Hybride werk: focus op 78.000 Waalse bedrijven

Versnelling van de digitale transitie

Als we de temperatuur willen meten van de 78.000 Waalse bedrijven, vragen we het aan Olivier de Wasseige. Volgens zijn waarnemingen heeft de gezondheidscrisis de digitalisering en het hybride werk inderdaad op duurzame wijze versneld. Ook al blijft de uitdaging van de aanpassing groot, zeker voor kleine bedrijven.

“Er zijn drie domeinen die door de gezondheidscrisis een versnelde digitalisering hebben gekend: het telewerken met vergaderingen op afstand, de digitalisering van bepaalde processen en de e-commerce”, merkt hij op.

Vermindering van de ongelijke verhouding tussen werkers en telewerkers

“We ontdekten dat we vanop afstand kunnen vergaderen, en telewerken vormt de basis van deze grote verandering in onze manier van werken”, zegt de UWE-baas, zonder te ontkennen dat er bepaalde taken zijn waarvoor we fysiek op het werk aanwezig moeten zijn.

“Voor sommige bedrijven, vooral in de dienstensector, is dat gemakkelijker. Maar de uitdaging is belangrijk omdat deze in de toekomst zal moeten worden aangepakt: wijziging van de arbeidsvoorschriften, opstelling van contractwijzigingen, vermindering van de ongelijke verhouding tussen werknemers die thuis kunnen werken en werknemers die nog moeten reizen... ”

Er zijn drie domeinen die door de gezondheidscrisis een versnelde digitalisering hebben gekend: telewerken, digitalisering van bepaalde processen en e-commerce.

Olivier de Wasseige, gedelegeerd bestuurder en directeur-generaal van de UWE

Minder verplaatsingen, meer persoonlijk leven

Uit een studie van UWE in samenwerking met SDWorxNieuw venster, blijkt dat hybride werken door werknemers als zeer positief wordt ervaren. Over het algemeen wordt gezegd dat twee of drie dagen per week telewerken bijdraagt tot het welzijn van de werknemers. Zij besteden de tijd die zij niet hoeven te reizen aan hun privé- of gezinsleven.

Om nog maar te zwijgen van het positieve effect op de planeet. “Het is een manier om de files te verminderen, om een positieve rol te spelen op vlak van mobiliteit. Bedrijfsleiders beseffen dat het ook een manier is om zich aan te sluiten bij de ecologische transitie.”

Het juiste evenwicht vinden om afzondering te vermijden

Er werden echter enkele aandachtspunten naar voren gebracht. “Telewerken kan een vorm van isolatie teweegbrengen; we moeten het juiste evenwicht vinden”, benadrukt Olivier de Wasseige, die ook wijst op de uitdaging van de uitrusting, vooral voor kleine organisaties.

“Werken vanop afstand brengt het opzetten van videoconferentie-software met zich mee. Tijdens de lockdowns hebben we geknutseld met de middelen die we hadden, maar krachtige en veilige instrumenten zijn noodzakelijk om te kunnen werken aan efficiënte toegang en informatie-uitwisseling, back-up van documenten, serveropslag, enz. Een bijkomende factor bij de keuze van deze hulpmiddelen is het gebruik van consultancy voor een globale aanpak van alle IT- en HR-aspecten voor een samenwerking op afstand”, zegt hij.

We ontdekten het vergaderen vanop afstand, en telewerken vormt de basis ervan.

Olivier de Wasseige, gedelegeerd bestuurder en directeur-generaal van de UWE

Steun krijgen

Terwijl grotere bedrijven middelen in huis hebben of weten waar ze terecht kunnen om deze veranderingen in hun processen te integreren, is het een grote uitdaging voor de 98% van de bedrijven met minder dan 10 werknemers. “Maar alles wat tijdens de gezondheidscrisis aan digitale transformatie is gedaan, is niet verloren. Bovendien is er een verandering aan de gang in de manier waarop we werken.”

Olivier de Wasseige benadrukt de rol van vakbonden, werkgeversfederaties en politici, maar ook die van de telecommunicatiebedrijven in België als partners in deze overgang naar hybride werken. “Zij moeten hun rol niet alleen zien als leverancier van de modernste hardware en voldoende bandbreedte, maar vooral als leverancier van oplossingen en advies.”

“Dit verwachten onze ondernemingen, vooral de kleinere, die minder gewapend en geïnformeerd zijn, en die begeleid en gestuurd willen worden naar instrumenten en technologieën die aangepast zijn aan hun nieuwe activiteiten”, besluit hij.