Het opmerkelijke verhaal achter de wereldhit ‘Mambo No.5’

Muziek | In de rubriek ‘One hit wonders’ duikt Proximus Pickx in de muziekgeschiedenis op zoek naar de soms opmerkelijke verhalen achter hits die artiesten een gloriemoment hebben bezorgd. Deze keer lichten we het mysterie toe achter de populaire hit ‘Mambo No.5’.

Door Pickx

Gepubliceerd op 27.06.20

2min

Ladies and gentlemen, this is Mambo Number Five
One, two, three, four, five

De man achter deze zomerhit van 1999 is Lou Bega, een Duitse muzikant. Maar eigenlijk gaat het om een cover of bewerking van een beroemd instrumentaal mambo-nummer uit 1952 van de Cubaanse componist Dámaso Pèrez Prado. Bega, zijn echte naam is David Lubega, sampelde slechts 30 seconden van het originele liedje, voegde er nieuwe elektronische beats en geluiden aan toe en schreef er vooral een gloednieuwe tekst bij – ‘Everybody in the car, so come on, let’s ride’. En het nummer, dat op Bega’s album ‘A Little Bit of Mambo’ verscheen, sloeg duidelijk aan. Van Australië en de Verenigde Staten tot Europa: overal was het een record brekende hit, met dank ook aan de iconische clip in zwart-wit. In de Vlaamse Ultratop 50 stond het nummer 21 weken in de lijst, waarvan zes weken op de eerste plaats. Toch zou het voor Bega een zuur succes worden.

Martelende juridische strijd

Punt is: in de ogen van de Prado-stichting was Bega’s ‘versie’ helemaal geen gloednieuw nummer. Ze vonden het een schending van de oorspronkelijke compositie en van Prado’s intellectuele eigendom. En zo begon een martelende juridische strijd tussen Bega en de Prado-stichting die de erfenis van het hitnummer voor altijd zou verzuren.
Goar Biesenkamp, de producer van Bega, heeft altijd volgehouden dat hij het was die de in Mexico gecomponeerde muziek van Prado ontdekte en dat hij Bega’s Latino-image creëerde. Bega zegt dan weer dat hij het nummer voor het eerst hoorde toen hij in Miami was. Voor de teksten liet hij zich inspireren door zijn jeugd in München als don juan. Zo ziet Bega het in het lied wel zitten om iets te doen met Angela, Pamela, Monica, Erica, Rita, Tina, Sandra, Mary en Jessica.
Wie de originele Prado-track ook ontdekte, als je de twee nummers langs elkaar legt hoor je duidelijk dat Bega’s versie gebaseerd is op een riff van de originele Mambo No.5. De ingewikkelde rechtszaak die eruit volgde duurde zeven jaar. De zaak werd pas opgelost toen het federale Duitse gerechtshof oordeelde dat het auteursrecht voor de riff aan Prado toebehoorde. Maar omdat Bega er een nieuwe tekst aan toevoegde gold zijn versie als een origineel werk, zowel door bega als Prado geschreven.

Geschenk uit de hemel

Van Bega’s album ‘A Little Bit of Mambo’ werden uiteindelijk meer dan 3,4 miljoen exemplaren verkocht (cijfers 2013). Volgens Billboard wordt het nummer ongeveer 2.000 keer per week gedownload en vind je het in elke karaokebar ter wereld terug. Bega werd er zelfs mee genomineerd voor een Grammy Award.
Het nummer werd ook gebruikt door de Amerikaanse president Bill Clinton in 2000 als onderdeel van zijn marketingcampagne… totdat iemand opmerkte dat er in de tekst een verwijzing wordt gemaakt naar Monica – ‘A little bit of Monica in my life’.
'Mambo No.5' duikt ook regelmatig in films en tv-series op. Het animatiefilmpersonage Bob de bouwer had er in Groot-Brittannië bijvoorbeeld een nummer één hit mee. Ook in een aflevering van “The Simpsons” kan je het horen, net als in ‘Iron Man 3’.
En Bega? Hij zingt het nummer nog altijd tijdens nostalgische ‘Back to the ‘90’-concerten wereldwijd. “Ik beschouw het als het beste nummer dat ik ooit heb geschreven”, aldus Bega. “Zonder ‘Mambo No.5’ zou ik nog steeds David zijn, een gewone sterveling of een berooide muzikant onder een brug. Het is een geschenk uit de hemel geweest.”