Hartfalenmonitoring: het kloppend hart van goede zorgverlening

Gepubliceerd op 09/01/2020 in Klantenverhalen

Vijftig hartpatiënten van CHU de Charleroi volgen hun gezondheid op met een app, een proefproject van het ziekenhuis. “Dankzij de monitoring vanop afstand zien we sneller de signalen die op gevaar wijzen”, zegt cardioloog Elke De Vuyst.

Hartfalenmonitoring: het kloppend hart van goede zorgverlening

Bij hartfalen is het hart niet meer in staat voldoende bloed rond te pompen in het lichaam. Typische kenmerken zijn kortademigheid, vocht in de longen en gezwollen enkels. Patiënten zijn sneller moe en kunnen geen zware fysieke inspanningen aan. Het is een vrij frequente aandoening. In ons land zijn er naar schatting 200.000 patiënten die lijden aan een vorm van hartfalen.

Wilt u ook van start gaan met een IoT-project?

Download de startersgids

Hartfalen

Elk jaar komen er in België ruim 15.000 nieuwe patiënten met hartfalen bij. Eén op twee van die nieuwe patiënten overlijdt binnen het jaar. De gemiddelde patiënt is 79 jaar.

Dr. Elke De Vuyst, cardioloog aan het ISPPC CHU de Charleroi: “Het ziet ernaar uit dat die groep in de toekomst alleen maar zal toenemen. Dat heeft onder meer te maken met de vergrijzing van de bevolking en de kwalen die daar bijhoren, zoals diabetes, hoge bloeddruk en obesitas. Via monitoring vanop afstand kunnen we de patiënt beter opvolgen. Dat is in de eerste plaats goed voor de patiënt zelf. De kans op overlijden is bij hartfalen hoog. Door tijdig in te grijpen kunnen we vroegtijdig overlijden vermijden.”

Hoe kunnen we de zorg rond hartfalen verbeteren en welke rol speelt technologie daarbij?

Dr. Elke De Vuyst: “Enerzijds moeten we de zorg voor een stuk reorganiseren. Ik pleit in dat verband voor een hartfalenkliniek, die zich specifiek op die problematiek richt, onder meer ondersteund door gespecialiseerd verpleegkundig personeel.”

“Daarnaast is er ook nood aan een goede opvolging van de patiënt in zijn thuisomgeving. Dat is waar technologie een belangrijke meerwaarde biedt. Via monitoring van op afstand kan de arts de patiënt heel nauwgezet opvolgen, zonder dat de patiënt zich telkens weer naar het ziekenhuis moet verplaatsen. Technologie zorgt hier voor heel wat extra efficiëntie. Tegelijk is het een manier om meer betrokkenheid te creëren bij de patiënt.”

Het gebruik van apps past in de evolutie richting een meer preventieve en multidisciplinair ondersteunde zorgverlening.

Dr. Elke De Vuyst, cardioloog aan het ISPPC CHU de Charleroi

Dagelijkse opvolging

Hoe werkt hartfalenmonitoring precies?

Dr. Elke De Vuyst: “Al wat de patiënt nodig heeft is een smartphone, een weegschaal, een bloeddrukmeter en een saturatiemeter om het zuurstofgehalte in het bloed te meten, de zogenaamde ‘geconnecteerde toestellen’. Concreet logt de patiënt in op een app waarbij zijn gewicht, bloeddruk en saturatieniveau automatisch worden geregistreerd. De app stuurt de data op een beveiligde manier door naar het ziekenhuis, waar de gegevens aan het medisch dossier van de patiënt worden toegevoegd. Iedere dag controleren de cardioloog en de verpleegkundigen de ontvangen gegevens.”

“Overschrijdt één van de waarden een bepaalde drempel, dan genereert het systeem een alarm. Wanneer bijvoorbeeld het gewicht van de patiënt op korte tijd toeneemt wijst dat mogelijk op een vochtophoping in de longen. In dat geval zal de arts de patiënt contacteren om de situatie te beoordelen en instructies door te geven.”

“De patiënt moet daarom niet altijd meteen naar het ziekenhuis komen. Mogelijk kan de arts dankzij de snelle tussenkomst zelfs een ziekenhuisopname vermijden. Vroeger schreef de patiënt de gemeten waarden op in een schriftje dat hij meebracht naar de consultatie. Daardoor kreeg de arts de slechte waarden pas veel later te zien. Nu kunnen we meteen ingrijpen.”

Wat is de rol van Proximus bij het project?

Frédéric Helding, Business Development Manager Transformation Healthcare bij Proximus: “Proximus heeft het voortouw genomen bij het ontwerpen en ontwikkelen van een oplossing voor hartfalenmonitoring bij CHU de Charleroi. De 3S Homecare-app van Intersysto werd zorgvuldig geselecteerd om de patiënt de beste ervaring te bieden.

Gecombineerd met onze API-oplossingen, die cruciaal zijn in onze ‘digitale zorghub’, maar ook met onze transportnetwerken, het dataverkeer en de beveiliging ervan. Zo zijn de data die de patiënten doorgeven doorheen het hele traject geëncrypteerd. Tegelijk zorgen we er dankzij onze API’s voor dat de data op een beveilgde en betrouwbare manier beschikbaar zijn voor het cardiologieteam.”

Laagdrempelig

Hoe ervaren de patiënten het gebruik van de app? Wat zijn de eerste reacties?

Dr. Elke De Vuyst: “Ze voelen zich veiliger, ook wanneer de arts hen contacteert. Ze weten dat er een heel team achter hen staat. Wanneer ze twee dagen geen waarden hebben doorgestuurd krijgen ze een sms om hen aan de monitoring te herinneren. Al bij al is het een heel laagdrempelige manier van werken. De patiënten die aan de test deelnemen, zijn alvast bijzonder gemotiveerd.”

Het project vormt een onderdeel van een breder traject rond digitale zorg. Waar ziet u nog andere mogelijkheden?

Dr. Elke De Vuyst: “Het principe van telemonitoring is toepasbaar op zowat alle chronische ziekten. Denk maar aan de monitoring van de bloedsuikerwaarden van diabetespatiënten, de opvolging van kankerpatiënten, de monitoring van nierpatiënten, enzovoort. Er lopen in de Belgische gezondheidszorg verschillende projecten rond telemonitoring en het gebruik van apps. Ons ziekenhuis bereidt zich daar op voor, om straks op alle vlakken mee te zijn, niet alleen met de monitoring zelf, maar ook met het wetgevend kader en de eventuele toekomstige terugbetaling.”

Al wat de patiënt nodig heeft is een smartphone, een weegschaal, een bloeddrukmeter en een saturatiemeter om het zuurstofgehalte in het bloed te meten.

Dr. Elke De Vuyst, cardioloog aan het ISPPC CHU de Charleroi

Preventieve en multidisciplinaire zorg

Wat is de impact van de app op de rol van de arts?

Dr. Elke De Vuyst: “De gezondheidszorg heeft de mond vol van ‘patient empowerment’: de patiënt moet de kans krijgen om meer zelf zijn verantwoordelijkheid te nemen in zijn gezondheidstraject. Telemonitoring is een oplossing die daarop inspeelt. Tegelijk blijft er uiteraard nood aan direct contact tussen de patiënt en de arts, onder meer voor fysiek onderzoek. De context blijft dus dezelfde: de arts is de raadgever. Maar in de toekomst zal die arts wellicht meer en meer een app voorschrijven.”

“Het gebruik van apps past in de evolutie richting een meer preventieve en multidisciplinair ondersteunde zorg. Er dreigt een tekort aan artsen en verpleegkundigen, waardoor er automatisch meer druk komt op de zorgverlening. Ook in die context kan monitoring vanop afstand een belangrijke rol spelen.”

De ziekenhuizen in België zetten volop in op technologie, met behulp van drones.

Lees hoe dit gebeurt

De Intercommunale de Santé Publique du Pays de Charleroi (ISPPC) is een groep met onder meer het Centre Hospitalier Universitaire (CHU) Charleroi, verschillende algemene ziekenhuizen, rusthuizen, kinderdagverblijven en kinder- en jongerencentra.

One

One is het ICT-vakblad van Proximus voor CIO’s en ICT-professionals van grote en middelgrote ondernemingen. 

Andere artikels van One