We schrijven 12 februari 2011. In de Engelse competitie is de
kraker tussen
Manchester United en
Manchester City aangebroken, als hoofdschotel van de 27e speeldag. Drie jaar na de opkoping door een
investeringsfonds uit Abu Dhabi ontpoppen de Citizens zich tot een steeds
grotere uitdager van hun stadsrivaal.
De bezoekers, derde in het klassement, staan op vijf punten van de Red Devils, die op dat moment
alleen koploper zijn in de stand.
Behalve de geblesseerde Rio Ferdinand, is ManU op
volle oorlogssterkte. Sir Alex Ferguson kan rekenen op sleutelpionnen als Edwin van der Sar,
Nemanja Vidic, Patrice Evra, Paul Scholes en Ryan Giggs. Nani en Rooney moeten zorgen voor de doelpunten.
In het tegenovergestelde kamp doet Roberto Mancini een beroep op de beresterke karakters van
Vincent Kompany,
Yaya Touré en
James Milner.
Carlos Tevez, een oude bekende op Old Trafford, en
David Silva vormen de frontlinie van de Citizens.
De twee elftallen van wereldniveau houden elkaar grotendeels in evenwicht in de eerste helft. De openingstreffer komt er in de 41e minuut via de voet van Nani, die diep gestuurd werd door Giggs.
Het begin van de tweede helft is een kopie van het matchbegin. De twee formaties zijn aan elkaar gewaagd. De Skyblues tonen dat ze met kleppers als Patrick Vieira en Kolo Touré over een bank beschikken die bulkt van het toptalent.
Maar het is de Bosniër Edin
Dzeko, net ingevallen, die de match zal doen
kantelen. Na een voorzet vanop rechts van die andere invaller, Shaun Wright-Phillips, vuurt de oud-schutter van Wolfsburg een schot af, die afwijkt op de rug van de Silva. De koers van de bal verrast van der Sar, die
tegenvoets gevloerd wordt. Alles te herdoen voor
Manchester United.
Toch blijven de Red Devils, laureaat van
drie titels in de vier laatste seizoenen, blind
vertrouwen hebben in hun eigen kracht. De offensieve linie van de Mancunians krijgt in de 67e minuut versterking van de topschutter in de
Premier League: Dimitar
Berbatov.
Terwijl die andere troefkaart,
Michael Owen, zich opwarmt aan de zijlijn, trekt Wayne Rooney de schijnwerpers naar zich toe. Op twaalf minuten van het einde profiteert de Engelsman van een
afgeweken center van Nani om tussen Kompany en Micah Richards in een acrobatische
omhaal uit te voeren, die de bal de winkelhaak in jaagt. Doelman
Joe Hart staat aan de grond genageld.
Dankzij het juweeltje van Rooney zou ManU de overwinning over de streep trekken. Enkele speeldagen later zou de 19e titel uit de geschiedenis van de club een feit zijn. ManCity toonde op zijn beurt dat de club thuishoort tussen de Engelse Big Four, door het daaropvolgende jaar zijn eerste titel in de Premier League te veroveren sinds 1968.
Herbeleef het magische moment van Wayne Rooney: