zijn van makelaars, hetgeen verboden is volgens het Belgische reglement. Maar wat zijn nu de ware intenties van al die buitenlandse investeerders, die omnipresent zijn in onze hoogste voetbalklasse?

Het Grote Experiment
 
In het Belgische profvoetbal is tot op heden de helft van de clubs in handen van een buitenlandse investeerder gevallen. In de Jupiler Pro League is dat het geval voor Moeskroen, Kortrijk (Maleisië), Sint-Truiden (Japan), Eupen (Qatar) en Cercle Brugge (Monaco). Dezelfde trend tekent zich ook in de Proximus League af, waar het met een vergrootglas speuren is naar een clubeigenaar met Belgisch paspoort. Saudische (Beerschot), Thaise (OHL) en Emiraatse (Lommel) investeerders besloten één na één om een fractie van hun fortuin te pompen in hun nieuwe speeltjes, die snakten naar vers geld. Om staande te blijven in het moeras van 1B vormen buitenlandse miljoenen een onweerstaanbare garantie op levensvatbaarheid.
 
Onlangs kwam Lommel in handen van dezelfde eigenaars die ook Manchester City in hun portefeuille hebben: de City Football Group. De Limburgers, die financieel in moeilijk vaarwater zaten, krijgen zo meer financiële ademruimte en profiteren ook op sportief vlak, want de Citizens laten enkele van hun jonge beloftes rijpen onder dak bij de fusieclub. De drang om hun ruwe diamanten te laten ontbolsteren in minder hoog aangeschreven competities, die weliswaar uitdagender zijn dan kunstmatige beloftencompetities, inspireert vele topclubs om te investeren in het buitenland.
 
Maar dat is niet de enige verklaring. Ook makelaars hebben een groot aandeel in sommige overnames. Hoe vaker een speler wisselt van club, hoe vaker de makelaar een premie opstrijkt. Doordat ze achter de schermen van voetbalclubs aan de touwtjes trekken, verstrekken ze zichzelf de garantie dat hun geldhandeltje blijft draaien. 
 
Voetbal kneedt de beeldvorming
 
Ook andere drijfveren spelen mee. Zo spenderen buitenlandse investeerders ongelimiteerde bedragen met de bedoeling om hun thuisland in een goed daglicht te stellen. De overheid van het land in kwestie mengt zich in de debatten, met de intentie om zijn toekomstige inkomstenstromen te spreiden. Het meest flagrante voorbeeld van dit fenomeen is AS Eupen. De Qatarese organisatie Aspire redde de noodlijdende Oostkantonners in 2012 van het bankroet. Het doel achter deze operatie? Jonge Qatarese voetballers klaarstomen voor het WK 2022 door hen speelkansen aan te bieden op Europese velden, alsook het merk Qatar op de internationale kaart zetten om zichzelf enige autoriteit aan te meten op het wereldtoneel in de aanloop naar het post-olie-tijdperk.
 
Zoals menig andere club hing nu ook Eupen aan het infuus van de buitenlandse geldkraan. Maar de Panda’s profiteerden tevens van de stroom aan Afrikaans talent afkomstig uit de Aspire Academy, waarvan Henry Onyekuru tot op heden het meest blinkende voorbeeld is. Toch heeft ook die medaille een keerzijde: de lokale verankering is de dupe. De Eupense jeugdopleiding liep leeg, omdat jonge talenten van eigen bodem amper kansen kregen. De greep van de Qatarezen verstikte de eigen jeugd, die zich elders moest ontplooien. Bovendien toont het sportieve parcours van Tubeke (overgenomen door Zuid-Koreanen van Sportizen) en Roeselare (Chinese investeerders) dat deze piste allesbehalve een mirakeloplossing is.
 
Tegenwoordig richten buitenlandse investeerders nog steeds hun pijlen op clubs uit 1B, of op kleinere clubs uit de Jupiler Pro League. Wellicht is dat een bewuste keuze om niet te veel tegenwind te moeten trotseren van andere aandeelhouders tijdens de buitenlandse machtsovername. De grote clubs uit ons kampioenschap zijn voorlopig nog niet gezwicht voor de lokroep van het buitenlands grootkapitaal. Maar voor hoe lang nog?
 
Beleef het integrale duel tussen Club Brugge en Rijsel live op zaterdag 25 juli om 18u op Eleven Sports 1.

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top