Emoji’s op het werk: een do of een don’t?

Spreekt u emoji?

Hebt u dringend een antwoord nodig van uw directe leidinggevende? Of een goedkeuring van een klant? Dan stuurt u al weleens een sms’je of een WhatsApp’je om snel antwoord te krijgen. Krijgt u een opgestoken duim of een breedlachende smiley als antwoord? Dan weet u dat het goed zit. Emoji’s maken een boodschap sterker, zijn efficiënt en dus goed voor de productiviteit.

Emoji’s sturen = tutoyeren

Maar wanneer gebruikt u wel een emoji, en wanneer niet? Het antwoord daarop is niet eenduidig. Want het gebruik van emoji’s is nog jong. We weten nog altijd niet goed hoe we ermee moeten werken. Eigenlijk doen we maar wat.

De belangrijkste richtlijn is daarom: gebruik ze met mate en voel aan of het kan. Het is net als tutoyeren. De toon en de context van uw bericht zijn enorm belangrijk, net als naar wie u het stuurt. Voor een Chinese collega betekent een wuivende hand allesbehalve hallo. U zegt hem eigenlijk dat u niets met hem te maken wilt hebben.

En de communicatie met uw klanten? Laat die aansluiten bij wat ze van u verwachten. Als emoji’s werken, verkleinen ze de afstand met uw bedrijf. U komt persoonlijker en minder anoniem over. In het andere geval wordt de afstand net groter en doen ze afbreuk aan uw professionalisme.

Op weg naar een emoji-beleid?

Emoji’s zijn de nieuwe e-mail. Ook daar bestonden eerst geen regels. Tot we ons begonnen te storen aan de continue ‘Reply to All’ en de mails met het teamhoofd of de baas in cc. Nu heeft zowat elk bedrijf een mailbeleid. Nu we onze korte berichten volop versturen via Skype – binnenkort definitief Microsoft Teams – Slack en WhatsApp voorspellen communicatie-experts dat er ook hier een etiquette komt.

Zo stuurt u bijvoorbeeld best geen emoji’s naar iemand die u nog niet hebt ontmoet of van wie u de communicatiestijl niet kent. Ook de smartphone van de ontvanger kan te oud zijn: hij ziet dan vraagtekens in plaats van emoji’s. Gebruik ook geen emoji’s die onduidelijk zijn, zoals het fronsende mannetje met zijn tong uit zijn mond en sterretjes in de ogen.

Generatiekloof

Zorgen emoji’s voor een generatiekloof? Ja, toch wel. De jongere generaties zijn ermee opgegroeid en experimenteren er volop mee. Vijftigplussers gebruiken ze minder, en hebben soms moeite met de juiste betekenis. Een knipoog, een vuistje en een glimlach zijn nog duidelijk. Maar neem nu de smiley die huilt van het lachen: ouderen denken vaak dat het een triest symbool is.

En hoe hoger op de bedrijfsladder, hoe minder emoji’s de ronde doen. Hooguit een simpele opgestoken duim. Maar: ook bij jongeren verdwijnt het emoji-gebruik met de leeftijd. Hoe ouder ze worden, hoe selectiever ze emoji’s sturen. Wie emoji’s blijft gebruiken, riskeert als kinderachtig over te komen.