On this day: Sparta Rotterdam wordt boven de doopvont gehouden

Sport | Op 1 april 1888 werd Rotterdamsche Cricket & Football Club Sparta in het leven geroepen. Sparta Rotterdam, zoals de club later door het leven zou gaan, groeide uit tot een van de vaandeldragers van het Nederlandse voetbal in de beginjaren, maar zou later veel van haar pluimen verliezen.

Door Pickx

Gepubliceerd op 01.04.20

2min

Met de oprichting op 1 april 1888 is Sparta Rotterdam de oudste actieve profvoetbalclub bij onze noorderburen. Zoals de oorspronkelijke naam Rotterdamsche Cricket & Football Club Sparta reeds doet vermoeden, werden er naast voetbal nog andere sporten beoefend bij deze club uit Rotterdam: van cricket, over atletiek tot honkbal. Maar het is toch vooral de voetbalclub die geschiedenis zal schrijven.

Vaandeldrager Nederlandse voetbal

In het eerste jaar na de oprichting speelden de leden van Sparta hoofdzakelijk onderlinge partijtjes. Van de KNVB (de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond) was dan ook nog geen sprake. Clubs stuurden in die tijd uitnodigingen om tegen elkaar te spelen.

In 1890 trad Sparta Rotterdam toe tot de Nederlandsche Voetbal en Atletiek Bond (de voorloper van de KNVB). Twee jaar later versloeg Sparta de Amersfoortsche FC met 17-0, een recorduitslag die nog steeds op de tabellen staat. Een jaar later, in 1893, volgde dan de promotie naar de eerste klasse.

De Spartanen toonden zich van meet af aan innovatoren en voerden onder meer de kopbal, een doel met latten en netten en felgekleurde shirts in bij onze noorderburen. Voor die laatste lieten ze zich wel in heel grote mate inspireren door het Engelse Sunderland. De eerste lading Sparta-shirts waren namelijk tweedehands Sunderland-shirts!

Op sportief vlak ging het de Spartanen meteen voor de wind, al bleef de hoofdvogel telkens uit. Als 'eeuwige nummer twee' eindigden ze in de eerste 15 jaar in de hoogste klasse maar liefst zes keer als tweede of derde in de competitie. Maar in 1909 kwam daar verandering in, toen de Spartanen hun eerste titel mochten vieren. In 1911, 1912, 1913 en 1915 zou de prijzenkast in sneltempo worden aangevuld.

Sparta dankte haar successen in deze periode vooral aan trainer Edgar Chadwick - de eerste trainer in de Nederlandse competitie - en sterspelers Bok de Korver, Huug de Groot en Cas Ruffelse.

In 1916 verhuisde Sparta naar 'Het Kasteel', het eerste voetbalstadion van Nederland. Tot op de dag van vandaag de thuishaven van de trots van Rotterdam.

Tweede glorieperiode in jaren 50

Ondanks een resem ereplaatsen was het wachten tot het begin van de jaren 50 voor een nieuwe glorieperiode voor de club uit Rotterdam. In 1956 kwalificeerde Sparta zich voor de net opgerichtte Eredivisie. Twee jaar later won de club voor het eerst in haar bestaan de KNVB beker en in 1959 werd ook een zesde titel aan de erelijst toegevoegd.

De architect achter dit succes, trainer Denis Neville, kreeg uit erkentelijkheid de tribune waarin de harde kern zich ophoudt, naar zich vernoemd. Ad Verhoeven, Tonny van Ede en Tinus Bosselaar werden door journalist Hugo Borst omschreven als "de mooiste voorgevel van Nederland".

Dankzij deze nieuwe titel mocht Sparta ook deelnemen aan Europacup 1 (wat later de Champions League zou worden). In de kwartfinales namen de Rotterdammers het daarin op tegen het Schotse Rangers. Na 2-3 verlies in de heenwedstrijd, sleepten de Spartanen een 0-1 overwinning uit de brand in het Ibrox-stadion, onder het toeziend oog van 83.000 toeschouwers. Een beslissende derde partij op het neutrale Highbury werd echter in het voordeel van de Schotten beslecht: 3-2.

Feyenoord neemt fakkel over

Helaas voor Sparta begon hun ster daarna danig te tanen. Er volgden wel nog twee bekeroverwinningen in de jaren 60, maar vanaf de jaren 70 nam aartsrivaal Feyenoord Rotterdam stilaan over als vaandeldrager van het Rotterdamse voetbal.

Van topclub werd Sparta een middenmotor en uiteindelijk een degradatiekandidaat. In het seizoen 2001-2002 volgde dan het onvermijdelijke. Degradatie naar de Eerste divisie, de tweede klasse in Nederland, voor het eerst in het 113-jarige bestaan van de club. Het seizoen daarop stond Sparta zelfs aan de rand van de afgrond, maar een aantal lokale zakenlieden wierpen de noodlijdende club een reddingsboei toe.

De jaren nadien zou de club geregeld pendelen tussen de Eredivisie en de Eerste divisie. Het seizoen 2019-2020 brengen de Spartanen terug op het hoogste niveau door, met een voorlopige (definitieve?) elfde plaats als resultaat.