Na een
gouden decennium, kent
Liverpool enkele
magere jaren in de
jaren 90. Dat weerhoudt enkele
talenten er niet van om zich te
ontbolsteren. Eén van hen is
Robbie Fowler, een
jeugdproduct dat zijn eerste
profcontract tekende op 17-jarige leeftijd. De ruwe diamant schopte het in een mum van tijd tot één van de
scherpschutters in de
Premier League, met 18 treffers in zijn eerste seizoen. Tijdens het seizoen
1996-1997 zou Fowler hoge ogen gooien in de
Beker voor Bekerwinnaars met het iconische
rugnummer 9, dat hij van
clublegende Ian Rush geërfd had.
In de
kwartfinale ontmoette het Liverpool van ‘
Spice Boys’
Fowler,
Jamie Redknapp en
Steve McManaman het Noorse
SK Brann. The Reds waren op hun hoede voor hun
tegenstander, die zich
taaier aandiende dan op
het eerste gezicht leek.
PSV Eindhoven had in de
vorige ronde immers zijn tanden stukgebeten op de
potige Noren. Liverpool speelde die avond niet zijn beste match, maar mocht
een kaars branden voor de
kunsten van hun
doelpuntenleverancier.
Negen minuten in de match, en Fowler krijgt een bal van een ploeggenoot aan de rand van de grote rechthoek. De goalgetter twijfelt niet en schakelt met een grandioze ‘aile de pigeon’ – zoals dat in het voetbaljargon heet –, een passeerbeweging waarbij hij de bal met de hiel over de verdediger tikt, zijn rechtstreekse tegenstander uit op weg naar doel. Hij heeft vrije baan en staat nu oog in oog met de doelman, die hij in koelen bloede fusilleert.
De Noren zouden even later de gelijkmaker scoren, maar het doelpunt van Fowler zou desalniettemin in de eregalerij van mooiste Liverpool-goals ooit belanden. Bovendien bezorgde hij zijn team met de treffer een comfortabele uitgangspositie voor de terugmatch, waarin de Engelsen makkelijk de klus zouden klaren door met 3-0 te winnen, dankzij een tweeklapper van hun doelpuntenmachine.
Het vervolg van het seizoen oogde minder rooskleurig: uitgeschakeld door PSG in de halve finale van het Europese toernooi, en uit de race voor de kampioenstitel in eigen land. Uiteindelijk sleepte Liverpool nog een vierde plaats uit de brand, op zeven punten van kampioen Manchester United.
Desondanks zou Fowler andermaal mooie statistieken laten optekenen. Zijn zeven doelpunten in de Beker voor Bekerwinnaars kronen hem tot topschutter van die competitie en brengen zijn totaal dat seizoen op 31 goals in alle competities. De populariteit van het kind van de club piekte, maar een opeenvolging van blessures en de opkomst van een ander clubtalent, Michael Owen, zouden Fowler nadien steeds meer naar de zijlijn duwen.
Na een gewonnen finale in de UEFA Cup zou hij de club van zijn hart in 2001 omruilen voor Leeds, alvorens een korte comeback te maken in Liverpool in 2006, tot groot jolijt van de supporters. Hoewel hij niet meer de speler van weleer was, slaagde hij er toch in om zijn doelpuntentotaal voor Liverpool op te krikken naar 183 rozen in 369 wedstrijden, hetgeen van hem de op vijf na beste schutter in de clubgeschiedenis maakt. Na enkele omzwervingen in Engeland en Australië zette hij in 2012 in Thailand, bij het obscure Muangthong United, een punt achter zijn spelerscarrière.